het Theater Festival

Wouter Hillaert blikt terug

zo 04 sep 2016

Als er iemand veel in the picture liep op het TheaterFestival dit jaar, dan was dat wel Wouter Hillaert. In deze laatste dagkrant blikt hij terug op een bijzonder stevige editie, waarin hij
behoorlijk veel projecten organiseerde en er zowaar een opendebatcultuur leek te ontstaan in de theatersector. – Eva Decaestecker

Wouter Hillaert (c) Theo Beck

(c) Theo Beck

Op 2 september organiseerde je het Grote ParticipatiedebatEen geslaagd resultaat?

Zeer zeker! De opkomst was drie keer hoger dan verwacht (150 ipv 50 deelnemers, red.). Bedoeling was een moment van uitwisseling en dialoog te creëren over de complexe term ‘participatie’. Zowel in de praatgroepen als bij de presentaties had ik het gevoel dat de mensen allemaal met een aantal frisse inzichten naar huis zijn gegaan. Het massadebat op het einde was in een nogal experimentele vorm en kreeg iets te weinig tijd, maar is zeker voor herhaling vatbaar. Het was ook echt leuk om te zien dat er heel verschillende circuits samen kwamen: kunsteducatie, sociale sector, artistiek en reguliere circuit. Dat gebeurt niet zo vaak.

Daarna volgde de Dag van de Programmator.

Er hadden nog iets meer Nederlandse programmatoren mogen zijn om echt een relevant gesprek te voeren. Maar je voelt – en dat geldt voor het hele TheaterFestival – dat er een sfeer hangt van “we moeten echt anders gaan denken of creatiever durven zijn”. De bereidheid om een aantal evidenties actief in vraag te stellen, lijkt echt te leven en dat is heel anders dan een jaar geleden. Dat kantelpunt heeft veel te maken met die subsidiebeslissing. Velen hebben het gevoel dat er iets vastzit in het huidige systeem.
In de eerste plaats is dat een beleidsvraagstuk. Tegelijk kan het veld zelf ook een grotere verantwoordelijkheid nemen. En het besef dat het van onszelf zal moeten komen, is wel gegroeid.

Alles begon natuurlijk met jouw State of the Union die het een en ander heeft losgeweekt.

Het zou pas problematisch geweest zijn mocht er geen reactie op gekomen zijn (lacht). Ik ben blij dat de discussie zo leeft. De reacties illustreren ook wat ik heb willen zeggen. Bij de opiniestukken van Rudi Laermans, Jan Fabre en Erwin Jans vond ik het wel raar dat de discussie zich zo heeft toegespitst op het belang van artistieke autonomie. Ik denk zelf ook dat dit belangrijk is, ik heb dit nooit ontkend. Mijn oproep was vooral om die sfeer van
vrijheid, radicaliteit en subversie ook eens door te denken naar je eigen organisatie. Het is een nu beetje een generatiedebat aan het worden, heb ik de indruk. Het zou jammer zijn moest het daarbij blijven. Ik heb wel het gevoel dat de discussie breder leeft dan enkel op de opiniepagina’s of alleen maar in theater. Ik heb toch al een paar keer gehoord dat sommige organisaties hun werking in vraag willen stellen naar aanleiding van de State of the Union.

We zouden het bijna vergeten, maar je zat ook in de jury van het TheaterFestival. Tevreden met de selectie nu je alle voorstellingen op een rijtje zag?

Het was leuk om alles nog eens terug te zien. Met een beetje twijfel ben ik gisteren naar Forsiti’A gaan kijken. Ik was heel nieuwsgierig hoe het zou zijn om het stuk nog eens te zien. En het was gewoon fantastisch. Ik had echt het gevoel dat we de juiste keuze hebben gemaakt om C’est pas parce que tu t’arrêtes de pédaler que ton vélo va s’arrêter mee in de selectie op te nemen. Het geeft energie in plaats van enkel ellende te tonen. Je voelt de zware wonden die er bij sommige van de acteurs zitten, maar tegelijkertijd maakt die samenzang veel positieve energie los en die slaat over op de zaal. En ik denk dat dit zoveel meer nodig is dan de zoveelste donkere analyse van de crisis met afhangende schouders.

Wij willen Wouter weer, want wij willen wijzer worden (volgend jaar).

Tags: , ,