het Theater Festival

Yinka Kuitenbrouwer over Honderd Huizen

do 01 sep 2016

Honderd huisjes, honderd kruisjes

Ieder huisje heeft zijn kruisje. Yinka Kuitenbrouwer ging de voorbije jaren op zoek naar de essentie achter dat aloude adagium. Ze ging op de koffie bij honderd mensen en sprak met hen over huizen en thuizen. Het resultaat is de intimistische voorstelling Honderd- Huizen, die vorige week op het Edinburgh Fringe Festival in de prijzen viel en vanavond en morgen op Circuit X te zien is. Wij dachten zo: honderd huisjes, dat zijn honderd kruisjes. Reporters Daan en Arno trokken naar Gent, alwaar Yinka woont. Op zoek naar essenties en die honderd kruisjes. – Daan Borloo en Arno Boey

(c) Yuri van der Hoeven

(c) Yuri van der Hoeven

Yinka’s huis ligt aan een rustig pleintje in de Brugse Poort, een voormalige arbeiderswijk in Gent. Het dorpse karakter van de buurt is opmerkelijk. Het straalt een rust uit die je zou verwachten in pakweg Stuivekenskerke. Het plaatje vervolledigend treffen we Yinka op de stoep aan, terwijl ze haar wasgoed ophangt. We zetten ons buiten in de zon. Achteloos rijdt een enkele auto voorbij, gelaten lachen kinderen hun laatste vakantiedagen weg. Een sfeerbegin wordt ons op een dienstblaadje aangereikt.

Yinka, hoe ben je hier, in de Brugse Poort, terechtgekomen?

Ik kwam zeven jaar geleden in Gent studeren aan de drama- opleiding van het KASK. Na mijn studie besloot ik in Gent te blijven. Ik kende de mensen die in dit huis woonden al en vond het een heel fijne plek. Toen ik hoorde dat zij iets anders gekocht hadden, vroeg ik hen of ik erin mocht komen wonen. Het verschil met het centrum van de stad is voelbaar. Bij mooi weer zitten de mensen gewoon buiten. Het is hier niet groot en alle culturen wonen door elkaar.

Heeft deze buurt je mee aangezet tot het maken van je voorstelling?

Deels wel. In de periode dat ik naar hier ben verhuisd, heb ik ook besloten om permanent in België te blijven en dus niet naar Nederland terug te keren. Dat maakte me ergens wel benieuwd: wat is dat, ergens thuis zijn? Ik kwam hier in een ander huis terecht, met buren van allemaal verschillende culturen. Mijn eigen zoek- tocht naar wat een thuis betekent, was ook het vertrekpunt voor HonderdHuizen.

Wat vond je in België dat je in Nederland niet vond?

Ik heb heel mijn leven in Amsterdam gewoond, op dezelfde plek, op een automatische manier. Je kent alles, je denkt er niet bij na. In Gent moest ik de weg zoeken op de kaart. Na een tijdje heb je een zekere zelfstandigheid verworven en dan heb je de kaart niet meer nodig. Daardoor voelde Gent meer van mij, ik heb het zelf moeten leren kennen. En praktisch: als ik terug zou gaan naar Nederland, zou ik niet weten waar ik zou moeten aankloppen om theater te maken.

(c) Yuri van der Hoeven

(c) Yuri van der Hoeven

Heb je, tijdens het maakproces van HonderdHuizen, of erna, een antwoord kunnen formuleren op de vraag wat het betekent om ‘ergens thuis zijn’?

Er is een soort antwoord. Ik heb honderd mensen geïnterviewd en door dat grote aantal komt er wel een soort van algemeen gemiddelde. Iedereen heeft nood aan andere dingen, maar wat vaak terugkomt: iedereen heeft contact nodig, iedereen wil ergens ingebed zijn. Iemand die van een ander land komt, kan zich pas thuis voelen als hij geaccepteerd wordt, onderdeel is van de wijk en mensen heeft waar hij naartoe kan buitenshuis. Misschien daarom ook dat ik me hier meer thuis voel, ik voel hier een grotere inbedding.

Je ging bij honderd mensen op bezoek, hoe ben je bij hen terechtgekomen?

Ik ben begonnen met in mijn eigen omgeving mensen te interviewen. Na een tijdje begon het project te leven en gingen mensen me linken aan hun kennissen. Ik heb ook verscheidene organisaties gecontacteerd, ben onder andere vrijwilliger geworden bij de nachtopvang voor daklozen en een praatgroep voor Turkse vrouwen. Zo vond ik mensen die minder bereikbaar zijn. Ik blijf ook mensen bezoeken, waardoor de voorstelling steeds een beetje ‘onder constructie’ staat. Binnenkort speel ik in Dilbeek, daar wil ik ook mensen bezoeken. Het blijft leven.

 

“Mensen die mij nog nooit hadden gezien vertelde me plots hun diepste geheim”

 

Hoe verliepen die ontmoetingen?

Ze waren vaak heel intiem. Je komt terecht in iemands persoonlijke omgeving, op zich is dat al een grote stap. Toch zetten mensen hun huis voor je open. Dat heeft me wel verrast. Mensen die me nog nooit hadden gezien, vertelden me plots hun geheimen die ze nog nooit verteld hadden. Het wordt later op de dag, de zon begint stilaan onze kelen uit te drogen, het wordt stil, we keren even in onszelf, vervallen in mijmeringen. Zoals het hoort, op een stoep waar was hangt te drogen en we ons even ver in de tijd wanen. Wat zouden wij vertellen als Yinka bij ons op bezoek zou komen? Kunnen wij dat vreemde begrip ‘thuis’ duiden? Zijn wij, eeuwige reizigers, niet allemaal op zoek naar een huis? Op het moment dat we licht melancholisch dreigen te worden, tingelt Yinka’s iPhone.
We worden genadeloos weer in het heden gesleurd. Yinka Kuitenbrouwer is net terug van Edinburgh, waar ze met Big in Belgium op het Fringe Festival speelde. Ze viel maar liefst twee keer in de prijzen. Het gaat hard voor Yinka.

Hoe was het in Edinburgh?

Tof en vermoeiend, maar vooral ook heel bizar. Het Fringe Festival in Edinburgh is van een totaal andere schaal dan je je kan inbeelden. Ik had op voorhand nochtans geprobeerd mij er iets bij voor te stellen. Ik dacht: het is Theater Aan Zee, maar dan een maand lang. In werkelijkheid is het Theater Aan Zee, een maand lang en dan nog eens maal honderd, verspreid over heel de stad. Er gebeurt veel op straat. Doordat er geen selectie is, staan er extreem slechte voorstellingen naast extreem goede producties. Overal hangen posters, vechtend om publiek te genereren. Het is ook heel schreeuwerig allemaal. Daarin opvallen is best lastig, als kleine naam. In het begin had ik daar wel moeite mee. Je wil dat mensen voor jouw voorstelling kiezen uit interesse, niet omdat je staat te bedelen.

 

“In Edinburgh gingen de toeschouwers zitten en waren ze meteen mee.”

 

Even tussendoor, Ans Van den Eede publiceerde in het kader van een Vlaamse-Nederlandse samenwerking op Theater Aan Zee een opiniestuk over pitchen (op pagina 8-9 in deze krant te lezen). Hoe sta jij daartegenover?
Ik vind pitchen ook heel vermoeiend. Ik vind het spijtig dat de Roel Verniers Prijs op het Theaterfestival nu ook een pitch is geworden. Pitchen is iets heel Nederlands, het is jammer dat we daar nu ook in meegaan. Ik snap wel dat er een zekere zakelijkheid en zelfredzaamheid aan theater maken zit. Zeker in de huidige tijd moet je jezelf kunnen verkopen. Maar eerlijk? Op deze manier geef je jonge makers een kans en tegelijk zet je ze tegen elkaar op. En wie wint dan: een project dat ondersteund dient te worden, of een project dat succesvol kan worden? Het is appelen met peren vergelijken.

Hoe was de reactie op Honderd Huizen in Edinburgh?

Heel goed. Er is best een verschil met het Vlaamse publiek. Kijk, op het Fringe staan er dus best wat slechte dingen, maar wanneer mensen vooraf horen dat iets goed was, gaan ze zitten en accepteren ze de vorm, stellen ze die niet meer in vraag. HonderdHuizen is best eentonig, en hier in Vlaanderen heb ik al gemerkt dat sommige mensen de eerste vijf minuten de kat wat uit de boom kijken, afwachtend zijn. Uiteindelijk draaien ze de knop wel om. In Edinburgh gingen de toeschouwers zitten en waren ze meteen mee. Een paar mensen reageerden heel emotioneel en moesten hard huilen. Vlamingen zijn wat kritischer.

(c) Yuri van den Hoeven

(c) Yuri van den Hoeven

Vanwaar die emotionele reactie?

In Edinburgh is er een heel internationaal publiek, dus de herkenning is groter. De voorstelling werd persoonlijk geïnterpreteerd, mensen vonden zichzelf terug in het zoeken naar een huis en een thuis. In Vlaanderen gaan de discussies vaker over de Belgische multiculturele samenleving en wat wij daarvan vinden. Het wordt politieker. Ik ben benieuwd hoe het op het Theater- Festival gaat zijn. Misschien verwacht ik wel dat iedereen zal huilen en blijkt dat ze me allemaal heel streng aankijken (lacht).

Je bent opgenomen in Circuit X, maakt deel uit van de Big in Belgium-delegatie, won twee prijzen in Edinburgh, je speelt komend seizoen nog een twintigtal keer. Hoe ervaar jij het succes van je voorstelling?

Het blijft absurd. HonderdHuizen is vanuit iets heel kleins ontstaan, vanuit mijn eigen fascinatie. Ik had daar geen ondersteuning in, ben het gewoon beginnen maken. Het slaat aan omdat het zo persoonlijk is, denk ik. Het is direct en oprecht. Ik denk dat mensen dat wel prettig vinden, dat het zo simpel en intiem is. En het speelt redelijk direct in op de actualiteit, de vluchtelingen- problematiek, hoewel dat nooit echt de bedoeling was.

Je hebt op het podium de interviews met de honderd mensen verzameld in een fichebak. Zonder helemaal in je kaarten te laten kijken, wil je toch al een van de verhalen meedelen?

In mijn zoekproces heb ik ook brieven gestuurd naar alle mensen die in België op de Boerderijstraat 1 wonen. Dat blijken er tien te zijn. Ik vertelde hen dat ik ook op de Boerderijstraat 1 woonde en of ik op bezoek mocht komen bij hen. Ik heb één antwoord gekregen, van Hubert en Linda uit Wakken bij Dentergem. Ik kon best ’s ochtends rond negen uur komen, dan hadden ze net de varkens gevoederd. Ze zaten klaar met Senseo- koffie. Hubert was in de boerderij geboren, had nooit ergens anders gewoond. Zij konden zich niet voorstellen dat iemand in de stad zou willen wonen. Zonder tuin, zonder buren die je begroeten. Ze zijn blij in hun Boerderijstraat, ze hebben goede buren en contacten en kunnen af en toe ook eens goed feesten.

Met Hubert en Linda indachtig, trekken wij weer verder, terug naar Antwerpen. Eeuwig onderweg. Binnenkort speelt Yinka in Dilbeek. Een gemeente die haar burgers geruststelt met de leuze ‘Waar Vlamingen thuis zijn’. En daar start het mijmeren weer. Kan het zo simpel zijn? Zeggen dat je je thuis voelt als enige voorwaarde om het daadwerkelijk te zijn? Voelen de mensen in Dilbeek zich meer thuis dan elders? Binnenkort toch eens aan Yinka vragen.

Tags: , , ,