het Theater Festival

A Way of Seeing – Dagboek van een leeg bed

wo 09 sep 2020

John Berger legt in ‘Ways of Seeing’ bloot dat het waar en wanneer we iets zien van invloed is op wat we zien. Voor het TheaterFestival bezoekt Rita Hoofwijk, zelf kunstenaar en verbonden aan SoAP Maastricht, vijf voorstellingen samen met een andere bezoeker en diens manier van kijken. Ze schrijft niet over de voorstelling zelf, wel over een deel van de context van het theaterbezoek.

Vandaag: Dagboek van een leeg bed van Mokhallad Rasem / Toneelhuis

Nog een klein uur. Dan zal Mokhallad Rasem de voorstelling beginnen. Ik zit in het café van het Kaaitheater. Hij ook. Het is er rustig. De enkele gesprekken die plaatsvinden, worden op gedempte toon gevoerd en ook de muziek staat zacht. Mokhallad heeft zo te zien net gegeten samen met zijn crew. Aan een tafeltje rechts van mij eet een man alleen. Hij was er al toen ik binnenkwam en we hebben elkaar kort gegroet. Het is een wat oudere man, hij draagt een colbertjasje en heeft iets ‘gewichtigs’. Later zal hij me vertellen dat hij een normale, niet te drukke dag heeft gehad. Nu weet ik dat nog niet. 

Het is 20 minuten voor aanvang en het wordt drukker in het café. Alle geluiden lijken te versterken, ook dat van het bestek dat wordt neergelegd en het gelach. Alsof iedereen plotseling toestemming heeft gekregen tot het produceren van een hoger decibel. De man is opgestaan en dichter bij de ingang van de zaal gaan zitten. Ik volg hem en vraag of hij ook naar de voorstelling gaat kijken. Het is een overbodige vraag. Hij vertelt me dat hij de draad probeert op te pakken, weer vaker naar het theater wil gaan. Hij vertelt me dat zijn dochter Kathleen Treier is (de directeur van het TheaterFestival). Dat hij had gehoopt samen met haar te gaan kijken vanavond en ook om die reden een voorstelling in het Kaaitheater koos, aangezien hem de kans het grootst leek dat ze hier zou moeten zijn. Helaas werd Kathleen vanavond in de KVS verwacht. Hij denkt wel dat ze het leuk vond dat hij deze voorstelling heeft uitgekozen. Het is ‘niet voor iedereen’ of niet het meest gemakkelijke stuk, legt hij uit. Vandaar ook dat hij zich vooral nieuwsgierig voelt. Naar de voorstelling, en naar de anderen die het met hem komen zien. Wie komt hier (ook) op af?

Hij vraagt of ik de acteur, de maker, ook al had gezien in het café daarstraks. Dat had ik. Hij vertelt dat Mokhallad heel vriendelijk hallo had gezegd, en dat dat tegenwoordig niet meer zo vanzelfsprekend is, mensen die elkaar (vriendelijk) groeten. We kijken naar de andere bezoekers die langzaam een rij lijken te vormen voor de ingang. Ook wij staan op om aan te sluiten. Hij knikt naar me, ‘geniet ervan’.

In de zaal kijk ik naar de man. Hij kijkt naar de anderen om hem heen. 

Dan wordt het donker.

– We zien Dagboek van een leeg bed

Het is een uur later. We vinden elkaar op dezelfde plek waar we stonden vóór het zien van Dagboek van een leeg bed. We zijn allebei een beetje stil. Ook in de foyer is het opnieuw zo rustig als in het uur voor de voorstelling. Ik probeer te zien of er aan hem iets is veranderd. ‘Mooi ook dat Arabisch, hè’, zegt hij. Ik vind dat hij een mooie stem heeft. ‘En de relatie met de moeder die zo belangrijk was.’ Ik denk aan zijn dochter. Had ik zijn naam al gevraagd? Nee, hij had me alleen die van zijn dochter verteld. ‘Michel.’ We praten nog een beetje. Dan nemen we afscheid. Hij heeft nog een autorit naar Oostende voor de boeg. Buiten is het donker en ‘zacht’. Mokhallad zit op een muurtje voor de ingang, voor de uitgang. Ik stel me voor hoe Michel hem een paar minuten geleden kruiste en hoe ze elkaar vriendelijk groetten. 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Tags: , , , ,