het Theater Festival

Speech Sven Gatz tijdens prijsuitreiking

vr 02 sep 2016

Minister Sven Gatz reikte de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor de Podiumkunsten uit aan Berlin. Herlees en herbeluister hier zijn speech!

Dames en heren,

Liefhebbers van de podiumkunsten

Na de uitreiking van de eerste twee prijzen, mag ik nu zelf de winnaar van de Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Podiumkunsten bekendmaken. Sterker zelfs: niet alleen bekendmaken maar ook inleiden.

Het doet mij plezier opnieuw uw gast te mogen zijn op deze internationale kunstcampus. We zijn al aan de 26e editie van het TheaterFestival toe. Dat klinkt minder feestelijk dan een kwarteeuw. Maar dat betekent hoegenaamd niet dat ik deze editie in Antwerpen met minder interesse zou volgen. Misschien zelfs met meer. Want de laatste weken voor de zomervakantie zijn bewogen geweest, zeker ook voor de podiumkunsten.

Het is vandaag de eerste keer dat ik u sinds de beslissingen over de vijfjarige werkingssubsidies binnen het Kunstendecreet weer ontmoet.

Een dialoog stopt immers nooit. Hij kan onderbroken worden door een beslissing (beslissingen moeten ook genomen worden, ja) maar de dialoog gaat verder. Gelukkig maar.

Laat me daarom eerst even reflecteren over de State of the Union van deze editie. Die heeft voor een levendig debat gezorgd over het wezen van theater. In een naar mijn aanvoelen bevlogen en oprecht gewetensvolle speech heeft Wouter Hillaert een pleidooi gehouden voor wat hij heeft omschreven als radicalisering. Ik heb zijn toespraak met belangstelling gelezen.

Samengevat vraagt Hillaert aan u, de podiumkunstenaars, en in de eerste plaats aan de theatermakers, om meer sociaal geëngageerd te werk te gaan, zowel in jullie organisatie en administratie als op het podium zelf. In de lijn van zijn eigen engagement roept hij op tot geëngageerd theater. Theater dat stelling inneemt in enkele grote thema’s van deze tijd zoals de diversiteit, het vluchtelingenvraagstuk, de klimaatuitdagingen. Telkens bekeken vanuit een sociaal bewogen en ecologisch perspectief.

Engagement is uiteraard verdienstelijk. Maatschappelijk, sociaal en politiek engagement is doorheen de geschiedenis een inspiratiebron geweest voor kunstenaars, voor podiumkunstenaars en zeker ook voor theatermakers. Dat is het vandaag nog.

Maar engagement alleen is mijns inziens niet zaligmakend. Het verbaasde me dan ook niet dat in een krant al snel een repliek kwam op deze State of the Union, van socioloog en cultuurliefhebber Rudi Laermans. Waarop ook een gereputeerd theatermaker als Jan Fabre zich in het debat gooide.

Persoonlijk heb ik niet de minste problemen met geëngageerd theater, ook niet met het ondersteunen ervan. Zolang het engagement, in welke richting het ook stuurt, de individuele vrijheid van de kunstenaar niet beperkt. Kunst is immers divers en daardoor uitdagend, omdat net de individuele vrijheid van de kunstenaar erin wordt gewaardeerd en tot expressie komt.

Cultureel Vlaanderen kent verschillende sterke generaties. Zo zijn o.a. de tachtigers zoals ze door Hillaert omschreven werden, sterke en inmiddels gevestigde kunstenaars, die echter vaak ook sterke individualisten zijn. De oproep van Hillaert om in de kunstensector een sterker wij-gevoel en een grotere eendracht te ontwikkelen, kan het individualisme dat kunstenaars in alle disciplines nodig hebben om zich uit te drukken, in de weg komen te staan.

Ik begrijp daarom Jan Fabre goed, waar hij uitroept, en nu parafraseer ik hem even, om jonge getalenteerde theatermakers niet op te zadelen met het idee dat ze navelstaarders zijn in een ivoren toren, als ze een artistiek traject kiezen dat niét inspeelt op maatschappelijke noden. En als politicus en cultuurminister ben ik een overtuigd tegenstander van het optillen van vormen van sociaal of ecologisch engagement tot subsidiecriteria.

Ik zal dus geen beslissingen voorstellen die blijk geven van mijn voorkeur voor bepaalde artistieke of ideologische richtingen. De vrijheid van de kunstenaar heb ik steeds gerespecteerd. Dat zal ik ook blijven doen. De kunstenaar is vrij, hij of zij moet niets en mag alles.

Dames en heren,

Ik zei al in het begin van mijn toespraak dat ik op deze dag van het TheaterFestival de opdracht heb om de Prijs voor Podiumkunsten uit te reiken.

Het TheaterFestival is, volgens zijn eigen missie, een plek waar publiek en professionelen elkaar treffen bij de selectie van een jury die een jaar lang voorstellingen heeft beoordeeld op hun artistieke en maatschappelijke relevantie. Het Theaterfestival promoot de theatersector, daagt uit en stimuleert door de presentatie van zowel het meest belangwekkende van wat die sector te bieden heeft als het vernieuwende werk van jonge theatermakers.

Zo bekeken hebben het TheaterFestival en de jaarlijkse Cultuurprijs voor Podiumkunsten heel wat overeenkomsten. De jury zocht en vond een persoon of organisatie die het afgelopen jaar is opgevallen, die een bijzondere verdienste had, een opmerkelijk parcours fietste en tot voorbeeld kan strekken voor de hele sector.

Een persoon of organisatie zei ik: wel, voor het eerst sinds de Cultuurprijs voor Podiumkunsten 2010 kiest de jury voor een gezelschap, en wel eentje dat de disciplinaire grenzen tussen theater, film en beeldende kunst/architectuur overstijgt. Deze hybride, interdisciplinaire manier van werken maakt van deze organisatie een toonbeeld van wat podiumkunsten vandaag de dag allemaal kunnen zijn. Ze heeft alle kiemen in zich om een uniek hedendaags repertoire gezelschap te worden, als ze het ten minste niet reeds is.

Dit gezelschap kiest al bijna een decennium lang niet voor brutaal geweld en luid getrompetter maar des te meer voor integriteit en tijd voor verdieping. Het vertelt kleine, heldere, universele verhalen die een documentaire benadering koppelen aan fictie en klassieke vertelkunst combineren met hedendaagse technologie. Verhalen ook die op het eerste gezicht particulier lijken, maar als een pars pro toto iets vertellen over de hele wereld. Verhalen die ook lang na hun première actueel blijven en dat maakt dat deze organisatie een echt repertoire kan opbouwen, in de meest hedendaagse zin van het woord. 

Wat ook opvalt: niet alleen is het gezelschap dat vandaag deze prijs verdient met succes aanwezig in verschillende circuits in Vlaanderen zoals kunst- en cultuurcentra en festivals. Maar ook en vooral wekt zijn enorme internationale spreiding én appreciatie bewondering.

Dat alles maakt dat het mij een bijzonder groot genoegen is u te mogen melden dat de Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Podiumkunsten dit jaar gaat naar Berlin.

Sven Gatz

Tags: , , , , ,