het Theater Festival

Waar ik heen ga – een hypersubjectieve recensie over Underneath Which Rivers Flow

do 12 sep 2019

Iemand moest ons uitnodigen. Ze hebben een andere moedertaal, maar we begrijpen hen uitstekend. Van een bord leest de vrouw die ons welkom heet de constellaties af waarnaar ze ons zal meenemen. We zouden beginnen bij de ontdekking van de zwaartekracht. Vervolgens toont ze ons het gat in de muur waar we doorheen moeten om hun ‘geheime tuin’ te bezoeken. Mijn geliefde, die me op deze ruimtereis vergezelt, waarschuwt me voor het lage plafond en in een stoet van toeschouwers betreden we hun wereld.

Via een houten pad boven de grond wandelen we langs een gesloten kring schoolbanken, een kubusachtig doolhof van polyester gaasdoeken en een metershoge houten Bialetti koffiekan. Het is donker en trage sferische muziek zwelt op in de ruimte. Van waar we zitten, hebben we een goed zicht op dit universum van spaanplaten bouwsels, tropische planten en ronddraaiende voorwerpen. Verschillende wezens bewegen door elkaar, ze bewonen deze nieuwe wereld. Een man wandelt door de ruimte met een kartonnen fiets in de hand. Het achterste spatbord schiet naar voor en blijft steken tussen het wiel en het kader, waardoor het wiel hapert. Op rolschaatsen komt een man met witte vleugels zo dichtbij dat ik hem beter zie dan alle anderen.

Ik denk: dit is geen utopie. Het is een mysterieuze wereld, maar geen plaats die noodzakelijk radicaal anders is dan degene waar we vandaan komen, noch een die zichzelf aanmeet ‘een betere wereld’ te zijn. Het is een op zichzelf staand feit, een volkomen leefbare wereld — een universum met eigen gebruiken, codes en verwantschappen — waar dit volk van planetaire reizigers een warme thuis heeft. Ik wil hen danken voor dit bezoek, zoveel gastvrijheid ontroert me. Daarin is deze wereld wel degelijk utopisch: deze mensen performeren de utopie, ze stellen hem aanwezig in hun gastvrijheid.

Mijn geliefde heeft haar warme hand op mijn arm gelegd. Ze drukt haar hoofd zacht tegen mijn schouder en samen kijken we naar de lichtbron die vanuit de verte naar ons toekomt en de hele ruimte onderdompelt in een donkergele schijn. Ze wijst me een klein huisje aan dat vanuit de lucht neerdaalt. Een meisje van een jaar of twaalf neemt een microfoon in handen. Ze staat achter een dikke rubberen vrachtwagenband die als geluidsbox dient en vertelt dat ze niet meer weet hoe ze hier zijn beland. Daarna neemt ze ons mee naar het begin, zo’n zeventien miljard jaar geleden.

We mogen nu een wandeling maken door het universum. De donkere ondergrond blijkt een vloer te zijn waarop je eenvoudigweg kan staan. Ik voel de herkenbare vastheid van de ondergrond. De vrouw die ons in het begin had uitgenodigd voor de tuin, neem ons in een mensenketting mee naar de Bialetti. Mijn hand ligt in de klamme hand van een vrouw die ik niet ken en in dit donker niet goed kan zien. Via een trap ga ik in deze koffiekan naar het bovenste gedeelte waar ik een uitzicht heb over de wereld. Op die manier raak ik mijn geliefde kwijt. Het volgende moment wandelen we hand in hand langs een ronddraaiend rad met ligstoelen. De engel met witte vleugels biedt me zijn rolschaatsen aan. Dat heb ik nog nooit gedaan, maar hij ondersteunt me en soms trekt hij me vooruit zodat ik val en hij me in zijn armen kan opvangen. Ik zie dat sommigen eten aandragen: kippenbillen, dun brood, couscous… maar daarvoor moet je betalen met echt mensengeld. 

Een jongen heeft zijn kamer in het Klein Kasteeltje, het Brusselse opvangcentrum voor asielzoekers, nagebouwd. Het is een kleine kamer met enkel een bed en kast. Op de wand hangt een foto van de echte kamer, claustrofobisch en aftands. Een andere man heeft een kruispunt met verkeerslichten nagebouwd omdat hij het gevoel heeft dat hij stilstaat. Breekt dit de fantasie? Het was dan toch geen ruimtereis, de hele tijd bevonden we ons middenin de grootstedelijke realiteit. De realiteit bestaat uit dromen, maar ze is geen vlucht naar een ander universum. Maakt dat het net relevanter? Alles is echter dan het is. Maar wat is, kan niet waar zijn, zei Marcuse.

Simon J. Bellens

De hypersubjectieve recensie probeert door te dringen tot de indringende ervaring van een voorstelling. Los van objectiviteit of een richtinggevend oordeel streeft hij een fenomenologie van het toeschouwen na. 

Underneath Which Rivers Flow van Decoratelier Jozef Wouters & Globe Aroma speelt nog tot 14 september speelt in het decoratelier te Molenbeek. 

© Illias Teirlinck

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Tags: , , , ,