het Theater Festival

State of the Youth – Gilles Pollak en Lotte Vrancken

ma 11 sep 2023

Op 7 september 2023 spraken Gilles Pollak en Lotte Vrancken hun State of the Youth uit. Hun volledige speech, die ze samen schreven, lees je hieronder. 

© Nisran Azouaghe

 

De spots gaan aan, Gilles en Lotte zitten in de zaal. Er is een leeg podium te zien.

Tien seconden blijft het even stil, alsof ze vergeten zijn op te komen.

Gilles: Hallo, wij zijn Gilles en Lotte. We zitten momenteel waar we meestal zitten op het moment dat er voorstellingen spelen waar we deel van zijn. We zitten hier, bij jullie, in de zaal. We blijven hier nog even zitten, want we kijken graag naar de lege scène net voordat alles kan beginnen. Eigenlijk het liefst net voordat het publiek binnenkomt. Misschien kennen jullie ons niet.

Lotte: Dit is Gilles, scenograaf en technicus. 

Gilles: Dit is Lotte, dramaturg en cultuurwerker. Lotte houdt van analyses en lange woorden.

Lotte: Gilles houdt van lichtheid en beeld. We beloven dat die allemaal in onze State of the Youth gaan zitten. Voor we op het podium komen zouden we graag trigger warnings geven. Wij gaan het hebben over de sector en over alles wat we misschien aan het verliezen zijn. Over grenzen, conflict, werkdruk en de ecologische catastrofe. Als je daar geen zin in hebt vanavond, om eender welke reden dan ook, mag je echt naar buiten gaan. Wanneer je maar wil.

Gilles: Oké, dan zijn we klaar om te beginnen. Nog 13 minuten om ons samen af te vragen of het dit seizoen dan gebeurd is: of de slinger is doorgeslagen. We wiegen heen en weer en vragen ons af: is het waar? Are we losing it?

Ze komen op.

Gilles: Goedenavond Sportpaleis!

Lotte: Dit is waarom we op voorhand hebben gezegd dat Gilles van lichtheid houdt. Nochtans hebben we elkaar leren kennen tijdens processen die op momenten best donker waren. Wat natuurlijk gebeurt, en ook niet verbaast.

Gilles: Afgelopen seizoen hebben we namelijk horen gonzen dat de nieuwe generatie makers moeilijk is, dat hun processen snel mislopen, dat jonge makers niet meer hard willen werken. Ze zijn snel getriggerd, ze zijn tegen alles en voor niets, en processen, processen zitten zo vaak vol conflict. Are we losing it? Are we?

Samen: Ja.

Gilles: Maar, met een belangrijke kanttekening: het zijn zeker niet alleen de ‘jonge’ makers die het kwijt zijn. We zijn het met z’n allen aan het verliezen. Maar wat is ‘het’? Wat verliezen we? Naar wat zijn we op zoek? Volgens ons verliezen we tijd, talent en geloofwaardigheid.

We verliezen tijd

Lotte: We verliezen tijd. Mijn broer moest voor zijn examen Nederlands op de middelbare school al de States of the Union en Youth lezen en analyseren. Deze piepjonge maker las hoe er seizoen na seizoen, staande ovatie na staande ovatie, op deze podia steeds weer spijkers met koppen werden geslagen. Graag doen we even een bloemlezing van de afgelopen vijf jaar States of the Youth.

‘Dit zijn ongewone tijden’: het is een uitspraak van alle tijden. Toch lijkt ze vandaag met meer zekerheid te kloppen. Iets is veranderd, of aan het veranderen, we kunnen gewoon nog niet helemaal vatten hoe.

Gilles: Anna-Franziska Jäger en Nathan Ooms, 2021. 

Lotte: Het enige wat ik hier kan uit opmaken is dat we dringend nood hebben aan een nieuw ecologisch denken rond het innemen van plaats.

Gilles: Martha Balthazar en Khalid Koujili el Yakoubi, 2020. 

Lotte: We can now call things by their names: micro-aggressions; privilege; hegemony; internalised racism; internalised sexism; victim- blaming; transphobia; whiteness. We can now reinforce one another with terms like: civil disobedience; learning spirit; gender fluidity; allies; human ecology; women of colour; woke women; transfeminism; cultural safety; equity; empowerment.

Gilles: Luanda Casella, 2019.

Lotte: Er weerklinkt een roep om een zorgzamer landschap. Het is mogelijk.

Gilles: Mira Bryssinck, 2022. 

Lotte: Liefst van al hadden we het er niet over gehad.

Gilles: Aïcha Cissé & Aminata Demba, 2018. 

Lotte: Wat wij, zoals Angela Davis, van een kunstenaar vragen is dat zij dit zegt: “Dit is niet hoe de dingen horen te zijn. Dit is hoe ze zijn, maar dit is niet hoe de dingen horen te zijn, dit is niet hoe de dingen zullen blijven.” Dit als een mantra en als een belofte.

Gilles: Martha Balthazar & Khalid Koujili el Yakoubi, 2020. 

Lotte: Sectorbrede verandering gaat traag. Maar stel je voor dat je dit leest als je 17 bent, je bedenkt dat de analyse gemaakt is en de verandering in gang gezet, en vijf jaar later, als je 22 bent, en je je eerste stappen wil zetten in het veld, tref je ons aan, wij, hier allemaal samen, alweer, voor een nieuwe, gelijkaardige analyse.

Het is te begrijpen dat jonge makers denken dat, als ze iets willen veranderen, ze het beter zelf doen. Maakprocessen van jonge makers zijn vaak ingewikkeld omdat ze niet alleen over spelen gaan, maar ook over wie er wanneer spreekt, wie wat kan zeggen en hoe we samen kunnen werken op een manier die duurzaam is.

De analyse dat we duurzamer, intersectioneler, en zorgzamer moeten werken, is al lang gemaakt, waarvoor oprecht dank. Maar in de praktijk blijft het zoeken.

Door onze rol in het veld zien wij in een jaar heel veel repetitieprocessen.

Gilles: Echt veel.

Lotte: Daarom durven we deze boude stelling in te nemen: de nieuwe golf makers zoekt niet alleen naar een nieuwe esthetiek, maar ook naar een nieuwe poëtica en werkmethodiek.

Feet first. Learning by doing.

En dat is fakking moeilijk. Samen nieuwe methodologieën uitproberen vraagt tijd en ruimte om het niet te weten. Het is erkennen dat ondanks dat we hadden afgesproken dat we elkaar geen pijn gingen doen, we elkaar misschien toch heel hard kwetsen. Het is proberen veiligere omgevingen te creëren. Die omgevingen vragen om vertraging, rust en durf om te reflecteren, waar gedurende repetities vaak geen tijd voor is.

Gilles: Als we geen kostbare tijd willen verliezen, moeten we het geduld hebben om die nieuwe methodologieën in de praktijk te proberen. Dat geduld staat onder heel veel druk; de klimatologische klok tikt genadeloos verder, urgente, persoonlijke verhalen willen en moeten verteld worden, identiteiten worden herdacht, plaatsen opgeëist, alternatieven gezocht. Dit maakt jonge makers soms verbeten en radicaal. Het maakt dat ze

Lotte: − we − 

Gilles: door instituten al eens misbegrepen worden en weggezet worden als agressief of individualistisch. Dit is vaker het geval voor mensen op bepaalde intersecties.

De verbetenheid van jonge makers om zo snel mogelijk werk te maken dat hun eigen is, wordt op de spits gedreven door de nooit stoppende productietrein. Naast de grote nood om verhalen te vertellen die relevant zijn voor de wereld, ligt de urgentie om zo veel mogelijk te produceren, om zelf relevant te blijven in het veld. Twee eigen producties per jaar voor een maker-speler, en negen voor een scenograaf zijn geen uitzondering. Als al deze producties pertinent, persoonlijk en snel af moeten zijn, is geduld hebben niet zo evident.

Die drie dingen samen: zoeken naar ‘veiligere’ methodologieën, persoonlijke urgentie en productielogica maakt dat de slinger die elk proces is, al eens tilt slaat. Are we losing it? 

Samen: Ja.

Gilles: We verliezen de eigenlijke urgentie, repetitietijd, onszelf, elkaar.

Lotte: Maar, wauw, in al die processen zit vooral ook zo veel hoop. Want we zijn het aan het proberen, elke keer opnieuw. Elk proces is een nieuwe wereld om samen te bouwen en vast te houden, elke keer weer de mogelijkheid om het anders te doen. Maar dan moeten we het ook mogen proberen, en dan moeten we ook tijd krijgen om het niet te doen lukken, elkaar het falen te gunnen. 

Iemand zei deze zomer dat alleen verbeelding ons kan redden. Alleen gedurfd geduld kan de verbeelding redden: de durf om nieuwe dingen te proberen, de tijd om ze uit te denken, met zorg voor elkaar. Gelukkig is geduld iets wat je kan oefenen.

Instituten met geld, ruimte en expertise: oefen je geduld met jonge makers. Luister naar waarom iemand niet of net wel op bizarre uren wil repeteren, wat iemands voornaamwoorden zijn, waarom iemand iets niet wil vertellen − ook als je eerste reactie is: “We hebben hier geen tijd voor.” Neem het risico tijd te verliezen. Jonge mensen hebben al jaren geduldig naar de analyses geluisterd. Luister naar de praktijk.

En als jonge makers, laten we vooral geduld oefenen met elkaar − want daar valt nog van alles te winnen.

We verliezen talent − het naar waarde schatten van artistiek en niet-artistiek werk

Gilles: Misschien dat je ondertussen denkt, wie zijn die twee, om deze analyse te maken? Staan ze niet te ver van de vloer? Goede vraag, en één die we de afgelopen zomer vaak kregen. Ze ligt in de lijn van veel recensies, of opiniestukken over de bredere sector, waar licht, geluid, kostuums en alle bijhorende ateliers al eens worden vergeten. Ze ligt in de lijn van repetitieprocessen waar de ondersteunende rollen al eens worden vergeten.

Daarom vragen we nogmaals aan jonge makers, laat ons geduld oefenen met iedereen betrokken in het proces, met alle rollen, niet alleen degene die op de vloer staan. Zoals Mira Bryssinck opmerkte in haar vorige State is de doorgeslagen productielogica het eerst voelbaar bij de mensen die het minst zichtbaar werk doen. We moeten niet doen alsof deze analyse enkel geldt voor onze sector, maar om het toch over de onze te hebben: techniekers, productieleiders, scenografen, kostuumontwerpers, dramaturgen… werken op steeds meer processen voor steeds minder uren. Onze tijd wordt opgedeeld en onze kennis gespecificeerd: de lichttechnicus komt enkel het lichtplan uitvoeren, de schrijver enkel de

tekst afgeven. Als we tijd willen maken voor nieuwe methodologieën en veiligere ruimtes, moeten die ook gelden voor de ondersteunende posities. Dat kan alleen als hun − onze − kennis wordt meegenomen in hoe die ruimtes eruitzien. Ook als dat impact heeft op het artistieke eindresultaat.

In juni legde de technische ploeg van de Comédie in Genève, een paar dagen voor de première, het werk neer na een reeks incidenten van grensoverschrijdend gedrag door regisseur Krystian Lupa. De technische ploeg kreeg heel wat kritiek over zich heen omdat zij degene waren die de stekker eruit trokken. De vraag rees of dit geen artistieke beslissing had moeten zijn.

Door de vraag te stellen haal je in één klap alle meningen van de technische ploeg onderuit. Waar is hun recht om te stoppen als het niet meer gaat, zij zijn toch ook deel van het artistiek proces? Wat is het belang van ondersteunend werk? Ook zij − wij − gaan het liefst van al voor een goede première en fijne reacties, ook wij willen spelen op bekende festivals en prestigieuze podia.

Lotte: Are we losing it? 

Samen: Ja.

Lotte: In tijden waar binariteit steeds meer in vraag wordt gesteld moeten we ons durven afvragen wat de oppositie artistiek en niet-artistiek werk betekent, welke macht ze aan wie geeft, welke soort kennis ze waar situeert en waarom ze nog bestaat.

Hier komt onze vraag naar geduld terug. Nieuwe makers, heb geduld om iedereen op een gedegen manier bij je proces te betrekken. Durf jezelf de vraag te stellen: wie doet welk soort van werk, en wat betekent dat voor je proces?

Het is niet erg als je geen antwoorden vindt, of dit eerst voor meer spanning in de repetitieploeg lijkt te zorgen. We hebben net aan iedereen met productionele of institutionele macht gevraagd om geduld te oefenen met jullie processen.

Op die manier kunnen we samen vermijden dat we nog iets verliezen: bekwame mensen in ondersteunende posities.

Laten we als nieuwe makers een voorbeeldfunctie innemen tegenover grotere instituten en organisaties. Als wij bij onze nieuwe methodologieën de vraag durven stellen wat waardevol werk is, en hoe dat werkbaar is, kunnen zij volgen. Takenpakketten in de kunstensector hoeven geen flou artistique te hebben: duidelijke taken en afgebakende uren helpen iedereen verder, zowel in processen als bij organisaties.

We verliezen geloofwaardigheid

Gilles: Dit pleidooi voor geduld kan ook gevaarlijk zijn. Het is een privilege om geduld te hebben, om de urgentie tot verandering niet te voelen. Daarom vragen we aan gevestigde productiehuizen, gezelschappen, speelplekken en festivals: heb het geduld om de verandering mee te faciliteren, ook als de weg ernaartoe niet over glad ijs gaat.

Daarbovenop heeft ons pleidooi een grote uitdager: de klimaatcatastrofe. Daar is het geduld al lang op, voor ons allemaal.

We zijn als sector niet alleen tijd aan het verliezen maar ook onze eigen geloofwaardigheid.

Dertien jaar geleden gaf Benjamin Verdonck al een State of the Union over hoe de sector zou kunnen verduurzamen.

En nu zou je hopen dat zijn banale adviezen van toen achterhaald zouden zijn, maar het tegendeel is waar. Alternatieven als een algemene decorstock, de productiehoeveelheid verminderen en recycleren, zijn achteloos achtergebleven of bewust vergeten om artistieke autonomie niet in de weg te staan. Ook hier lijkt de opdeling artistiek-niet artistiek, niet duurzaam.

Om één idee van dertien jaar geleden te recycleren: kunnen we met die collectieve materialenbank beginnen, waar we net als in een bibliotheek decors, props, kostuums en technisch materiaal kunnen uitlenen? Kleinere initiatieven zoals ‘In Limbo’, van Toestand hier in Brussel tonen dat dit kan. Dit is een oproep naar iedereen in ondersteunende rollen: kunnen we de tijd, middelen en het geduld (want shit, dat wordt veel stockeren) vinden om die materialenbank op te starten?

Zowel de roep naar veiligere omgevingen als de ecologische ramp vragen ons om onszelf te begrenzen, en de poëzie daarbinnen te vinden. Als we onze geloofwaardigheid als sector die wil instaan voor het alternatief, niet willen verliezen, moeten we durven samenwerken over verschillende posities heen.

Hiervoor gaan we een methodologie moeten vinden, één van restricties, met heldere afspraken.

Gelukkig, zoals daarjuist al gezegd, zijn er al veel nieuwe makers dit soort van methodologieën aan het zoeken, en wordt de poëzie volop gevonden.

Lotte: Laat ons dit seizoen niet te veel tijd verliezen met de analyse, maar vooral proberen zo veel mogelijk te doen, geduldig te zoeken en te maken binnen de restricties die we samen bepalen. Are we losing it? 

Samen: Ja.

Lotte: Maar we zijn vooral ook aan het zoeken hoe we alles samen kunnen blijven vasthouden. Dicht bij elkaar. Want, zoals in maart hier weerklonk op de viering van Rint, een moment dat in al haar durf, urgentie en zorg misschien eigenlijk al de State of the Youth was: niets bestaat wat niet iets anders aanraakt.

 

Met dank aan: Milan Van Bortel, Vincent Focquet, Dounia Mahammed, Zindzi Tillot-Owusu, Ella Eyckmans, Cindy Godefroi, Ellis Meeusen, de gezelschappen en organisaties waar we onszelf mochten zijn en langzaam mochten groeien en zoeken (jullie weten wie jullie zijn).

Met Anton, Nathan en Rint, en iedereen die hen liefheeft, nooit ver weg in gedachten.

© Nisran Azouaghe

Tags: , ,