het Theater Festival

Het wonderlijke universum van Dounia Mahammed

za 02 sep 2017

 

‘Fragiel’, ‘onschuldig’, ‘de blik van een kind’: dat Dounia Mahammed zich kwetsbaar durft op te stellen op scène is een understatement. Maar wie achter haar kinderlijke poëzie slechts een breekbaar meisje ziet, heeft het mis: we spreken een zelfbewuste vrouw die alles intens beleeft, of dat nu potten bakken of thee drinken is.

Eline Van Lancker

Vanavond sta je na een korte radiostilte met Salut Copain in de Beursschouwburg, in het kader van Circuit X. Zie je het zitten?
Zeker! Al ben ik de laatste tijd vooral met mijn nieuwe voor­stelling bezig geweest, dus het was wel even omschakelen. Donderdag was ik samen met Hannes Dereere (ook te zien in Mining Stories, red.) nog volop bezig met de ondertiteling. Geen gemakkelijke opgave. Door de vele woordspelingen voelde dat soms echt als raadseltjes oplossen. Ik ben dus erg benieuwd hoe internationale bezoekers de voorstelling zullen ervaren.

De inspiratie voor Salut Copain vond je vooral bij de Russische schrijver Daniil Charms. Via zijn absurde verhalen trachtte hij grip te krijgen op de realiteit. Geldt dat ook voor jou?
Absurditeit is een manier om bezorgdheden over hoe we leven en samenleven aan te kaarten. Salut Copain geeft een inkijk in de associatieve denkwereld van een warrig iemand die op een onlogische, kinderlijke manier toch een eigen logica vindt. Met die fragmentarische aanpak wil ik gangbare betekenissen in de maatschappij ontwrichten, zonder expliciet een waarheid te poneren. Dat laatste komt immers al snel belerend over. Dus heb ik liever dat mensen er zelf iets in ontdekken.

Sta je dan vooral als jezelf op de scène, of is er toch sprake van een personage?
Er is wel een personage dat afwijkt van mezelf, onder andere in de lichaamstaal die ik ontwikkelde. Maar de tekst is wel een puzzel van gedachten en ervaringen uit mijn eigen leven. Die kwam op een heel organische manier tot stand. Zo slaat de ‘Copain’ uit de titel op een man uit mijn dorp Hoeilaart. Hij sprak iedereen altijd aan met copain en werd zo voor mij het symbool van iemand die onbekenden zijn vriend noemt. Ook de snelheid die ik ervaar in het dagelijkse van vandaag wordt weerspiegeld in het stuk, onder meer in het springerige en flitsende ritme van de voorstelling.

Je koos ervoor een monoloog te brengen, zonder medespelers. Waarom?
Het was mijn eindwerk, dus ik vond het wel belangrijk dicht bij mezelf te blijven en een eigen taal te ontwikkelen. Ondertussen ervaar ik wel een groot verlangen om met anderen samen te werken. Ik wil niet alleen op een eilandje belanden. Alleen werken kan soms heel intens worden. Er ligt veel verantwoordelijk bij jezelf. Bovendien heb ik een ontzettend hoog werktempo. Bij mijn nieuwe voorstelling leek het me dus wel inspirerend om met anderen in dialoog te gaan. Zo speel ik in duo met Alan Van Rompuy, die piano speelt. Verder vroeg ik vaak advies aan Jan Van Damme, een kunstenaar die zich verdiept in theerituelen. Net als bij keramiek leerde dat me enorm veel over het leven en theater.

Thee en keramiek, die link moet je toch even moeten verklaren.
In beide gevallen gaat het om een veel tragere vorm van concentratie dan bij het vluchtige van een voorstelling. Ik verplaats mij veel en er zijn voortdurend prikkels die op mij afkomen, maar zo vind ik rust. Zeker bij keramiek geniet ik ervan om iets met mijn handen te doen en ergens naartoe te werken dat tastbaar is. Soms blijf ik een hele dag in het atelier zitten. Tegelijk gaat het bij keramiek om een zoektocht die heel vergelijkbaar is met het maakproces van een voorstelling. Er zijn immers vele soorten klei. Elke klei heeft een ander ritme, een andere textuur en zelfs een eigen wil. Zo gaat het ook bij theater; meestal wijst het materiaal zichzelf uit. Bijvoorbeeld: op voorhand had ik niet beslist om in mijn nieuwe voorstelling met piano te werken.

Hoe loopt het ondertussen met W a t e r w a s w a s s e r? Je première, die op Theater Aan Zee was gepland, werd helaas afgelast.
Een paar weken voor de première kreeg ik te horen dat ik vrij dringend een kleine operatie moest ondergaan. Niets erg, maar door de hersteltijd moesten we wel het repetitieproces onder­breken. Aangezien we al zo dichtbij de voorstelling waren, leek met me geen goed idee te forceren. We zitten nu in de afwerkfase. Binnen twee weken is de première op Love At First Sight. Ik heb het mezelf niet al te gemakkelijk gemaakt. De scenografie is behoorlijk complex en de voorstelling is qua taal nog abstracter dan Salut Copain. Ik werk deze keer ook met meerdere talen door elkaar.

Een bewuste keuze in het kader van je Algerijnse roots?
Dat is niet per se een onderwerp waar ik sterk op wil inzoomen. Maar het is wel een vanzelfsprekend deel van mijn identiteit dat ook niet achterwege moet blijven.

Heb je nog verdere toekomstplannen?
Ik wil proberen meer vat te krijgen op de indeling van mijn tijd. Mijn opa vaker bezoeken, bijvoorbeeld. En schrijven, misschien aan teksten die zich niet in een voorstelling hoeven te vertalen. Ook sociaal-artistiek werk wil ik verder verkennen. Mijn ervaringen daarmee bij Villa Voortman (een psychiatrisch centrum in Gent, red.) waren erg waardvol. Bovenal wil ik groeien als mens, met mijn werk als een reflectie daarvan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Tags: , , ,