het Theater Festival

Onbeschaamd praten over jezelf en je werk

do 08 sep 2022

Naast het programma met de genomineerde voorstellingen is het reflectieprogramma van Het TheaterFestival intussen een gevestigde waarde. Het eerste event op de planning dit jaar was LET’S TALK ABOUT YOUR WORK, dat sinds 2019 georganiseerd wordt in samenwerking met Mestizo Arts Platform. De artiesten die een work-in-progress presenteren tijdens WIPCOOP 2022 en de genomineerden voor de Roel Verniers Prijs 2022 konden woensdagavond deelnemen aan de workshop Pitch & Feedback die begeleid werd door performer, choreograaf en dansdocent Alesandra Seutin. Hoe pitch je je project? Hoe stuur je een gesprek in de richting van de feedback waar jij naar op zoek bent? Op zoek naar antwoorden op die vragen trok ik erheen.

Rune Wittouck 

Met een ontgoochelende durum kebab in de hand kom ik met de fiets aan bij De Kazematten, waar LET’S TALK ABOUT YOUR WORK plaatsvindt. Ik maak kennis met enkele artiesten en volg een gesprek over hoe het veranderen van brilmontuur mogelijk ook figuurlijk je blik of zelfs je identiteit zou kunnen veranderen; of eerder over de hoop dat dit zo mogelijk is. Enkele keren moet ik uitleggen dat ik niet vanuit WIPCOOP kom en – spijtig genoeg – nog niet genomineerd ben voor de Roel Verniers Prijs. Ik kom ‘gewoon’ een verslagje maken voor de TheaterFestivalRedactie. 

We gaan naar boven, naar de studio. Na een groovy opwarming volgt een klassiek kennismakingsrondje: wie, wat, waar, waarom – je kent het wel. Het valt me op dat veel artiesten zichzelf in hun pluraliteit presenteren: er zijn theatermakers, schrijvers, choreografen, dansers, peformers, video-editers, regisseurs, toneelspelers, acteurs, vrijwel altijd verenigd in één persoon. Met alle ‘hybride’, ‘interdisciplinaire’ vormen lijkt jezelf als artiest voorstellen een steeds lastigere zaak. Moet je om jezelf te presenteren eerst weten wie je zelf bent en wat je allemaal doet? Ik zou het zelf niet weten. 

Voor de eerste oefening van de workshop krijgen telkens twee deelnemers dertig seconden de tijd om mondeling aan elkaar hun werk te presenteren. Vervolgens worden de pitches besproken en is het aan de volgende twee. In de workshop worden enkele modellen voor het vragen van feedback voorgesteld, maar ‘Wat je voor jezelf nodig hebt, hou je bij. Wat je niet nodig hebt, laat je los’, zegt Alesandra. Het zou spijtig zijn als er één model was. Je mag zelf uitmaken waar je nood aan hebt.

Er komt ter sprake dat het soms moeilijk is jezelf en/of je werk te verkopen. Je wilt ook niet opschepperig overkomen. Maar ‘zelfzeker’ zijn is nog altijd iets anders dan ‘opscheppen’, klinkt het, en ‘wie kan je werk beter verkopen dan jijzelf?’ Misschien is het iets typisch Belgisch, die angst om een arrogante indruk na te laten. Het ligt in de lijn van het stereotype dat Nederlanders veel directer zijn. Het is een kunst zonder schroom, onbeschaamd te praten over je werk, maar zou het niet mooier zijn als we dit allemaal zouden kunnen? 

Om deel te kunnen uitmaken van het redactieteam van dit jaar heb ik zelf bijvoorbeeld een kandidatuur van anderhalve pagina doorgestuurd. Dat was ongetwijfeld wat overdreven van mij en de digitale muur hielp me enorm. Rustig, op het gemak iets op papier kunnen voorbereiden zonder de ontvanger direct voor je te hebben – subsidiedossiers tellen hier niet mee –, is iets eenvoudiger dan bijvoorbeeld in een lift je concept te pitchen. De laatste keer dat ik een bekende theatermaakster op de trein tegenkwam – ik zal maar niet zeggen wie het was – was socializen dan weer een stap te ver.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Tags: ,