“Mitten wir im Leben sind is een ode, neen, een pleidooi voor verstilling en vertraging in een tijd die doldraait op snelle impulsen. Het maakt van deze Rosas-creatie grootse, tijdloze kunst.”
Juryrapport
“Samenwerking tussen choreografe en cellist Queyras zorgt voor vuurwerk bij wereldpremière.”
De Morgen
DEZE VOORSTELLING KAN HELAAS NIET HERNOMEN WORDEN TIJDENS HET THEATERFESTIVAL.
VAN 16 T/M 20 JANUARI 2019 SPEELT ZE IN DESINGEL KUNSTENCAMPUS.
Johann Sebastian Bachs Cellosuites worden beschouwd als een mijlpaal in de Westerse muziekgeschiedenis. Hun ingenieuze architectuur, hun dansante ritmiek en tijdloze schoonheid blijven ons vandaag aanspreken. Anne Teresa De Keersmaekers affiniteit met Bach bleek al uit verschillende eerdere voorstellingen. Ze blijft een choreografische schriftuur nastreven die de essentie van Bachs muziektaal vat. In dit stuk worden de zes suites, uitgevoerd door de wereldbefaamde cellist Jean-Guihen Queyras, bewerkt, bevraagd en gedanst in een choreografie voor drie dansers en twee danseressen waaronder De Keersmaeker. Deze fascinerende symbiose van muziek en dans onthult zowel het wezen van elke suite afzonderlijk als hun onderlinge wisselwerking in de totaliteit van de cyclus.
Uit het juryrapport:
Dé samenwerking van het jaar – noem het gerust een match made in heaven – was die tussen Rosas en de wereldvermaarde cellist Jean-Guihen Queyras. Samen gingen ze aan de slag met de cellosuites van Bach. Voor choreografe Anne Teresa De Keersmaeker is dat niet de eerste keer. Eerder danste ze al met Bach in Toccata, Zeitung en het prachtige Partita 2. De wiskundige structuur van zijn muziek, gekoppeld aan een diepe, spirituele emotionaliteit, loopt als een rode draad door haar oeuvre.
Hoe langer de choreografe voorstellingen maakt, hoe transparanter haar werk lijkt te worden, ontdaan van alle ballast. Alsof ze steeds verder wil graven naar de essentie, naar dat ene moment waarop één noot en één beweging alles zeggen wat gezegd moet worden: het onzegbare zelf. Zoals Bach uit één instrument een maximale gevoelswereld puurt, zo bereikt ze hier met enkel een danser, een cellist, spiralen op een lege vloer en spaarzaam licht een verrassend grote impact.
De Keersmaeker koppelde vier van de zes suites telkens aan een van haar meest getrouwe dansers, die het consistente bewegingspalet elk een andere intensiteit geven en zo de sfeer van de suites bijkleuren. Zeker de ongelooflijke levenslust en energie van Marie Goudot in de derde suite laat een onvergetelijke indruk na. Zelf neemt De Keersmaeker de rol op van ceremoniemeester.
Ook Queyras bewijst zichzelf als een absolute rasmuzikant met een uitzonderlijk gevoel voor timing en opbouw. Verbluffend hoe vol hij die kleine cello laat klinken. Vooral de contemplatieve, melancholische sarabandes, die de kwetsbaarheid van de mens oproepen, stemmen tot diepe ontroering. Op die momenten krijgt de titel het meest betekenis. Mitten wir im Leben sind is een vers uit een middeleeuwse hymne. Volledig luidt het: Midden in het leven zijn we / omgeven door de dood.
Mitten wir im Leben sind is een ode, neen, een pleidooi voor verstilling en vertraging in een tijd die doldraait op snelle impulsen. Het maakt van deze Rosas-creatie grootse, tijdloze kunst.