het Theater Festival

‘We nemen elkaar mee met het touw ’

do 30 aug 2018

Sommige huizen zijn nooit gesloten. De poort van Ultima Vez staat wagenwijd open in de Zwarte Vijversstraat. Het is een vrijblijvende uitnodiging voor wie passeert, een uitgestoken hand die al dan niet vastgenomen kan worden. Dit eenvoudige gebaar gebruikt Seppe Baeyens in zijn voorstelling INVITED om samen met het publiek de ruimte te delen. Met dans als taal wil hij in een uur tijd een gemeenschap creëren. Ik aarzel niet. Laat me meenemen. Ga naar binnen. 

Lotte Ogiers

 

Seppe Baeyens

 

Een uitnodiging krijgen is altijd fijn. Je voelt je aangesproken, betrokken met de anderen die aanwezig zijn. ‘Dat samenzijn is speciaal. Dat wou ik in INVITED onderzoeken,’ zegt Seppe Baeyens zelf. ‘Het is een oefening. En opdrachten of een eenvoudig spel zoals zakdoek leggen, kunnen een hulpmiddel zijn om dat gevoel te installeren.’ Toen Seppe enkele jaren geleden de tentoonstelling One Minute Sculptures van Erwin Wurm bezocht, werd hij zelf uitgedaagd om deel te zijn van het kunstwerk. ‘Bezoekers moesten de houding van een beeld aannemen, anderen keken. Je kreeg een compositie en het publiek werd een kunstwerk. Dat moet in dans toch ook mogelijk zijn, dacht ik toen.’

De choreograaf kijkt even naar zijn zoon die met zijn speelgoedhamer hard op de grond tikt. Ook de jongen weet dat hij met zijn lawaai iets losmaakt. Aandacht vraagt. Misschien zelfs deelneemt aan het gesprek. Iedereen kan iets teweeg­brengen. Iets maken gaat voor de choreograaf meer over de tijd die samen doorgebracht wordt, dan over de achtergrond die zijn spelers hebben. Want zo noemt hij iedereen die meedoet aan de voorstelling. Een jongen van twaalf en de buurman van vijfennegentig. U en ik. Elke zaterdagvoormiddag vind je Seppe Baeyens in het Atelier Quartier dat doorgaat bij Ultima Vez en waar hij workshops organiseert voor iedereen die samen wil dansen. Via die ontmoetingen tijdens de wekelijkse ateliers heeft hij zijn cast kunnen samenstellen. Sommigen zouden het sociaal geëngageerd noemen, anderen plakken er de term ‘participatietheater’ op. Seppe Baeyens wil liever niets benoemen. ‘Het is het dansen zelf waar ik uit vertrek. En vooral de vraag hoe ik van hedendaagse dans iets toegankelijks kan maken zonder dat mensen al gaan lopen van de term.’

Zoals vaak is er nooit een pasklaar antwoord. Deze zoektocht wil Baeyens dan ook tijdens zijn  volgende voorstellingen blijven verderzetten. Er is volgens hem zelfs nu al een duidelijke lijn te trekken. ‘In Tornar keek het publiek naar de spelers, in INVITED nemen ze deel. Misschien breng ik mijn volgende voorstelling wel naar het publiek. Vertrek ik vanuit een parade en dans zo de straten door. En iedereen die zin heeft, doet mee.’

De jongen houdt nu zijn vader in de gaten. Het getik van zijn hamer blijft door de kamer galmen. Het klinkt luider dan de vraag of er toch iemand even naar hem kijkt. Die blik, of een hand die uitgestoken wordt, stelt iemand vaak meer aanwezig dan wanneer hij bij naam genoemd wordt. Seppe Baeyens vertrekt van dit principe om zijn publiek in INVITED aan te sporen om deel te nemen. Ze worden niet te kijk gezet. ‘Bij mij is het zo gewoon dat het ongewoon wordt om niet mee te doen.’ Er is niet echt een afstand tussen het publiek en de spelers. In het begin weet je zelfs niet goed wie de spelers zijn en wie het publiek. Aan de hand van enkele interventies komt de voorstelling op gang en loopt ze naar haar einde. Het verloopt organisch. ‘De dramaturgie is als een blokkendoos. Het zijn allemaal elementen die je kan opbouwen en afbouwen via een open structuur.’

Ook de choreograaf speelt zelf elke voorstelling mee. Hij wordt een deel van zijn eigen creatie, wat voor veel regisseurs niet makkelijk zou zijn. Voor Seppe Baeyens is het evident. ‘Het is mijn taal. Een verlengde van wat ik al jaren doe. Het is een drieledig principe: we demonsteren, we begeleiden, we genereren.’ Door deze dramatur­gische keuzes wordt het publiek nog meer betrokken. Het is een voorstelling die samen gemaakt wordt. In het moment. Op de lege scène. Maar als de maker een medespeler wordt, en ruimte laat aan onbekende mensen, gebeuren er soms onverwachte dingen. Als er een groep ontstaat, komen de persoonlijkheden van mensen snel naar boven. ‘Ja, het is al eens gebeurd dat iemand uit het publiek zijn five minutes of fame neemt’, lacht Seppe Baeyens.

 

‘In Tornar keek het publiek naar de spelers, in INVITED nemen ze deel. Misschien breng ik mijn volgende voorstelling wel naar het publiek. Vertrek ik vanuit een parade en dans zo de straten door. En iedereen die zin heeft, doet mee.’

 

En tussen al die mensen hangt het kunstwerk Rope van Ief Spincemaille. Het blauwe koord kleurt de lege ruimte. Er wordt op gezeten, het wordt gedragen, het hangt boven de hoofden. Het is bepalend voor de scenografie. ‘We waren op zoek naar een democratische vorm. In het begin dachten we aan een arena. Iets rondom rond.’ Die zoektocht werd nog uitgebreid. De nood om onbekende mensen samen te laten bewegen was groot. ‘Ze mochten niet gaan zitten.’ Een klassieke opstelling zou niet helpen om het publiek te prikkelen. ‘En toen was Ief daar met zijn blauwe koord. Het touw verbindt en het zorgt ervoor dat het publiek in beweging blijft. Letterlijk ook. We nemen elkaar mee met het touw.’

De beweging is volgens Seppe Baeyens niet alleen fysiek. Door de reacties achteraf merkt hij dat mensen tijd nodig hebben om uit de ervaring te komen. Het podium wordt een plek waar nog nagepraat wordt, en er plaats is voor elke vorm van ontlading. Soms hebben mensen zin om mee op te ruimen. Anderen zoeken de spelers op om hen beter te leren kennen. ‘Als je samen op de scène hebt gestaan, of deel hebt uitgemaakt van een beweging, dan voelt het als een stap. Het is veel minder anoniem.’ Hoewel we liever vanop een afstand kijken naar mensen die we niet kennen,  slaagt INVITED erin om dat op te heffen. En dat doet deugd blijkbaar.

‘Gaat het meisje ons de hele dag blijven volgen?’ vraagt de jongen plots aan zijn vader. Hij eist zijn plek op. Ik zeg dat ik mijn trein moet halen. Door de open poort wandel ik weer naar buiten, naar het station en de sporen die de steden met elkaar verbinden. Ze nemen ons mee. En wij, onbekenden in eenzelfde wagon.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

For security, use of Google's reCAPTCHA service is required which is subject to the Google Privacy Policy and Terms of Use.

Tags: , , , ,