het Theater Festival

‘The Nation gaat over het bezweren van de chaos’

za 08 sep 2018

Zenuwachtig en gehaast komt Eric de Vroedt vrijdag­middag de artiestenfoyer van deSingel binnen gehold. Gehaast omdat hij te laat is, zenuwachtig omdat hij voor zijn tekst van The Nation genomineerd is voor de Toneel­schrijf­prijs 2018 (die hij later die dag ook zal winnen). Eens we zitten, valt de stress weg. In het volgende uur zal de Vroedt de ene na de andere gedachte op ons afvuren over Netflix, grote verhalen en extreem rechts.   

Jonathan van der Horst en Lotte Bode

 

(c) Sanne Peper

 

Hoe is het idee voor The Nation ontstaan?

Eric de Vroedt: Ik had allereerst de wens om iets te maken over de stad Den Haag en de Schilderswijk. Je moet weten, de Schilderswijk is gelijkaardig met Molenbeek in Brussel: een wijk waar heel Nederland over praat, waar veel Syrië­gangers vandaan komen, waar voortdurend discussie over is, maar waar eigenlijk niemand ooit komt. Ikzelf ook niet. Ik kende Den Haag nauwelijks toen ik gevraagd werd om er artistiek leider te worden van Het Nationale Toneel (nu Het Nationale Theater, red.). De Schilderswijk kende ik al helemaal niet, maar ik had er wel de mond van vol. Ik vond Den Haag een suffe stad en de Schilderswijk chaos.

The Nation gaat over hoe we continu een beeld van elkaar maken. In de multiculturele samenleving hebben we steeds maar discussies waarin we de ander tot een beeld reduceren. Die ander zet mij ook als beeld neer en vervolgens gaan we ons naar die beelden gedragen. De ene is de radicale moslim, de andere is de elitaire politicus, ik ben de subsidieslurpende kunstenaar, enzovoorts. Vanuit die posities praten we met elkaar en handelen we. Er zit geen verandering of progressie in. Dat betekent het einde van samenleven en ook het einde van een werkelijk gesprek met elkaar. Daar zit de samenleving scheef.

Je hebt waargebeurde feiten en echte personen als bron gebruikt voor The Nation, maar het uiteindelijke geheel is fictie. Hoe gaan die fictie en werkelijkheid?

Ik heb eerst veel research gedaan. Dat duurde ongeveer anderhalf jaar. Ik heb ontzettend veel interviews afgenomen met mensen, non-fictie boeken gelezen en documentaires bekeken. Allemaal waar­gebeurd materiaal waarvan ik dacht: dit moet ik vertellen. Er zijn zoveel prangende verhalen over radicaliserende jongens, bijvoorbeeld. In België zijn er daar heel wat verhalen rond te vinden, een aantal integreerde ik in de voorstelling. De moeder van een jongen die naar Syrië vertrokken was, zocht geen hulp bij een sociaal werker, maar bij Filip Dewinter. Ze wilde aandacht genereren voor haar zaak door de grootste vijand van haar zoon in te schakelen! Filip Dewinter pakte natuurlijk helemaal uit met het verhaal: ‘Die jongen is geradicaliseerd, zijn moeder wordt in de steek gelaten, zie wat er op onze straten gebeurd door die verschrikkelijke islam!’ Voor de jongen was het een reden om gewoon nog verder te radicaliseren.

Zo zitten er talloze echte verhalen in The Nation. Ik heb ze gefictionaliseerd omdat ik geen documentaire voorstelling wilde maken, maar echt een nieuw groots verhaal wilde creëren. Bovendien heb ik vaak moeite met documentaire verhalen. Als toeschouwer verlies ik me dan in de hoeveelheid prachtige details.

Theater is voor mij bovenal een manier om de chaos die ik constant om mij heen ervaar te begrijpen. De chaos in de Schilderswijk, in de multiculturele samenleving en in de media probeer ik zo betekenis te geven. Door van de werkelijkheid theater te maken, probeer ik de chaos te bezweren. Ineens zie je dan waar het in filosofisch opzicht over gaat, of lukt het je om de poëzie of de onderliggende emotie ervan in te zien. Daarom vind ik het belangrijk om non-fictie en werkelijkheid te gebruiken en te transformeren in iets volledig fictiefs.

In een promotekst voor The Nation citeren jullie Bas Heijne: ‘Een gemeenschap, of het nu een lokale, een nationale of een internationale gemeenschap is, kan niet zonder een gevoel van verbondenheid.’ Is The Nation en in het verlengde daarvan theater in het algemeen voor jou een middel om die verbondenheid te creëren?

Ja. Ik zie dat vaak letterlijk gebeuren in The Nation. Bij marathons breng je als publiek een hele avond met elkaar door. Dan ontstaat er een sterk gevoel dat mensen met elkaar delen. Bij The Nation zitten er zowel toeschouwers in de zaal als op het podium, zij kunnen ook naar elkaar kijken. Het creëert een groot kampvuur­gevoel. Dat aspect, de lengte van het avond en het feit dat je tussendoor met elkaar eet, levert een gevoel van verbondenheid op.

Mensen komen de zaal uit met het gevoel: ‘Ik kijk nu naar een verhaal over de wereld van vandaag dat over onze stad gaat en dat we met allemaal mensen uit die stad meemaken.’ Het is de stad waar je net uitkomt en waar je straks weer in gaat. Dat vind ik heel krachtig theater.

 

‘We kunnen tegenwoordig niet meer gewoon een huis­kamer neerzetten op toneel en zeggen: “Dit is de samen­leving anno nu.”’

 

Vanwaar de keuze voor zo’n lange bingewatchvoorstelling?

Mijn vrouw zegt altijd dat het korter moet (lacht)! Bij Netflix series, waar we tegenwoordig met zijn allen naar kijken, kan de complexiteit van de geglobaliseerde wereld anno nu  getoond worden. Je kan zowel laten zien wat er op straat gebeurt, als wat er zich in een parlement afspeelt. Die verbindingen tussen de ‘hoge’ en de ‘lage’ wereld vind ik heel interessant.

Dat is net eigen aan onze wereld. Wat er nu met Erdogan in Turkije gebeurt, kan invloed hebben op hoe groepen Turken zich in Rotterdam gedragen, wat dan weer invloed kan uitoefenen op de gemeenteraad in de stad. Door de geglobaliseerde wereld zijn we ontzettend met elkaar verbonden.

Tegelijkertijd zijn we allemaal in sub­groepen onderverdeeld. Al die subgroepen, die subculturen en bubbels waarin we opgesloten zitten, wil ik tonen. Daarnaast toon ik de bewuste of onbewuste verbindingen tussen de verschillende lagen. Daarom speelt deel één zich op een politiebureau af, deel vier in het parlement en deel vijf dan weer bij een ondernemer thuis. Op die manier doen we recht aan de complexiteit van de samenleving. We kunnen tegenwoordig niet meer gewoon een huiskamer neerzetten op het toneel en zeggen: ‘Dit is de samenleving anno nu.’ Was het maar zo eenvoudig en overzichtelijk.

 

(c) Sanne Peper

 

Waarom blijf je kiezen voor de theatervorm? Zou je niet een keer een echte Netflix-serie willen maken?

Mijn moeder zegt altijd dat ik dat moet doen. (lacht) Maar het is puur uit liefde voor theater. Als mensen toffe dingen doen in het theater, krijgen ze vaak te horen dat ze eens een film of een opera moeten maken, terwijl ik vind dat ze bij het theater moeten blijven. Zij kunnen het theater redden en nieuwe inhoud geven. Zo kunnen we het gevoel dat we bij Netflix krijgen, ook in het theater te brengen.

The Nation wordt een Netflix-serie op het toneel genoemd, maar uiteindelijk is het gewoon heel erg toneel. Op het toneel kan je zeggen: we zitten op een politie­bureau in Den Haag, jij bent politieagent, ik ben misdadiger en dan is dat ook zo. Bij film kan dat niet, dan moet je ineens een hele set bouwen. Die simpelheid van het toneel gebruiken we continu in The Nation. Nu doe ik een pruik op en ben ik ineens iemand anders. We gebruiken de oeroude middelen van theater, die hebben niets met film of televisie te maken.

Bovendien kan je in het theater voorbijgaan aan de anekdote. Toneel is meer dan een spannend verhaaltje. Het gaat om fundamentele debatten over hoe je kan samenleven, hoe je een stad maakt, hoe je met een vreemde leeft en hoe je elkaar kent. Die thema’s hebben veel woorden nodig en dat werkt minder goed op film. Televisie en film gaan met name om een verhaal, daar kan je die thema’s minder ver uitdiepen.

Uiteindelijk gaat The Nation over betekenis geven aan de chaos. Dat is een oerwet van het theater: de catharsis. Op een moment in de avond denk je te begrijpen hoe het leven in elkaar zit, een minuut later is het moment alweer verdwenen. Dat ene catharsismoment, is bij uitstek theatraal. Daar draait alles om.

Je gaat nu ook een spin-off van The Nation maken, hoe ziet die eruit?

John Lanschot is een personage dat in deel twee van The Nation aan bod komt. Het is een rechts-populistische, Vlaams Blok-achtige man. Die figuur had ik niet heel erg uitgediept en naar hem had ik het minst research gedaan. Ik was heel geïnteresseerd in radicalisering, islam en multiculturele onderwerpen, maar het personage van John was een zetstuk dat ik in de voorstelling nodig had. Ik betrapte mezelf er achteraf op dat hij voor mij nog steeds maar een plaatje was.

Met The Nation heb ik de zwarte woede heel serieus genomen, maar de witte woede nog niet. Daar weet ik weinig van, hoewel dat verhaal dichter bij mij ligt. Mijn broer stemt inmiddels behoorlijk rechts, mijn vader stemde voor Pim Fortuyn toen die nog leefde. In mijn familie zijn er mensen die de rechtse ideologie aanhangen. Hen heb ik op het theater nog weinig stem gegeven. Nu is het mijn opdracht om ook dat verhaal te horen en te verdiepen. Hopelijk kan ik misschien iets formuleren dat voorbij de stereotypen gaat die zij zelf reproduceren. Ik vind Geert Wilders en Filip Dewinter verschrikkelijk. De mensen die op hen stemmen zijn misschien wel racistisch, maar tegelijkertijd wil ik hun onvrede serieus nemen en proberen vatten. Wat boezemt hen precies angst in?

Is het niet gevaarlijk om mensen met extreme ideeën via theater een platform te geven?

Dat zou gevaarlijk kunnen zijn. Maar het is ook een opdracht voor de kunsten om het verschrikkelijke in te beelden. Ook al zijn we ertegen, we moeten ons er ook in kunnen verplaatsen. Als we dat niet meer doen, dan geven we het idee van samenleven op. Als ik niet meer bereid ben mij te verplaatsen in mijn tegenstander, dan is het klaar. Dan kan ik alleen maar zeggen: ‘Hij moet weg!’

Theater is nog steeds een vrijplaats om te verbeelden hoe de ander denkt, ook al is die ander Adolf Hitler. Ik moet mij verbeelden hoe hij denkt en leeft en ik moet proberen iets te formuleren waarvan hij zichzelf misschien niet eens bewust is. Ik ga niet propageren dat de islam weg moet en dat buitenlanders afgeslacht moeten worden, maar ik wil wel in de ziel kruipen van zo’n man. Misschien laat ik hem wel verschrikkelijke dingen zeggen, maar zal het publiek — omdat het theater is — eerder medelijden met die figuur krijgen of met hem moeten lachen.

 

‘Bij The Nation zitten er zowel toeschouwers in de zaal als op het podium, zij kunnen ook naar elkaar kijken. Het creëert een groot kampvuurgevoel.’

 

Ik heb research gedaan voor De wereld volgens John, die spin-off. Vorige maand heb ik gesproken met iemand die diep racistisch en antisemitistisch is, een man die ik aanvankelijk heel eng vond. Drie uur lang heb ik naar hem geluisterd. Hij had de meest waan­zinnige theorieën. Het was duidelijk een man met een behoorlijk emotionele familiegeschiedenis. Zijn vader was een Duitse soldaat, zijn broer en hijzelf hadden psychische problemen. Ik betrad een wereld waar ik eigenlijk het liefst ver vandaan blijf, maar toch heb ik nu nog leuk contact met die man. Hij is ook ergens ‘een toffe gast’. Een gast die zich niet gehoord voelt en heel erg bang is dat hij door heel veel mensen dom wordt bevonden, terwijl hij net best intelligent is.

Hoe zien je verdere toekomstplannen er nog uit? Meer spin-offs?

The Nation zal ook in Duitsland en mogelijks in Oostenrijk opgevoerd worden. Bezoekers zoeken ook buiten Nederland kennelijk naar dergelijke unieke ervaringen, ook al duren die lang. Via formats als The Nation vinden mensen een opening naar het theater. Ze denken het te herkennen van televisie. We gaan daarin verder. Er komen zeker nieuwe theaterseries aan.
Zo werk ik momenteel aan een serie over Big Pharma en over hoe grote farmaceuten stunts met medicijnprijzen uithalen.

Theater moet die grootse verhalen durven tonen. Ik vind dat we ze te vaak reduceren. Dat komt door de schaal en de economie, maar ook door bescheidenheid. Ik vind het een uitdaging om een groot gebaar te doen. Om de hele samen­leving met onze stukken te omvatten. Want als wij het niet doen, dan doet de televisie het wel. En ik denk dat wij het beter kunnen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Tags: , , , ,