het Theater Festival

Speech Barbara Raes gericht aan Sven Gatz

do 01 sep 2016

Tijdens de uitreiking van de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Podiumkunsten, gewonnen door Berlin, richtte Barbara Raes zich, op vraag van het theatergezelschap, in haar speech tot Minister Gatz. Hier kan u de integrale speech herbeluisteren en herbekijken (vanaf 40′), hieronder kan u hem ook gewoon herlezen.

31082016-TF-prijsuitreiking-small04

(c) Dries Segers

De heren van Berlin zijn erin geslaagd mij gisteren te vragen of ik vandaag iets wou vertellen tijdens de uitreiking van de Cultuurprijs – zucht. Mijn liefde voor Berlin is groot. En zoals dat gaat in de liefde als een vraag te laat komt: je kan misschien wel weigeren met met je hoofd, maar niet met je hart…

Ik moet iets bekennen: hoewel ik hun werk al ken van bij de première van Jerusalem in 2003, heb ik eigenlijk lang niet geweten wie de makers achter Berlin waren. De schermen vertelden de verhalen; het groeten lieten de bescheiden jongens meestal toch liever aan zich voorbijgaan. Zo bleven ze voor mij lange tijd een mysterie, en ik vond dat wel goed zo: een beetje onzichtbaarheid in een veld dat maar al te vaak over grote zichtbaarheid gaat.

Ik vond (en vind) ze slim, die makers. Ze verdiepen zich graag lang in de schoonheid van het kleine. Door in te zoomen op een klein detail uit onze soms zo onwerkelijke werkelijkheid, vertellen ze de grote verhalen van vandaag. Ze laten grote thema’s resoneren door het bijzondere van een plek of een situatie waarvan je nooit had kunnen vermoeden dat het bestond, bloot te leggen.

De basisingrediënten zijn: schilderen met videobeelden, toneel maken met afstand, muziek brengen die evenveel ondersteunt als zelf vertelt. Los daarvan ligt bij elke nieuwe voorstelling de vorm open. Het kan morgen een boek of een tentoonstelling zijn. Het hangt af van wat die mini-maatschappij, die zij als onderzoekers in een laboratorium onder hun microscoop leggen, aan hen vertelt.

Na een voorstelling van Berlin heb je altijd het gevoel dat je zelf op de geportretteerde plek bent geweest of dat je de mensen écht hebt ontmoet. Dat je even geteleporteerd werd. Omdat ze gefascineerd zijn door de schoonheid van complexe duidelijkheid en de curiositeit van onze werkelijkheid. En omdat ze de tijd nemen om die laag per laag te ontvouwen.

“Het leven zoals het is” in pakweg… Bonanza, een absurd mijnstadje vol intriges met nog 7 overgebleven bewoners. Bonanza was de eerste voorstelling van Berlin die internationaal werd uitgenodigd. Naar Fribourg, een festival in de Zwitserse bergen. Ik was er op prospectie en ontdekte dus alsnog in het buitenland wie de makers van Berlin waren. Daarna heeft Bonanza 227 keer gespeeld in 27 verschillende landen. De keuze om al hun gemaakte voorstellingen van de afgelopen tien jaar te blijven toeren is voor hen een consistent antwoord op de productiemechanismen van onze sector.

Dat deze prijs er komt in het jaar dat ze Zvizdal hebben gemaakt is een erkenning voor een oeuvre waaraan langzaam en consequent is getimmerd. Dit stuk werd in de internationale pers al meermaals als ‘een meesterwerk’ onthaald. Zvizdal is één van die zeldzame documentaires waarbij je het de makers toch vergeeft dat ze emotioneel betrokken zijn geraakt. Pedro en Nadia, het oude koppel dat in Tsjernobyl is blijven wonen na de kernramp, leren je werkelijk alles: alles over het leven, alles over het overleven en alles over de liefde. Met als meest gebruikte zin: “Zo is het.” що такі in het Oekraïns.

Beste Minister,

Deze prijs heeft Berlin een hele zomer lang bezig gehouden, want moesten zij nu wel of niet gelukkig zijn met die prijs? Hoe cynisch kon dit zijn: een enveloppe krijgen van een regering die net beslist heeft dat ze niet voor de kunsten kiest? Moesten ze in deze context
vandaag dit geld wel of niet aanvaarden? Moesten ze het weggeven, door- geven of terug af-geven? Een hele zomer lang…

Het werd verwarrend, want een prijs is toch iets wat voluit deugd zou moeten doen en niet zoveel druk zou mogen zetten. Niets is minder waar… Deze prijs smaakt bitterzoet. що такі. Zo is het. Zoet voor de erkenning. Iets waar de Berliners oprecht dankbaar en blij voor zijn. Bitter na de ontgoocheling bij de subsidiebeslissing twee maanden geleden. Ik weet het, wellicht had u gehoopt dat we het er vanavond niet zouden moeten over hebben, want het is toch feest? Maar de essentie van vanavond is dat er niet voluit gefeest kan worden en dat het onze en ook uw taak blijft om het er wél over te hebben.

Berlin behoort (net als vele anderen) tot het soort gezelschap dat met een twee keer “zeer goede” codering én een advies om het gevraagde subsidiebedrag volledig te volgen, na 13 jaar een beetje ademruimte zou krijgen om op een meer duurzame manier te kunnen werken. Dit advies niet volgen is snoeien zonder te laten bloeien. Het staat haaks op de waardering die de jury hier uitspreekt over dit werk, haaks op het grote publieksbereik, lijnrecht tegenover de internationale uitstraling en de economische ‘spil overs’ die het gezelschap realiseert door hun lange tournees.

De Berliners behoren tot de ‘latere instromers’, zeg maar. Het lagere startbedrag waarmee ze mochten beginnen, slepen ze nu opnieuw voor vijf jaar verder mee en hoewel de perceptie van stijging ervoor zorgt dat er niet geklaagd mag worden, wat ze overigens ook
niet doen, wil ik toch graag even benoemen wat de impact van deze beslissing in de praktijk is. Ik zal spreken voor Berlin maar ik ken genoeg kunstenaars die vandaag in een parallelle of nog slechtere situatie zitten.

Zoals gezegd is Berlin internationaal een graag geziene gast. Dat is op zich fantastisch en creëert een bron van hun nodige productiebudget, maar in de praktijk is dat gewoon niet haalbaar of houdbaar wegens simpelweg onderbemand. En dan krijg je scenario’s als dat
waarin de maker niet aan het maken is, maar zijn vrachtwagenrijbewijs aan het halen is om met het decor naar het buitenland te kunnen rijden. Of je zit na 13 jaar nog steeds in de situatie dat de productieleider ook de communicatieverantwoordelijke is en de verkoop moet doen. Je zou het een gezonde afwisseling in de job kunnen noemen, maar wanneer drie jobs in één persoon worden geperst, voel je mentaal en fysiek dat er iets niet meer klopt.

Dit is de reden waarom ik gisteren dus toch besliste dat ik vandaag iets wou zeggen. Omdat ik – en met mij zovelen – me zorgen maak. Niet alleen om mijn geliefde Berlin, maar om de mensen in deze en andere zachte sectoren. Je hoeft geen visionair te zijn om te weten wat er nu gaat gebeuren. Een sector die vol loopt met gepassioneerde, flexibele mensen gaat constructief proberen verder doen, nog harder werken, nog meer op het tandvlees zitten. Alsnog de droom proberen te realiseren. Het is van een schrijnende schoonheid. Het aantal burn-outs is een bekommernis die u ongetwijfeld met mij deelt. Ik wil ze de komende jaren niet te eten moeten geven.

De politieke beslissing om 0,46% van de totale Vlaamse begroting aan de kunstensector te spenderen is niet waardenvrij. Het weerspiegelt een maatschappijvisie die alles afbouwt wat bijdraagt aan een solidaire, genereuze en warme samenleving.

Een maatschappijvisie waar u zich als Minister van Cultuur, niet alleen vragen bij moet stellen, maar die u ook met al uw politieke kracht en politieke moed moet bekampen.
Want zijn u en ik het niet met elkaar eens als het gaat over de noodzaak van de kunsten en cultuur in tijden van crisis?

Omdat ze ons terug bij elkaar brengen wanneer de wereld uit elkaar spat. Omdat ze een samenleving nieuwe inzichten, zelfreflectie en debat te bieden heeft. Omdat ze geen compassie hebben met vooroordelen, extremisme, fanatisme en xenofobie, maar dit recht in de ogen kijken en genadeloos weerspiegelen. En omdat ze bovendien doen wat iedereen blijkbaar verwacht in tijden waarin alles nuttig of rendabel hoort te zijn: jobs en
economische groei creëren.

En daarom ben ik zo benieuwd naar wat u, meneer de Minister, deze zomer hebt bedacht. Of u zich de concrete consequenties in de praktijk van deze beslissing hebt kunnen voorstellen, en wat uw ideeën zijn voor de toekomst in deze precaire omstandigheden?
Hoe kunnen wij samen strijden tegen deze trend van flagrante politieke desinteresse voor kunst en cultuur en alle sectoren die staan voor het zorgende en menselijke aspect van deze samenleving ?

We willen het er graag met u over hebben, maar écht over hebben. Want wij willen dat terug bij elkaar krijgen: dat ‘samen’ en dat ‘leven’. Het is een vraag, meneer de Minister, die u nu misschien met uw hoofd nog kan weigeren, maar niet met uw hart.

що такі.

Barbara Raes

(c) Dries Segers

Tags: , , , ,