het Theater Festival

Herbekijk en herlees hier de State of the Youth van Martha Balthazar & Khalid Koujili El Yakoubi

vr 04 sep 2020

De State of the Youth 2020 op de openingsavond van het TheaterFestival werd uitgesproken door aanstormende talenten op en naast het podium Martha Balthazar en Khalid Koujili El Yakoubi.

Hieronder vindt u de volledige tekst. En via deze video kan u de speech integraal bekijken.

Khalid Koujili El Yakoubi (K) 

Martha Balthazar (M) 

K Vorig jaar.
M En het jaar ervoor.
K En ook het jaar daarvoor.
M En daarvoor.
K Werd op belangrijke momenten als dit, waar mensen met een mening, zoals wij, iets mochten komen zeggen vaak gepraat over vormen van verandering. Geen schrik, ook wij zullen die traditie verder zetten.
M Maar we zouden graag, voor we eraan beginnen even willen polsen bij jullie of jullie ook nog steeds blij zijn met dat idee. Dat er iets hier bij ons, en daarbuiten ook moet veranderen.
K Specifieker wil dat zeggen dat we een beweging maken, dat er iets zal moeten bewegen.
M Zou iedereen die nog steeds nood heeft aan verandering even een hand in de lucht kunnen steken?
K Ok, misschien nu het volgende. Zou iedereen die gelooft deel te kunnen zijn van deze verandering een hand in de lucht kunnen steken?
M Ok, bedankt, dan beginnen we eraan.

 

M
18 augustus 13u47

Liefste Khalid,

Toen Kathleen Treier, directeur van Het TheaterFestival, mij belde met de vraag of ik de ‘State of the Youth’ wou brengen wist ik het zeker: nu hoor ik erbij. ‘Er’ zijnde de Vlaamse theatersector. En hoewel ik oprecht dankbaar was voor de uitnodiging, was ik evengoed heel erg geschrokken.

Ondertussen drie jaar geleden gaf ik ook een speech op Het TheaterFestival. Of liever, ik stal de micro op een sectordag, klom ongevraagd het podium op en declameerde streng dat het nu wel genoeg was met al dat gebabbel en of het niet eindelijk tijd werd om eraan te beginnen. Aan de grote geplande veranderingen waarover de sector het steeds maar heeft.
Na afloop van mijn speech lachten we om het feit dat we hier nog over zouden lachen. Ik had geen idee of ik iemand tegen de schenen had geschopt of niet. Ik wist nog niet dat dat vele gepraat ‘discours’ heette, en die kloof tussen discours en praktijk nu eenmaal ‘de realiteit’. Een realiteit waar ik nog niet bij hoorde, dat verklaart mijn vrije spreken van toen. Nu, zo toont het telefoontje van Kathleen, hoor ik er wel bij.

Ik zou het in onze speech graag over die realiteit hebben, over dat dominante bolwerk van stille overtuigingen dat ons allemaal in zijn macht heeft. Dat vlechtwerk aan zogezegde waarheden waardoor mensen zeggen: ‘ja, dat is nu eenmaal hoe het werkt’ of ‘oké, je wilt het anders, maar wat stel je dan voor’. Die plek waar de geschreven en ongeschreven regels altijd maar van bovenaf lijken te komen.

Er is iets aan jong zijn dat je nog even vrijwaart van precies passen in die realiteit. En hoe frustrerend het ook kan zijn om ‘niet te mogen meespelen’, het is ook een unieke en wonderlijke positie om de tegenspeler, en dus mogelijks ook het tegengewicht, te zijn. De luis in de pels, onbenullig maar vervelend.

Ondertussen ben ik binnenkort afgestudeerd, aan het KASK. Ondertussen krijg ik de micro, kan ik binnen de afgesproken tijd en plaats en tegen redelijke betaling kritiek uiten. Mijn privileges doen het circus draaien. Ik vertoon nu zes van de tien symptomen van een burn out, ik begin op een echte westerse geglobaliseerde kunstenaar te lijken.

Dus wat nu met mijn wens om verandering? Als je niet meer luis in de pels, niet meer tegengewicht, maar deel bent van wat je wil veranderen? Wat met deze sector, die toch ook graag luis in de pels is, tegengewicht voor de grote boze wereld, maar niet anders lijkt te kunnen dan zich te laten oppeuzelen door dat monster realiteit?

Ik begrijp dat een woord als ‘verandering’ net op podia als dit wordt uitgehold tot een leeg en log begrip. Dat de geschiedenis van steeds maar praten erover het eerder minder dan meer hoopvol maakt. Door almaar beter in de realiteit te passen ben ik deze ook beter gaan begrijpen, hoe complex alles in elkaar zit, dat er tussen droom en daad, wetten, praktische bezwaren en heel wat Vlaamse gedichten in zitten. Maar in al dat begrijpen stoot ik nog steeds op veel onbegrip. Ik heb nostalgie naar mijn naïeve vastbeslotenheid van enkele jaren geleden. Ik ben nog steeds boos, maar nu ook wel moe.

Het is crisis, nog zo’n dooddoener vol waarheid, alles wat moeilijk was wordt nog moeilijker, wat pijnlijk was wordt nog pijnlijker. Het is precies nu dat we zien waar het discours niet strookt met de praktijk. Een blindheid die we ons hiervoor beter konden veroorloven. Maar het is ook nu, wanneer alles op losse schroeven staat, dat er heel veel kan verschuiven.

Het enige wat ik van een kunstenaar vraag is dat zij dit zegt:

dit is niet hoe de dingen horen te zijn
dit is hoe ze zijn
maar dit is niet hoe de dingen horen te zijn dit is niet hoe de dingen zullen blijven.
Dit als een mantra en als een belofte.

Dat laatste stal ik van Angela Davis, schrijfster en activiste, maar ik denk niet dat ze dat erg zal vinden.

Lieve Khalid, ik ben heel blij daar samen te zullen staan op 3 september. Jouw aanwezigheid naast mij maakt dit alles minder eng, en voelt noodzakelijk.

Kus, Martha

 

K
21 augustus 2020 19u32

Lieve Martha,

Ik bewonder je moed en rebelse energie en ik geniet ergens ook van je naïviteit. Ik begrijp dat de realiteit voor jou verstikkend werkt, dat je er aan wenst te ontsnappen, maar wat voor jou té evident voelt is dat voor mij nog steeds niet. Mijn aanwezigheid hier strookt niet met de status quo, met de staat van de realiteit, met de feitelijke ‘State of the Union’.

Toen je mij belde met de vraag of ik samen met jou de ‘State of the Youth’ wou brengen, wist ik ook niet zeker wat ik moest antwoorden. Ik wist niet goed of ik er wel deel van wilde uitmaken. Maar ik besef dat het een mooie kans is om mijn stem te laten horen aan een sector die steeds zoekende moet blijven. Eén van de redenen dat ik op dat podium zal staan, is omdat ik mij bewust ben van het belang van representatie. Ik wil van dat moment gebruik maken om mensen zoals ik, die niet deel uitmaken van de norm, die van ver moeten komen en tegen veel muren aan zullen botsen, hoop te geven. Dat ook zij daar kunnen staan, dat ook zij gehoord kunnen worden.

Wij hebben op dezelfde school gezeten, maar ook daar betekende onze aanwezigheid iets anders. Ik ben niet opgegroeid met theater. Ik heb mijn studies zelf moeten bekostigen. Ik was jaloers op studenten die ’s avonds gewoon op café konden gaan of tijd hadden om zich te belezen en te ontwikkelen, terwijl ik moest werken. Ik was jaloers op studenten die tijdens de zomervakantie konden uitrusten, terwijl ik keihard bij een groot meubelketen aan de slag was om mijn studie van het academiejaar daarop te kunnen bekostigen. Weten dat ik zo ver ben gekomen, tot aan dit podium, geeft mij kracht, net omdat het voor mij niet evident was om hier te kunnen staan, net omdat het voor mij niet evident is om in deze sector te werken, omdat ik mijn verhalen niet zag op het theater, omdat ik mensen zoals ik niet zag op en in het theater. Ik voel mij nog steeds niet altijd thuis in deze sector, ik bots er nog vaak mee. Maar één ding staat vast, in mij is een soort van vuur ontwikkeld dat niet snel zal uitbranden. Ik wil ook verandering en als die niet voor mij is, zal ze zijn voor degene die na mij komen. Maar misschien is mijn definitie van verandering wel anders. Voor mij betekent ‘verandering’ niet het ontsnappen aan een realiteit, maar het erkennen ervan. De realiteit is divers, veel diverser dan binnen deze muren. Het is onze taak om deze realiteit ruimte te geven, wetende dat dat zal clashen met wat we hier kennen.

Lieve Martha, we zijn heel verschillend maar daar vinden we elkaar. In woede en de bijhorende vermoeidheid.

Veel kussen, Khalid

 

M
Liefste Khalid,

Inderdaad, we zijn heel verschillend, maar we vinden elkaar hier nu in een vreemd soort vermoeidheid, en hoewel ik heel veel schrik heb dat we met z’n allen aan het opbranden zijn vind ik ook iets mooi aan het samen moe zijn. Moeheid is ontwapenend, zegt Byung-Chul Han, schrijver van ‘De vermoeide samenleving’. Hij doet in zijn boek een pleidooi voor een ‘wij-moeheid’, een moeheid om elkaar in terug te vinden. Je kan dan mee-moe zijn met elkaar. In de rust van de moeheid wordt alles verwonderlijk, schrijft hij. Ik hou van een staat van verwonderlijkheid, omdat je dan in alle openheid niets vanzelfsprekend vindt.

We vinden elkaar evengoed in een woede, ook daar zou Han blij mee zijn. Woede is namelijk het vermogen om een toestand te onderbreken en een nieuwe toestand te laten beginnen. Maar verwar het niet met ergernis, zegt hij. Woede zucht niet. Ik weet ook niet of woede aan veel panelgesprekken deelneemt. Of woede open brieven en slechte recensies schrijft. Ik denk het niet. Misschien heeft Corona ons nog kwader en vermoeider gemaakt, misschien is dat goed.

We komen samen in een soort verwarring. Ik schiet in paniek omdat ik begrijp dat ik mij inschrijf in een realiteit, één waar ik liever tegenin zou gaan. Maar voor zo velen is het een strijd net om deel te mogen uitmaken van deze realiteit, om mee aan tafel te kunnen zitten. Jouw lichamelijke aanwezigheid hier is hoopvol, dat geloof ik ook. Maar ook jij moet beslissen of en hoe je hier bij wil horen. Echte diversiteit is geen visueel effect. Bij echte diversiteit hoort verandering, difference that makes a difference zou Angela Davis zeggen. Verandering die ervoor zorgt dat de machine niet op dezelfde manier kan blijven doordraaien.

 

K
Lieve Martha,

Je spreekt hoopvol over de crisis waarin we ons bevinden, in het idee dat net de wanhoop ons zou kunnen leiden naar iets nieuws. Maar wanhoop kan ook het omgekeerde doen, de praktijk en het discours nog verder uiteen drijven. We willen veel, maar de middelen en moed ontbreken.

Als jonge kunstenaar, zonder externe ondersteuning is het niet evident om in deze crisistijden de kop boven water te houden. Ik ben net afgestudeerd en beschik dus nog niet over een kunstenaarsstatuut, ik val, zoals zovelen, tussen de mazen van het net.

Ik heb een dilemma. Ik heb voor volgende maand een residentieplek aangeboden gekregen. Dat is fijn, maar dat betekent ook drie weken gratis werken. Ik kan het mij eigenlijk niet meer veroorloven om gratis te werken. Zowel persoonlijk als principieel zou ik er dus eigenlijk nee op moeten zeggen. Maar zonder residentie, geen voorstelling. Mijn passie is groot, maar het zorgt er ook voor dat ik mij inschrijf in een groeiende traditie van gratis werken. Wat is nu radicaler: zeggen ‘nee dit doe ik niet’ of blijven doorzetten?

(c) Cillian O’Neill

M
Kan iedereen die vindt dat Khalid gratis moet werken een hand in de lucht steken?
Kan iedereen die vindt dat Khalid beter niet gratis werkt even een hand in de lucht steken?

Liefste Khalid,

Misschien is verandering zoveel als dit: niet meegaan in de dominante realiteit, zolang deze zo geniepig gewelddadig is. Jezelf op het spel zetten om deze te hervormen.
En dat betekent vandaag voor de theatersector het volgende: wanneer je niet tegen een regering ingaat die enkel maar wil vermarkten en vervlaamsen, dan ga je er in mee. Er is geen tussenweg. Als we blijven praten over verandering maar geen positie innemen, onszelf niet zien als de potentiële dragers ervan, dan komt die verandering er niet. Wanneer we in ons collectief bestaan niet de kracht erkennen om die realiteit, waarmee flink gechanteerd word, te destabiliseren. Om er een andere binnen te brengen. Dan wegen we met ons hele gewicht verkeerd op de balans.

Ik moet denken aan Camping Sunset, het jonge spelerscollectief waar ik deel van ben. Een spelerscollectief dat hier geprogrammeerd staat en dat, zoals jij maar al te goed weet, enkel uit witte mensen bestaat. Camping Sunset is opgericht als reactie op het precaire statuut van de beginnende acteur. We wilden onze speelkansen vergroten zonder mee te moeten draaien in een institutioneel circus met regels die wij niet mee hebben bepaald. Maar in die strijd vergaten we een andere, een andere realiteit om tegen te vechten. De groep Camping Sunset groeide organisch, uit een witte school, een wit theaterlandschap en een niet witte maar witgeschilderde realiteit. Precies dat ‘organische’ is het probleem: je oogst wat er reeds gezaaid werd…Net als het telefoontje van worden IN de realiteit waarvan ik dacht dat ik er TEGEN aan het vechten was.

Het leek even een goed idee om mijn plek af te staan bij Camping Sunset, zodat er plek zou zijn voor iemand niet wit, maar dat voelde ook alsof ik de verantwoordelijkheid makkelijk van mij af zou schudden.

 
K
Vinden jullie dat Martha haar plek zou moeten afstaan in Camping Sunset, aan iemand die niet-wit is? All in favor, hands in the air. Martha! Je hoeft niet ver te zoeken, er zijn veel mensen die nu al niet meedraaien, die nee zeggen tegen de huidige norm. Het zijn ook deze mensen die weinig tot geen plek krijgen, net omdat ze er niet aan voldoen, aan die dwingende norm.

Theatermakers met een andere etnische achtergrond, mensen met een handicap, mensen die niet onder de gendernormen vallen, lijken te moeten passen binnen het bestaande verwachtingspatroon. Want wie er niet inpast en niet die norm incarneert, dreigt voorgesteld te worden als onvoldoende kunstzinnig, helemaal niet als radicaal, noch als hoopvol. Zij, hij of hun krijgt te horen wat als ‘echte’ kunst geldt volgens de vooropgestelde criteria.

Hier, op Het TheaterFestival bijvoorbeeld, wordt de norm (soms onbewust) uitgedragen door de jury. Een jury die enkel uit recensenten bestaat, witte recensenten. Zij beslissen zonder het te weten over wat organisch kan groeien en wat niet. Je ziet dat alles wat in het programma gelabeld wordt als #Nieuw en #Jong wel divers kan zijn, maar dat er in de hoofdselectie niet aan de huidige normen mag geraakt worden.

De realiteit is ook dat iedereen die genomineerd werd door en voor de Acteursgilde wit is, dat hun bestuur wit is, dat de zeventien koppige TheaterFestivalRedactie, zestien witte koppen telt en dat Camping Sunset inderdaad uit twintig witte mensen bestaat.

Als HET TheaterFestival, DE cultuursector wil representeren maar niet representatief is voor de samenleving, kopieert het gewoon de uitsluitingsmechanisme en machtsstructuren ervan.

Als jullie meer diversiteit willen, en dan bedoel ik diversiteit in al zijn aspecten, zullen jullie ruimte moeten maken aan jullie tafels voor andere ideeën over wat kunst is.

 

M
Lieve Khalid,

Ik ben er weer van in de war hoe onze sector zowel totaal elitair als totaal precair kan zijn. En dat deze realiteiten elkaar meer in de hand lijken te werken dan tegen te spreken. Het enige wat ik hier kan uit opmaken is dat we dringend nood hebben aan een nieuw ecologisch denken rond het innemen van plaats.

Nora Chipaumire, choreograaf en performer van wie ik vorig jaar les had, vindt ‘gewoon staan’ al politiek. Wanneer je staat zoek je naar de balans tussen genoeg en niet te veel plek innemen, anders val je om. Te veel: dat heet imperialisme, te weinig heet oppressie.

Als we af willen van ons elitair karakter moet er actief plaats worden gemaakt. Met actief bedoel ik dat toegankelijkheid ook op een socio economische manier bekeken moet worden en dat wie inclusief wil zijn ook afstand moet durven doen van eigen normen.

Maar ook de toenemende precariteit van de kunstenaars toont ons dat we anders met plek moeten omgaan. Zouden al de reuzen van het theaterlandschap zich niet moeten afvragen waarom ze zo genoemd worden. Een reus neemt onmenselijk veel plek in en heeft geen idee wat hij vertrapt. Als we in deze survival of the fittest, wat eigenlijk survival of the richest is, niet willen dat enkel de reuzen overblijven moeten we ons als kunstenaars en als instellingen ongelofelijk bewust zijn van hoe en wie we plek geven en hoeveel plek we wensen in te nemen.

Kan iedereen één hand in de lucht steken? Laat je hand terug zaken als je zeker bent dat je niet te veel plek inneemt.
Kan iedereen nogmaals één hand in de lucht steken? Laat je hand terug zakken als je weet dat je te weinig plek krijgt.

(c) Cillian O’Neill

K
Ja, Martha. Een plek krijgen is één iets, maar deze moet ook veilig zijn. Dat is geen evidentie, ik heb mij heel vaak onveilig gevoeld in de instituten waarin ik moest bewegen. Waarin ik mij eigenlijk vrij moest bewegen.

M
Ik heb mij al vaak onveilig gevoeld aan de tafels waar ik zat.

K
Wij prijzen kunstenaars omwille van hun vrij bewegen. Maar zonder een veilig gevoel is vrij zijn en spelen, je vrij bewegen en ontwikkelen niet mogelijk.

M
By show of hands hoeveel mensen werken hier in een kunstinstituut. Iedereen die zich nog nooit onveilig heeft gevoeld in deze werkomgeving mag zijn, haar of hun hand laten zakken.

K
Wij prijzen kunstenaars evengoed voor hun vrije en wilde verbeelding, hun autonomie, voor hun geniaal los staan van ‘wat is’.

M
Een 19e eeuwse fictie van wat een kunstenaar is die de Visienota Cultuur van het Kabinet Jambon maar al te lekker vindt.

K
Maar zolang de realiteit niet verandert, zolang ik er mij niet veilig in voel, zal ik het er over moeten hebben.

M
You can’t write poems about the trees when the woods are full of policemen, het is een quote van Brecht maar het voelt zo hedendaags, zo gruwelijk 2020. Veilig en volledig ontsnappen in een verbeelding is een privilege. De realiteit en je eigen positie niet meenemen in wat je maakt ook.

K
You can’t write poems about the trees when the woods are on fire. Is misschien al even 2020.

M
Als kunst een spiegel voor de samenleving is dan horen brandende bossen en politiegeweld daarbij. Wie ervan wegkijkt is medeplichtig. Zo werkt het in de rechtbank ook. ‘Schuldig verzuim’ heet dat. In dat opzicht zou je kunnen zeggen dat we niet realistisch genoeg zijn.

K
Maar Bertold Brecht en ik, en jij denk ik ook, zijn het toch niet eens met die passieve rol, dat kunst een spiegel voor de samenleving is. ‘Het is een hamer’ zegt Brecht ‘om de wereld mee te vormen.’

M
Radicaal, dat is het nieuwe realistisch. Dat schreef jij me toch in één van je mails.

K
Angela Davis zegt:
‘I am no longer accepting the things I cannot change. I am changing the things I cannot accept.’ Kunst als een hamer, to change the things we cannot accept. Als wij niet met onze figuurlijke toolbox, de hamers, de bijltjes, en de boormachines aan de slag gaan wordt de wereld enkel door andere mensen gekneed en dat zou toch verdomd jammer zijn.

M
Er is een gedeeld verlangen om niet steeds reactief te hoeven zijn, niet de soort oppositie die alleen maar tegen is, de activist die enkel maar kan reageren op de slechte beslissingen van iemand anders. Geen kunstenaar die haar kritisch vermogen vooral gebruikt om af te breken, haar hamer om te slopen. Dat is toch vreemd, wij noemen onszelf toch ‘makers’. Jij spreekt over veilige plekken. Plekken waar jij en ik en vele anderen zich veilig zouden voelen. Zo een plek creëren, ten midden van de realiteit, dat is radicaal. Je vormt en kneedt de wereld door er in te bouwen, door architectuur te geven aan je politieke, sociale, artistieke noodzaken en dromen. Verbeelding schaal 1 op 1. Je noemt het kunst, maar het staat daar wel mooi, midden van de wereld.

(c) Cillian O’Neill

K
Radicaal wil etymologisch zeggen: dicht bij de wortels. Daar moet je je positioneren, bij het moederbord van onze realiteit. Waar het gevaarlijk is. Waar een idee, een beeld, een woord de boel al eens op stelten kan zetten?

M
Verandering begint misschien wel met discours, wat trouwens letterlijk toespraak of betoog wil zeggen, maar kan daar niet mee eindigen, het begint met dat woord, dat beeld, dat idee.

K
Die groep mensen die zegt: dit is hoe de dingen zijn maar dit is niet hoe de dingen horen te zijn.

M
Maar verandering moet vooral ook plek, tijd, energie, daadkracht en heel vaak middelen krijgen om te groeien, om zich te nestelen. Om zich te kunnen uiten in de praktijk.

K
Kan iedereen een hand opsteken die soms worstelt met het bijeenbrengen van discours en praktijk?

M
Kan iedereen een hand opsteken die het gevoel heeft dat het af en toe goed is om op te houden met het eindeloze discussiëren over dingen en wat concrete ideeën uit te testen?

Handen in de lucht als je gelooft dat ook de theatersector een verantwoordelijkheid heeft in de heersende ecologische crisis?

Iedereen die het eens is dat we vanaf nu proberen om niet te vliegen voor spel reeksen van minder dan vijf voorstelling houdt de handen in de lucht.

(c) Cillian O’Neill

K
Handen in de lucht wanneer je gelooft dat er meer vrouwen, transvrouwen en gender non-binaire mensen in leidinggevende posities moeten staan.
De Technische Universiteit Utrecht besliste vorig jaar vacatures voor wetenschappelijk personeel de eerste zes maanden uitsluitend open te stellen voor vrouwen. Pas als de vacature na een half jaar niet ingevuld zou zijn, zou deze vacatures ook voor mannen worden opengesteld.
Iedereen die het eens is om deze strategie ook voor leidinggevende functies in de kunstensector uit te proberen mag de handen in de lucht houden, zo niet mag je de handen laten zakken.

M
In de VS hanteert de National Football League de zogenaamde ‘Rooney Rule’, die sportteams verplicht om kandidaten te interviewen uit ‘etnische minderheden’ bij elke vacature voor trainers en andere leidinggevende posities. Indien ze dat niet doen, riskeren teams een boete.
Handen in de lucht wanneer je gelooft dat deze strategie ook in de kunstensector moet worden uitgeprobeerd?

K
Handen in de lucht als je denkt dat kunst solidair is.
Handen in de lucht als je denkt dat kunst solidair zou moeten zijn.
Handen in de lucht als je wil dat meer theaterhuizen hun nog steeds grotendeels lege zalen openstellen voor mensen die het nodig hebben?

M
Handen in de lucht wie gelooft dat kunstenaars eerlijk moeten worden uitbetaald?
Handen in de lucht als je vindt dat alle Vlaamse theaterhuizen de fair practise code zouden moeten tekenen, een gedragscode voor culturele professionals om hun positie te verbeteren.

K
Handen in de lucht wanneer je gelooft dat een jury, zij die bepalen wat kwaliteit is, en een programmatie, hetgeen plek krijgt op de podia, meer representatief moet zijn voor de samenleving? Iedereen die het ermee eens is dat Het TheaterFestival dat vanaf dit jaar moet proberen mag een hand in de lucht houden, zo niet mag je de hand laten zakken

Tot volgend jaar!

Met dank aan Dounia Mahammed, Jana De Kockere, Mira Bryssinck en Thomas Bellinck.

(c) Cillian O’Neill

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

For security, use of Google's reCAPTCHA service is required which is subject to the Google Privacy Policy and Terms of Use.

Tags: , ,