het Theater Festival

Samenkomen in de spreiding

vr 08 sep 2017

 

Vandaag organiseerden VVC, oKo, Kunstenpunt en Het TheaterFestival een Ontmoetingsdag voor een nieuwe alliantie voor de kunsten in de lokale gemeenschap. Een titel en werk van lange adem. Onze hoofdredacteur stuurde mij weg op studiedag en verzekerde me dat ik veel zou bijleren. Hierbij een klein overzicht van de lessen die ik tijdens deze educatieve uitstap heb getrokken.

Lieselore Remans

(c) Tina Herbots

1

Een eerste bekommernis was het algemene thema. Er valt namelijk veel te ontmoeten, er zijn veel vragen die allemaal samenhangen. Waarover gaat het nu, hoor ik u denken. Ik citeer de toekomsttekst van het A-overleg van de cultuurcentra: “het gaat over een cultuurvisie die verder reikt dan de volgende verkiezingen waarin cultuurcentra een speelbal worden in een (lokaal) politiek spel”. Een wegvallende Vlaamse instantie maakt dat de lokale autonomie beslist over de cultuurcentra. Mogelijke signalen uit de sector: een budget onder druk, personeelsbestand onder druk en een verantwoording van programmatie. Uitkijkend naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 is er nood aan een nieuwe alliantie. Maar daar weet u nog niet veel mee.

2

Hét cc is niet meer, leve het cc! Er heerst namelijk een wildgroei aan invullingen van de term ‘cultuurcentrum’. Sommige profileren zich als huis, andere weer als kunstcentrum en nog andere als een zuivere speelplek. Daarbij durft de verhouding tussen produceren en presenteren ook al eens te verschillen. Hoe kan er een onderscheid gemaakt worden als elke situatie contextgericht is?

3

Deze samenkomst is duidelijk geen negatief verhaal. Hoe kunnen we werk maken van die lokale beleidsverschuiving? De cc’s trachten een vertraagde voorsprong te nemen op de nakende beslissingen, een alliantie versterkt die positie. Geen enkele teneur van concurrerende cc’s of ellebogenwerk. Allemaal vriendjes van elkaar.

4

Er is nood aan een overlegplatform, een instantie die expertise kan garanderen. Sinds LOCUS en Bibnet gefuseerd zijn tot Cultuurconnect, dat voornamelijk inzet op digitalisering, is zo’n overlegplatform er niet meer voor cultuurcentra. Spreken we nog eens af? Komt hier een vervolg aan? Meer samenzitten impliceert meer kennis en meer duurzaamheid. Een concreet voorstel is de Nieuwe Regionale Alliantie – geen politieke partij voor alle duidelijkheid – waar nagedacht moet worden over de omgeving van de cc’s en over nieuwe methodieken. Maar het uitgemolken idee van duogesprekken bleek vandaag toch nog te werken.

5

Er bestaat voor samenwerken uiteraard een beter synoniem: synergie. Samenwerken levert veel op, een hippere term als synergie zorgt er misschien voor dat we er sneller aan beginnen. Bovendien bestaat er een verschil tussen besparende en additieve synergie, een streven naar efficiënt werken of kosten drukken enerzijds en een streven naar een breder publiek anderzijds. Beide tendensen hoeven elkaar niet uit te sluiten, het is slechts een kwestie van samenwerken.

6

Ik heb vernomen dat programmatoren van cc’s echte netwerktijgers zijn. Els De Bodt opende haar spreken met de vaststelling dat veel programmatoren haar ’s ochtends meden omwille van haar opiniestuk dat vandaag in De Standaard verscheen, waarin ze waarschuwt dat het evenwicht tussen onderhoudende en verrijkende cultuurcentra verloren dreigt te gaan. Afgezien van de vraag waarvoor de programmatoren bang zijn, kunnen we ons eerst buigen over de vraag waar ze wél heen willen. Misschien moeten we hierbij ook een andere werkgroep oprichten waarin we de functie van programmator definiëren: Wie is hij? Wat doet hij? Wat drijft hem? Hij is bezig met de kunsten en tegelijk met het publiek.

7

Publiek, het hekelig woord is gevallen. Zonder die aanwezigheid bestaat de voorstelling per definitie niet.  Er bestaat echter een zeer dunne lijn tussen vraaggestuurd en aanbodgericht programmeren. Antwoord bieden op de thema’s die de bevolking aangaan impliceert geen platgewalst consumentisme. Er zijn veel uitdagingen; het brede schoolpubliek trekken naar andere voorstellingen, de lokale bevolking betrekken, het verhaal van het huis kenbaar maken. Een mogelijke strategie is om in de plaats van het publiek rechtstreeks tot het product te leiden, het eerst naar de tussenschakel van de maker te brengen. Het beperkte publieksegment is een veelvoorkomende bekommernis, de initiatieven zijn echter veelvuldig en hoopgevend.

8

Ik heb tevens een neologisme opgepikt in het discours van Staf Pelckmans van De Warande: glokaal. De term komt in deze sector in een groter semantisch kluwen terecht, net naast interlokaal, bovenlokaal en niet-lokaal. Het woord lokaal was uiteraard ook enorm in trek. Door een lege penvulling heb ik mijn turfwedstrijd een halt moeten toeroepen.

9

Een aangename zuurstoftoevoer kwam van de jongeren TOCHT met hun interventie Bingo van de hoopvolle maar afgezaagde clichés. Practice what you preach. Maar hebben jullie ook goed opgelet tijdens de estafetteronde? Hierbij geef ik jullie een spel in ruil: plaats de volgende uitspraken bij de juiste persoon. ‘Is hetpaleis te duur?’ ‘hetpaleis is te duur’ ‘Mensen willen ook gewoon eens een avond naar de televisie kijken.’ ‘Dan kunnen we het nu eindelijk over kunst hebben.’ ‘We zijn eigenlijk een soort van warenhuis.’ ‘Daar zie ik wel brood in.’ ‘Het feit dat ik dit cijfer uit mijn duim zuig doet niets af aan mijn argumentatie.’ Geef jullie antwoord in een gele briefkaart af op onze redactie en misschien valt er wel iets moois te verdienen!

10

De laatste les die ik heb getrokken is dat de les nog niet is getrokken. Er volgt nog een uitgebreid verslag en dat ga ik eerst op mijn gemak bekijken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

For security, use of Google's reCAPTCHA service is required which is subject to the Google Privacy Policy and Terms of Use.

Tags: