het Theater Festival

Michiel Vandevelde over Antithesis, the future of the image

ma 29 aug 2016

Naakt

Michiel Vandevelde is een jonge kunstenaar die ons observatievermogen als toeschouwer sterk uitdaagt. Zijn choreografie Antithesis, the future of the image stelt de vraag naar wat beelden met ons doen. Met zijn bewerking van bekende videoclips, popmuziek, en het klassieke, naakte lichaam laat hij ons beseffen dat de beeldcultuur van vandaag lang niet zo onschuldig is. Of hoe een dansvoorstelling een politiek/filosofisch impact kan hebben, gewoon door ernaar te kijken.- Mia Vaerman

Antithesis 2 (c) Clara Hermans

(c) Clara Hermans

Van Michelangelo tot Gangnam Style

Choreograaf Michiel Vandevelde doet in Antithesis, the future of the image iets uiterst ongewoons: hij overlaadt de toeschouwer met tekst. Die tekst vormt een tegenstelling met zijn dans. Het opzet van de jonge choreograaf is enerzijds om teksten te herwaarderen. “Het gegeven dat die tekst samen gelezen wordt, is een soort gemeenschappelijk gebeuren”, zegt hij. Anderzijds krijgt de toeschouwer ook gedanste beelden te ‘lezen’. Zijn bewegingen zijn overgenomen uit muziekvideo’s.Het zijn videoclips die bestaan en die onze publieke sfeer in zekere zin overheersen, of die daar alleszins heel erg aanwezig zijn.” Door zich de dansclips toe te eigenen wil Michiel evengoed komen de beeldtaal herwaarderen.

Naarmate de voorstelling vordert, vermengen de clips zich met schilderijen uit de kunstgeschiedenis. Henri Matisse met La danse en Michelangelo met Creatione di Adamo, bijvoorbeeld. Daarmee gaat de choreograaf terug naar oudere beeldcultuur. De naaktheid in de voorstelling is voor hem puur een kostuum om beelden van het naakte lichaam – vaak met het pornografische verbonden – te revaloriseren. Blote torsos refereren immers ook naar de naaktcultuur van de Grieken.

Een van de vertrekpunten voor de voorstelling is het kannibalistisch manifest van Oswald de Andrade, een Braziliaans theoreticus en kunstenaar. Dit belangrijk manifest in de kunstgeschiedenis van Brazilië gaat erover dat ze de invasieve cultuur, van de toenmalige kolonisators, niet willen afstoten, maar juist opeten. Dat ‘kannibaliseren’ staat voor het verteren en het uitscheiden ervan in een totaal andere vorm. Michiel gebruikt liever de term re-appropriatie, her-toe-eigenen, omdat het kannibalistisch manifest ook met de geschiedenis van de kolonisering te maken heeft en Europa daar net aan de andere kant van het verhaal staat. “Wat is invasie in mijn, in ons leven? Dat is de popcultuur.” In zijn selectie videoclips zitten bewegingen die velen bekend zijn: Gangnam Style van Psy, Single Ladies van Beyonce, Harlem Shake van Baauer.

Een extreem getimede voorstelling

Geen enkel materiaal in Antithesis is origineel. Alle tekst komt uit bestaande teksten, alle choreografie komt uit bestaande dans. Door de choreografische operaties die Michiel erop uitvoert – vertragen, versnellen, vergroten, verkleinen, herhalen, achterstevoren dansen,… – ondergaat het materiaal een transformatie. Het resultaat is een extreem getimede voorstelling.

Antithesis 1 (c) Clara Hermans_bew

(c) Clara Hermans

Kern van deel I van Antithesis is dat we ons niet bewust zijn van het samenspel tussen beeld, ideologie en technologie. Die drie elementen vormen de basis van het hedendaags kapitalisme volgens Michiel. Maar de boodschap is veel meer gelaagd. Er is ook nog de re-appropriatie van bekende muziek – Adele, LMFAO , Lady Gaga en Miley Cyrus. Op een gegeven moment klinkt zelfs Dance macabre van Camille Saint-Saens – binnen de muziekgeschiedenis beschouwd als een soort popmuziek van de klassieke muziek. Alles wordt omgezet naar het geluid van orgel in de kerk, en daarmee teruggebracht naar een analoge manier van muziek maken. Dat komt dan weer overeen met de natuur van theater: die is zelf ook analoog. “Al het digitale wordt in de voorstelling omgezet naar een analoge vorm. Behalve de tekst, gek genoeg, want die is geprojecteerd via een machine.”

Deel II van de voorstelling vormt de antithese voor deel I. Het eerste is meer lineair, het tweede meer fragmentair – meer de conditie van Facebook. Deel II begint met een fragment uit L’historie du cinema van Jean-Luc Godard, en is een tekst van Victor Hugo over de oorlog in Servië. Het gaat over conflictsituaties. Hiermee keert de danser/choreograaf terug naar een soort basisconditie ten opzichte van de technologie. Het valt hem op dat er nog altijd oorlogen zijn, ondanks de technieken die we uitvinden. Misschien is technologie niet per se de kern van het probleem? Een concreet antwoord erop ziet Michiel in de Koerdische enclave Kobani, waar een lokaal, direct democratisch bestuur de samenleving vormgeeft. Dit soort bestuursvormen sluiten voor Michiel aan bij het analoge model. Waarmee zijn antithese de technologie achterwege laat en teruggaat naar de mens in al zijn naaktheid.

De kracht van de black box

Veel informatie om te verwerken in één voorstelling. Maar gelukkig kan de toeschouwer gewoon in de publieksstoel plaatsnemen: het kijken gebeurt vanzelf. En analoog. “Het analoge is voor een jongere generatie misschien de dood van het theater, omdat jongeren door het digitale zowat gestopt zijn met naar theater gaan. Het is zo’n saaie bedoening!” Maar misschien maakt dat dan juist ook de kracht ervan uit: in z’n ‘ouderwetsheid’ is er in het theater nog een subversieve breuk mogelijk ten opzichte van de openbare ruimte.

Antithesis 3 (c) Clara Hermans

(c) Clara Hermans

“Lange tijd dacht ik: theater is een burcht, waarom trekken we niet de straat op?” Tijdens z’n opleiding bij P.A.R.T.S. experimenteerde Michiel daar al mee. Hij bouwde een tent in een park, samen met het publiek, om een openbare discussie op te zetten . Maar hij merkte dat de concentratie vaak zoek was. Mensen werden afgeleid door wat er rondom gebeurde. In PUBLICOPENSTUDIOSPACE repeteerde hij een maand lang in de openbare ruimte. Met scenograaf Jozef Wouters en Menno Vandevelde bouwde hij een toren langs de spoorweg. Bedoeling was om een trein te doen stoppen – een verhaal over traagheid en snelheid. De impact was groot. “Maar het was vooral circus, omdat er drie jongens ‘iets leuks deden’. Mijn conclusie was dat we vooral meededen aan de spektakelmaatschappij.”

Dus trok Michiel terug de zaal in. In 2013 werkte hij voor fABULEUS met jongeren aan de voorstelling Love Songs. Toen ontdekte hij de kracht van die ruimte: er was veel meer concentratie. “Met een beperkte groep van toeschouwers samen kijken naar een voorstelling, er een uur lang over nadenken, en misschien zelfs discussiëren erna… daar zit een enorme kracht in, denk ik.” Wat Jana Tupivic ‘Het theater als negatieve ruimte’ noemt, biedt bovendien precies het tegengestelde van de publieke ruimte, waar alles positief moet zijn en happy voorgesteld wordt. “Om te verkopen, mag er in de Nieuwstraat geen negatieve sfeer hangen…” De black box van het theater kan precies het tegendeel bieden.

Tags: , , , ,