het Theater Festival

Stefan Gota over Het Hamiltoncomplex

zo 28 aug 2016

“De meisjes zagen mij niet enkel als bruut geweld”

Het verhaal van Stefan Gota, die in Het Hamiltoncomplex van HETPALEIS als krachtige spierbundel tegenover de kwetsbaarheid van 13-jarige pubermeisjes wordt geplaatst, is er één van kantelmomenten in het leven. Dat is ook meteen hét uitgangspunt van de voorstelling van Lies Pauwels. – Katrien Van Bael

(c) Fred Debrock

(c) Fred Debrock

Hoe is Lies Pauwels bij jou terechtgekomen?
Stefan Gota: In Roemenië volgde ik als 17-jarige een theatercursus volgens de Stanislavski-methode en mijn interesse in theater bleek te groeien. In 2011 verliet ik Roemenië en volgde ik mijn Belgische vriendin naar hier om mijn masteropleiding sportkiné af te werken aan de KU Leuven. Ik kwam op een kantelpunt terecht waarbij ik voelde dat ik moest kiezen. Het gewoon technisch uitvoeren tijdens de kiné-opleiding werd saai. Ik hechtte steeds meer belang aan het voelen en wilde mezelf verder uitdagen. Ik besloot voluit voor theater te gaan. Soms moet je uit je comfortzone kruipen en “ja” durven zeggen. Het was een goede keuze, want sindsdien voel ik me altijd blij. Ik verhuisde naar Brussel waar ik bij Transfo Collect startte, een project van GC De Kriekelaar en het RITCS waarbij Brusselse jongeren vanuit verschillende culturen hun artistiek verhaal kwijt kunnen. Via Transfo Collect kwam ik in het RITCS terecht waar ik in heel wat toonmomenten van masterprojecten meespeelde. Ik studeerde er niet, maar liep er wel de hele tijd binnen en buiten. Toen bleek dat Lies Pauwels, die er spelopleiding geeft, op zoek was naar een gespierde acteur, dacht er iemand aan mij. Zo belandde ik op haar auditie in Antwerpen. Omdat Lies absoluut het stereotiepe beeld van een bodybuilder wilde neerzetten, ben ik meteen beginnen trainen. Een interessante uitdaging want vanuit mijn kiné-opleiding had ik daarvoor de juiste kennis.

Het publiek ervaart je personage in de eerste plaats als autoritaire gezagsdrager, terwijl je later meer geborgenheid en zorg toont. Was dit een bewuste keuze van bij het begin?
Het belangrijkste blijft mijn fysieke aanwezigheid op de scène als steun voor de meisjes, maar tijdens het werkproces groeide die rol door de interactie met de meisjes. In het begin was er een zekere afstand omdat de meisjes elkaar al kenden, maar na wat praten, veranderde dat. Ik heb hen altijd als collega’s gezien, ook al zijn het jonge meisjes. Ik vond het heel belangrijk dat ik nooit iemand kwetste. Dat ligt in mijn karakter. Dat ik in Roemenië ook als leerkracht heb gewerkt, hielp natuurlijk. Het vertrouwen groeide en mijn rol werd complexer. Lies wist concreet wat ze wou en stuurde het geheel, maar ik kreeg ook de vrijheid om mijn rol mee in te kleuren. Dat vond ik erg boeiend.

“Als je iemand wil begrijpen, vind je altijd een manier om te communiceren”

Hoe moeilijk is het om die spiermassa in te zetten voor een poëtische dans met een breekbaar meisje? Is dat nog moeilijker bij het werken met Robin, het andersvalide meisje?
De meisjes zagen mij niet enkel als bruut geweld. Het ‘blok’ werd zachter. Voor Liesbeth, het kleine meisje, was die dans heel interessant omdat ik mijn kracht kon inzetten om dingen te doen die voor haar onmogelijk zijn. Zelf vond ik het heel tof om de tijd te pakken om die acrobatische beelden te maken. Dat was nieuw voor mij. Die traagheid zat er eerst niet in. In het begin was het vooral veel en snel springen: op mij, onder mij, met z’n allen
tegelijk. Lies koos samen met de choreografe vanuit die improvisaties voor wat werkte. Het was steeds een open proces waarbij we bewaakten dat iedereen wist wat en waarom we iets deden. We hebben het steeds met veel plezier aangepakt. Het was belangrijk dat iedereen het leuk vond.

Het duet met Robin is er gekomen omdat ze zelf aangaf dat ze graag zingt en danst. Die choreografie groeide intuïtief, zonder woorden, door een constant aanvoelen van waar ze naartoe wilde en wat ze niet wilde doen. Een voortdurende negotiation. Als je iemand wil begrijpen, vind je altijd een manier om te communiceren. Helemaal in het begin waren er een paar traantjes, maar dat was heel snel gedaan. Nu is het puur plezier. Die dans kan ook elke keer mislopen. Dat risico maakt het mooi.

Ondertussen volg je de regieopleiding van het RITCS. Was het de voorstelling die je hiertoe stimuleerde of had je die
keuze al eerder gemaakt?

Ik vind het RITCS een schitterende school, onder andere door het internationale karakter. Vorig jaar deed ik er eerst auditie voor de spelopleiding, maar daarvoor was mijn Nederlands nog niet goed genoeg. Ze dachten dat een opleiding regie wel iets voor mij zou zijn, omdat je dan als maker ook je eigen verhaal kan brengen. Dat wil ik nu graag doen: mezelf mentaal ontwikkelen en mezelf ontmoeten door theater te maken met veel nadruk op spel.

Wat wil je dan als maker graag onderzoeken en vertellen?
Ik mis in West-Europa het contact met de natuur, het dierlijke en instinctieve. Hier is alles in wetten geregeld, de wereld is hard. In Roemenië is het opener. De natuur was er voor mij als kleine jongen altijd een escape. Ik vind het dierlijke een mooie kant van de mens. Een mooie vuilheid. Over dat contrast wil ik het hebben. Ik wil ook dat instinctieve blijven opzoeken in mijn werk. De werkwijze van Lies was dan ook heel inspirerend. Ze houdt rekening met je persoonlijkheid en daardoor blijft het eerlijk. Ik houd van eerlijk theater. Ik vind het ook interessant om te zoeken naar een internationale taal binnen theater. Bij Transfo Collect gaat het daar heel hard over. De wereld van morgen is multicultureel. Als ik naar andere landen ga en er theater zie in een vreemde taal, begrijp ik toch veel door de vorm. Dat houdt me bezig.

Benieuwd wat regisseur Lies Pauwels over Het Hamiltoncomplex te vertellen heeft? Lees hier haar dertien dilemma’s!

 

Tags: , , , ,