het Theater Festival

‘Ik vertel mezelf graag de leugen dat het er niet toe doet hoe ik eruitzie’

za 09 sep 2017

 

Het blauwe schijnsel van de computer wordt bijgestaan door het vrolijk bubbelende geluid van Skype. Op het scherm verschijnt Romana Vrede, actrice bij het Nationale Theater in Den Haag, die met de voorstelling RACE op het TheaterFestival staat. 

Xandry van den Besselaar

(c) Kurt Van der Elst

RACE is een snelle show waarin het vooraanstaande advocatenduo Jack Lawson en Henry Brown – de een wit, de ander zwart – wordt benaderd door Charles Strickland. Deze rijke, witte zaken­man wordt ervan beschuldigd een zwarte vrouw in een hotel te hebben verkracht. In de media wordt Strickland berecht als ‘seksist’ en vooral ‘racist’.

Romana Vrede speelt de zwarte stagiaire Susan. Zij raakt zeer betrokken bij de zaak. Of haar personage een tweede agenda heeft, weet Romana niet. ‘Als kijker ga je er bijna automatisch van uit dat zij een tweede agenda moet hebben, omdat dat het enige is wat logisch lijkt. Auteur David Mamet probeert ons net te wijzen op dat verborgen racisme, denk ik. Terwijl Susan volgens regisseur Eric de Vroedt helemaal geen dubbele agenda heeft.’

Volgens de actrice zijn dit soort subtiele mechanismen maar moeilijk te detecteren. ‘Ik denk dat iedereen tot op zekere hoogte een racist is, omdat iedereen een blinde vlek heeft. En het is heel moeilijk om je daar bewust van te zijn, juist omdat het een blinde vlek is. Je kan aan een kleurenblinde toch ook niet uitleggen hoe kleuren eruitzien?’ Volgens Romana kan je die blinde vlek toch detecteren door te luisteren. ‘Als mensen je wijzen op verborgen racisme, moet je hen aanhoren. En niet meteen reageren met: “Zo zit dat helemaal niet! Het was maar een grapje!”’

De personages uit RACE luisteren alleszins duidelijk niet naar elkaar. ‘RACE gaat er net over dat het publiek ziet dat de personages een blinde vlek hebben. Dat verandert naar het einde van het stuk toe. Als Strickland, gespeeld door Hein van der Heijden, ervan beschuldigd wordt dat hij een zwart meisje heeft verkracht, bedenkt hij hoe hij zich ook op de lagere school al heeft misdragen tegenover zwarte meisjes. Hij ontdekt zijn blinde vlek en beseft dat hij die heel lang heeft goedgepraat door te zeggen: “Dat is toch maar een grapje?”’.

‘Alsof meisjes die mooi zijn, niet slim en intelligent kunnen zijn!’

 

In de repetities stuitten de acteurs en de regisseur ook op elkaars blinde vlek. Zo had Eric de Vroedt een aanvaring met acteur Werner Kolf, die het gevoel had te worden afgebeeld als een zwarte karikatuur. Als de vrolijke zwarte die een dansje doet en een grapje maakt, terwijl de witte man de baas is.

‘We hebben honderden van zulke gesprekken gevoerd tijdens het creatieproces’, vertelt Romana. ‘In dit voorbeeld werd Eric bijvoorbeeld gewezen op zijn blinde vlek. Maar wij stuitten daar net zo goed op. Zo wordt er vaak gezegd dat Werner en ik altijd heel erg op tijd arriveren. Kennelijk denken we nog altijd: “Zwarte mensen komen altijd te laat, dat zal ons niet overkomen!”. Ik liep ook tegen mijn eigen seksisme aan. Ik vond Susan te tuttig en te meisjesachtig. Alsof meisjes die mooi zijn, niet slim en intelligent kunnen zijn!’

Welke huidskleur je hebt, is volgens Romana in de theatersector nog altijd van belang. ‘Als vrouw op het toneel staan? Dat was in 1800 misschien nog opmerkelijk, maar nu niet meer. Maar: het is wel nog opmerkelijk om als zwarte vrouw op de planken te staan. Of als zwarte man. Of als Turkse man. Het is iets wat telkens weer benoemd moet worden. Ook door dit interview!’

‘Bob Marley zong: “Until the color of a man’s skin is of no more significance than the color of his eyes, me say war”. Ik geloof niet dat het echt oorlog is, maar ik geloof wel dat er iets te bevechten valt. Ik zou het heel fijn vinden dat, als je vanavond iets gaat drinken, je zegt: “Ik heb met een actrice gesproken en het was een fijn gesprek” en niet: “Ik heb met een zwarte actrice gesproken en het was een fijn gesprek”. Ik vertel mezelf graag de leugen dat het er niet toe doet hoe ik eruitzie, maar dat doet er wel toe.’

 

‘Ik word vier keer per week aangesproken als man’

 

Romana Vrede maakt zelf ook voorstellingen. Haar laatste productie Who’s afraid of Charlie Stevens? ging over haar zoontje bij wie autisme is vastgesteld en die bovendien is gediagnosticeerd als extreem zwakzinnig. ‘Voor mij gaat die voorstelling over de ander. Charlie wijkt af van de norm. Dit stuk stelt de vraag hoe we daarmee omgaan. Is Charlie een tweederangsburger? Doet hij mee? Hoe gaan we om met datgene wat vreemd is of anders?’

Het zijn vragen die Romana bezighouden. ‘Ik geloof wel in een soort waarachtigheid in het theater. Iets wat ook typerend is voor het werk van Eric. Dat je inzicht probeert te verkrijgen, dat je de andere kant van de medaille ziet. Je perspectief verbreden. Ik noem theater altijd: “De waarheid in een gedicht gebracht”. Het is de waarheid, maar we brengen het niet als een statement, in de vorm van een verslag of reportage, maar in de vorm van een gedicht.’

(c) Kurt Van der Elst

Haar volgende voorstelling zal over gender gaan, een thema dat Romana sterk aanbelangt. ‘Ben je een vrouw omdat je lang haar hebt? Of een jurk draagt? Of oorbellen aandoet? En waarom is dat voor mij anders? Ik word vier keer per week aangesproken als man. Waar zit dat in? Dat mensen naar mij kijken en denken: “Jij bent mannelijk”. Dat kan toch niet alleen komen door mijn korte haar? Ik ben er nieuwsgierig naar hoe dat komt.’

Op de vraag waar het Vlaamse theaterpubliek haar van zou moeten kennen, antwoordt Romana tot slot: ‘Ik zou het fijn vinden als óók de zwarte acteur of actrice in België wordt opgemerkt. Mij hoef je niet te kennen. Misschien herken je me wel in hen.’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Tags: , , ,