het Theater Festival

Mokhallad Rasem: ‘Misschien is alles verbeelding. Of misschien is alles het leven.’

di 08 sep 2020

Met Dagboek van een leeg bed nodigt theatermaker Mokhallad Rasem de toeschouwer uit om na te denken over afscheid en nieuw begin, op basis van zijn dagboeknotities. Wanneer we als toeschouwer die uitnodiging aanvaarden, begint er een reis naar diepzinnige gedachten en heftige emoties. Voor Rasem zelf is deze innerlijke reis tussen droom en realiteit enkel mogelijk in zijn moedertaal, het Arabisch. 

Rojda Gülüzar Karakuş

© Kurt Van der Elst

Het uitgangspunt voor Dagboek van een leeg bed is jouw levensverhaal van Irak naar België. Wanneer begint jouw verhaal precies in de voorstelling? 

Mokhallad Rasem: ‘Toen ik zeventien was, begon ik heel veel teksten te schrijven: over de realiteit, de oorlog, de mensen, Hitler… Kortom over alles, niet alleen biografische teksten. Ik zag bijvoorbeeld iets en schreef direct voor mezelf op wat ik had gezien. Die notities van op mijn zeventien zijn soms ontstaan vanuit mijn verbeelding of mijn fantasie. Als ik de teksten later nog een keer opnieuw las, merkte ik op hoeveel ik veranderd ben. Maar ook nu vertrek ik nog altijd vanuit mijn eigen situatie tijdens het schrijven.’

In jouw voorstelling zien we echter geen chronologisch verhaal. Waarom heb je deze fragmentarische manier van vertellen gekozen? 

‘Ik heb ook het leven niet logisch ontdekt. Er is geen duidelijke lijn in het leven voor mij. Dat heeft grote invloed op mijn werk. Deze voorstelling is heel fragmentarisch, net zoals het leven ook steeds verandert. Een dag kan anders zijn dan de volgende dag. Het ritme, de sfeer en de muziek verandert altijd. Het leven kan zichtbaar en mooi zijn, terwijl het ondertussen ook onzichtbaar en slecht kan zijn.’ 

Wanneer heb je besloten om die dagboeknotities te gebruiken op het podium? 

‘Twee jaar geleden kwam ik op het idee om iets te doen met deze notities in een voorstelling. Maar hoe kan ik deze notities theatraal maken? Ik las mijn notities verschillende keren opnieuw en heb dat idee een jaar lang in mijn hoofd laten ontwikkelen tot een theatrale vorm. Om die vorm te bereiken, gebruik ik de dozen als hoofden van mensen op het podium. Elke mens heeft een doos waarin alle gedachten verzameld worden.’ 

© Kurt Van der Elst

Het was een nieuw begin voor jou om naar België te komen. Hoe waren jouw eerste jaren in België als anderstalige acteur? 

‘De taal is mijn eigen wapen. Ook voor de andere mensen is de taal heel belangrijk. In het begin was het natuurlijk heel moeilijk te interpreteren wie ik ben of wat ik bedoel. Hoe kan ik over iets discussiëren zonder taal? Daardoor werden mijn ogen mijn taal. Via mijn ogen begrijpen sommige mensen wat ik wil zeggen. Met mijn lichaamstaal sprak ik. Soms maakte ik tekeningen om te vertellen wat ik bedoelde. Als je met de mensen wil communiceren, is er altijd een alternatief. Maar het blijft echter moeilijk. Wanneer er iets gebeurd is, kan ik bijvoorbeeld niet precies zeggen wat er aan de hand is. Als regisseur of acteur heb ik dat ook meegenomen in mijn werk. Daarom werk ik graag met beelden en gebruik ik mijn visuele kracht. Hier in België zijn er ook acteurs uit verschillende landen, met wie ik werkte. Dat hielp  mij op het podium. Ik ben steeds op zoek naar andere manieren om met toeschouwers te communiceren.’

Je beschrijft Dagboek van een leeg bed als een poëtische uitnodiging.  Wat was jouw inspiratie om voor dit soort innerlijke en poëtische verbeelding te kiezen? 

‘Ik vraag me ook af of het interessant is als je in een voorstelling alles letterlijk vertelt op het podium. Ik kijk zelf naar het leven op een poëtische manier. Altijd probeer ik de realiteit en de verbeelding door elkaar te laten smelten. De poëzie komt vanuit jouw eigen ziel. Voor mijn werk is de inspiratiebron de beelden en de situaties die ik had gezien in Irak. Die herinneringen komen altijd opnieuw bij mij op. Toen ik mijn gedachten noteerde, had mijn ziel gewoon behoefte om te schrijven.’

Hoe helpt de Arabische taal jou om die poëtische structuur te creëren? 

‘Ik ben opgegroeid met het Arabisch. Dat leeft heel diep in mijn hart en in mijn ziel. Natuurlijk ken ik alle symbolen en metaforen van het Arabisch. Volgens mij is een taal er niet enkel voor communicatie. Er zit een heel diepe betekenis in een taal, waarbij de structuur van een taal jou vormgeeft. Zo is de verleden tijd in het Arabisch bijvoorbeeld helemaal anders dan het Nederlands, en dat geeft mij vorm. Als je teksten vertaalt, kan je de betekenis van de woorden verliezen. Dat wilde ik vermijden.’

© Kurt Van der Elst

Kan je jouw lievelingszin uit de voorstelling vertalen voor ons? 

‘Ik herhaal in de voorstelling de zin: “Voor we gaan slapen, moeten we afscheid van elkaar nemen om geen schaamte te voelen, want we kunnen de volgende dag elkaar verliezen.” We moeten elke dag afscheid van iemand nemen. We weten niet wat er morgen gaat gebeuren.’

Hoe zijn de reacties van de toeschouwers op de Arabische taal uit de voorstelling? 

‘Dat is een goede vraag. (lacht) Denk nog eens aan Bach. De muziek van Bach spreekt jouw ziel aan. Volgens mij wordt in de voorstelling de taal een Arabisch liedje en luisteren de toeschouwers naar die muziek. Ze zijn meestal aan het genieten van de melodie. Er zijn Franse, Engelse en Nederlandse boventitels, maar sommigen volgen de boventitels niet altijd. Wat ik zeg of bedoel, voelen ze.’

Welke vraag heb je jezelf het meest gesteld tijdens het maakproces? 

‘Daar moet ik even over nadenken… Misschien toch dat ik niet alles kon brengen op het podium. Vanaf mijn zeventien jaar tot twee jaar geleden heb ik heel veel van mijn geschreven notities verzameld. Het was onmogelijk om alles te gebruiken in de voorstelling. De vraag was daarom hoe ik keuzes moest maken.’

Kunnen we jouw voorstelling als een vluchtelingenverhaal zien?

‘Nee, daar gaat het totaal niet over. Het gaat over een mens die een leven beschrijft. Ik gebruik zelf die woorden ook niet. Ik benoem mijn werk niet zo. Natuurlijk heeft de politieke situatie invloed op de mensen, maar je kan in de voorstelling zien dat het verhaal tijdloos is. Het gaat ook niet over een bepaald land. De verhalen vanuit mijn eigen leven zijn soms echt, maar soms zit er fantasie in. Het speelt zich af tussen droom en realiteit.’ 

In hoeverre is je leven je werk?

‘Dat is heel belangrijke vraag. Er is geen scheiding voor mij. Mijn werk is mijn leven en dat is ondertussen omgekeerd. Mijn werken zwemmen altijd in mijn leven of mijn leven zwemt in mijn werken. Zonder mijn werk kan ik niet leven. Soms schrijf ik over mijn leven en besef ik dat wat ik schreef toch niet komt uit mijn leven. Misschien is alles verbeelding. Of misschien is alles het leven.’ (lacht)

Droom je ervan om deze voorstelling ook in Irak te spelen? 

‘Jazeker. Dat is heel belangrijk en ik hoop dat dat kan gebeuren in de toekomst.’ 

© Kurt Van der Elst

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Tags: , , ,