het Theater Festival

Piet Van Dycke: ‘Choreografie is voor mij een manier om meer te kunnen doen dan enkel een trucje opvoeren’

zo 10 sep 2023

In EXIT brengt Piet Van Dycke een duizelingwekkende choreografie met vier circusartiesten, een rondtollende muur en openslaande deuren. De bewegingen komen uit de circuswereld, maar het geheel brengt een gechoreografeerd verhaal. ‘Hoewel dans zeer fijn was, vond ik het soms té braaf. Ik miste de risico’s, de spanning met objecten en met andere dansers.’

Elie Agniel

© Jona Harnischmacher

Piet Van Dycke heeft het onvoorstelbaar druk. Hij is artistiek leider van het dans- en circusgezelschap Circumstances en medeoprichter van collectief dOFt, dat zoekt naar voorstellingen tussen dans en theater in. Daarnaast regisseert hij natuurlijk zijn eigen voorstellingen, maar hij coacht ook die van andere makers. Op de dag voor ik hem spreek, had hij nog een try-out van zijn nieuwe productie GLORIOUS BODIES en twee dagen later vertrekt hij alweer een week op residentie. ‘Mijn leven vandaag voelt een beetje als de EXIT-voorstelling’, geeft hij toe. ‘Alles moet blijven doorgaan. Er is geen deur die sluit. Deze weken zijn echt pittig. Er waren veel dagen van 7 uur in de ochtend tot 2 uur in de nacht.’ 

Voor we beginnen aan het interview − de nacht voordien door hem bevestigd − is hij nog net de voegen van de speelvloer aan het tapen. Het karakteriseert zijn enorme bescheidenheid, zijn scherpe geest en zijn zin in collectiviteit die in het interview alleen maar bevestigd zullen worden. ‘Soms moet ik eens dweilen, maar dat hoort er allemaal bij.’

Waar komt je fascinatie vandaan om zowel circus als dans te vermengen? 

Piet Van Dycke: ‘Van mijn zesde tot mijn zeventiende was ik zeer intens bezig met circus in Circusatelier Salto in Tienen. Ik had ook echt een grote liefde voor alle disciplines: van jongleren en evenwicht tot lucht- en partneracrobatie. Daar moesten we altijd voorstellinkjes maken die dan een paar trucjes combineerden. Hoe ouder we werden, hoe meer voorstellingen we mochten maken. Hoewel het zeer fijn was om te zoeken naar wat we met de taal van de circuswereld konden maken, vond ik het altijd jammer dat we naar die trucjes toe moesten werken.

Ik deed mee aan een auditie voor de voorstelling ‘dUb’ van fABULEUS. Daar ontdekte ik dat dans veel boeiender was dan het beeld dat ik ervan had. Ik kende dans enkel van de commerciële televisieprogramma’s, met de klassieke ‘5, 6, 7, 8’, en iedereen tegelijk. Maar Karolien Verlinden (de choreografe van dUb, n.v.d.r.) leerde me de wereld van bewegingen kennen. Plots deed ik mee aan audities van hogescholen, waar ik voor de eerste keer ook ballet moest dansen. Uiteindelijk studeerde ik twee jaar modern danstheater in Tilburg, en haalde er tegelijk een bachelor choreografie.

Hoewel dans zeer fijn was, vond ik het soms té braaf. Ik miste de risico’s, de spanning met objecten en met andere dansers. In de opleiding choreografie moesten we ook altijd met dansstudenten werken, waar ik merkte dat ik het zeer moeilijk vond om hen over de lijn te trekken om zichzelf uit te dagen. Ik kreeg mijn ervaring uit mijn circusverleden niet overgebracht. 

Na mijn opleiding besloot ik dan ook om als choreograaf te werken met geschoolde circusartiesten. Zij zijn het veel meer gewoon om alles uit te dagen: de tijd, de ruimte, evenwicht en zwaartekracht, maar zeker ook hun eigen lichamen. 

Choreografie is voor mij uiteindelijk een manier om meer te kunnen doen dan enkel een trucje opvoeren. Circumstances is een combinatie van circus en dans, omdat circus me de taal geeft die ik nodig heb om mijn verhaal te vertellen.’

Hoe werk je als choreograaf met je artiesten?

‘Ik ben geen choreograaf die exact zegt wat een performer moet doen. Een voorstelling voelt het natuurlijkst aan als de artiesten vanuit zichzelf vertrekken. Ik geef eerder injecties, motieven, inspiraties of werk met maakopdrachten. Soms bereid ik een installatie voor, of stel ik spelmogelijkheden voor. 

Een voorstelling maken is ook altijd in samenspraak. Als een regisseur of een choreograaf me iets vertelt, weet ik dat iets van aan de buitenkant zus of zo voelt. Maar ik probeer ook altijd af te toetsen of de artiesten dat ook zo aanvoelen. Zo zijn er bepaalde scènes waarbij de artiesten opmerken dat ze het publiek of elkaar kwijtraken, en dat ik achteraf pas besef dat ze daarin echt gelijk hebben. Maar als maker heb je een soort idioom, een ideaalbeeld van een spanningsboog, bijvoorbeeld. Die dialoog is dus zeer belangrijk. Als ik heel koppig zou zijn, zou ik de voorstelling geen kans geven om te groeien. Zij moeten het uiteindelijk spelen en ervaren wat het gevoel is. Ik ben ook bij bijna elke voorstelling, het groepsgevoel behouden vind ik heel belangrijk.’

Hoe is EXIT ontstaan? 

‘Daar ben ik met een vooronderzoek begonnen. We begonnen niet bij de installatie zelf, maar onderzochten wel hoeveel deuren we nodig hadden, op welke hoogte en locatie die moesten staan. Dat verliep allemaal heel ongedwongen. 

EXIT was oorspronkelijk bedacht als een duet, maar ik kwam er tijdens dat vooronderzoek al snel achter dat de voorstelling met vier gespeeld moest worden. De installatie zelf bleek ook veel meer te kosten dan gepland. Om met dezelfde middelen te werken, hebben we als een sneltrein gerepeteerd. Gelukkig is dat dankzij heel hard werken en een stevige voorbereiding goed gelukt. Ook hadden we het geluk dat we op Oerol (een Nederlands theaterfestival, n.v.d.r.) na de première meteen twaalf keer konden optreden, dus we waren meteen ingewerkt.

Een voorstelling groeit gelukkig ook nog altijd tijdens het touren. Als die veel speelt, blijft het zich vormen. 

Af en toe besef ik dat deze voorstelling een jaar geleden nog maar een idee was op een blad papier. Soms heb je een idee van hoe een project zal landen, maar uiteindelijk verandert dat toch altijd onderweg. Ik dacht eerst dat EXIT iets dramatisch zou worden, maar de artiesten hebben er een heel leuke speelsheid in gevonden. 

Ik ben ook zeer trots op de vier gasten die EXIT spelen. We begonnen samen te werken toen ze pas afgestudeerd waren, en ze zijn enorm gegroeid als mens, als performer en als artiest doorheen het hele proces, zowel in de creatie als in het spelen. Als maker kun je wel een voorstelling bedenken, maar je blijft afhankelijk van hoe die gedragen wordt, hoe die gespeeld wordt, en met hoeveel belang en aandacht die gebracht wordt. Telkens weer halen deze gasten alles uit elkaar om een nieuwe “beste” versie te brengen. Hoe zij dat voor zo’n lange tijd trekken, vind ik echt indrukwekkend.’

Hoe was jullie samenwerking met de muzikant Bastian Benjamin (Bastiaan Van Vuren)? 

‘De muziek is een van de moeilijkste processen. Soms moeilijker dan wat we daarnaast doen. Ik maak altijd eerst de scènes en gebruik inspiratietracks die ik zelf edit, zodat alles meteen al in de juiste sfeer zit. Die inspiratietracks gebruikt de componist dan om de uiteindelijke muziek te maken. Bij woordeloos werk als EXIT moet dat echt een rollercoaster zijn: daar moet de muziek het gevoel geven aan het publiek dat het echt voortgestuwd wordt. 

Tegelijkertijd is de muziek ook cruciaal voor de artiesten. Als toeschouwer zie je het werk als een totaalbeeld, maar voor EXIT hebben we lange mails verstuurd waarin per seconde beschreven staat wanneer we een beat of een bepaald geluid nodig hebben. Als de artiesten een beat te laat spelen, kan alles fout gaan. De muziek is dus enorm precair. Niet alleen qua sfeerbepaling, maar ook qua veiligheid.’

EXIT speelt zowel binnen als buiten. Heb je het gevoel dat de sfeer heel anders is op locatievoorstellingen?

‘Locatietheater is echt rock-‘n-roll. Voor EXIT hebben we twee versies gemaakt. De voorstelling in het theater is zelfs tien minuten langer dan die voor buiten. In de buitenwereld ben je namelijk veel sneller overprikkeld.

Maar dat is net zo mooi aan een theaterzaal, daar kun je veel beter inzoomen, sferen creëren, met licht spelen. In een theater heerst een extra poëzie. We kiezen er wel telkens bewust voor om niet met de doeken en coulissen te spelen: we proberen het theater als een soort locatie te benaderen. In elke zaal wordt EXIT dus in een andere versie gerecreëerd. Door het stuk aan te passen aan de locatie zorgen we ervoor dat de voorstelling niet enkel een wereld maakt op het podium, maar betrekken we de grotere wereld.’

De dag na het interview moet Piet al om acht uur terug in de zaal staan. Hij wil nog een paar uur met de artiesten het stuk doorlopen en vooral het begin nog uitpluizen, waarin de interactie met de theaterzaal als ruimte het grootst is. De KVS BOX heeft bijvoorbeeld een paar leuke in- en uitgangen die ze kunnen gebruiken, waaronder zeer symmetrische deuren achteraan op de scène. En zo tolt zijn leven verder. Zijn voorstelling heet dan wel EXIT, maar zijn spectaculaire entree in het podiumkunstenveld heeft hij al lang gemaakt.

© Jona Harnischmacher

Tags: , , ,