het Theater Festival

Little Conversations on Big Topics

za 14 sep 2019

Vandaag vond The Big Conversation plaats. Dat Grote Gesprek is een debatconcept waarbij telkens enkele hete hangijzers omtrent een bepaald thema worden besproken in kleine groepen, met voor elk onderwerp een kunstenaar met relevante ervaring. Vandaag was het programma een samenstelling van de tien meest besproken onderwerpen van het voorbije seizoen. Wij zetten bij drie daarvan alvast onze conversations op een rijtje. 

Ans Van Gasse

© Elsemieke Scholte

Identiteitstheater versus repertoire?

Hoe kijken naar solo’s of verhalen van makers met een meervoudige achtergrond? Niet zelden blijkt ‘het andere’ in de weg te zitten, ook bij critici. ‘Een zoveelste verhaal over de eigen roots, moeten we daar niet voorbij?’ Over nieuw repertoire, recensies met blinde vlekken en de verwarde strijd tussen ‘kwaliteit’ en ‘identiteit’.

Wat zegt de redactie?

De term ‘identiteitstheater’ deed bij ons alvast stof opwaaien.‘Wanneer iemand van gemengde afkomst theater maakt over het cultureel archief dat hen inspireert, noemen we het identiteitstheater. Wanneer witte mensen dat doen, noemen we het repertoire’, zegt Simon J. Bellens. ‘Theater zegt àltijd iets over je plaats in de wereld.’ Ook Ans Van Gasse wijst erop dat het plakken van termen misschien problematischer is dan waar we met die termen naar verwijzen: ‘Natuurlijk is er een soort archief waarop je terugvalt, en ook een collectief geheugen. Maar vanaf je dat “repertoire” noemt of je daar expliciet tegenin gaat, heb je te maken met machtsstructuren. Het is van die structuren dat we af moeten.’ Emmanuel van der Beek verwijst echter naar producties als Aardappelbloed van Emma Lesuis, die voor hem verrijkend werken. ‘Al met al weten we weinig over de achtergrond van veel mensen die hier wonen. Ik zie niet in waarom zo’n verhaal geen waardevol theater kan zijn.’ Sanne Stassijns kijkt dan weer vooral uit naar wat mensen van gemengde afkomst te zeggen hebben over andere thema’s: ‘Ik denk dat ze toch ook gewoon willen spelen, zonder steeds die vragen over achtergrond.’ Lotte Lola Vermeer sluit zich daarbij aan: ‘Je identiteit of afkomst kan een onderdeel zijn van je inspiratie, maar an sich is het niet voldoende. Ik ben dan vooral nieuwsgierig naar volgende voorstellingen en hoe alles met elkaar gaat resoneren.’

 

Doe eens iets met nieuwkomers 

Zeker sinds de ‘vluchtelingenzomer’ van 2015 lijkt ‘theater met mensen van elders’ wel een nieuw genre geworden. Druk worden ‘nieuwkomers’ gesolliciteerd voor participatieve en andere (podium)projecten. Of zo lijkt het toch. Nemen we hun verhaal en artistieke mogelijkheden echt serieus? Kijken we ernaar als mensen of als een categorie? Wat zijn volgens de betrokkenen zelf de juiste voorwaarden om samen theater te maken?

 

Wat zegt de redactie?

Emmanuel vindt dat we niet over ‘vluchtelingentheater’ kunnen spreken als een genre, maar als een thema dat in veel vormen aan bod komt. ‘We moeten vooral blijven praten mét en niet over. Nieuwkomers moeten zelf aan het woord komen.’ Lotte Lola twijfelt: ‘Ik vrees ervoor dat dat wel vaak een excuus is voor iets dat lekker klinkt in een subsidiedossier. We kunnen maar hopen dat de intenties meestal oprecht zijn. Ik hoop dan ook dat er wordt samengewerkt op basis van gelijkwaardigheid.’ De inhoudelijke bijdrage voor nieuwkomers staat volgens Lotte dus nog vaak ter discussie. Ook Simon denkt er zo over: ‘Er ligt commodificatie op de loer als je met zo’n groepen werkt: nieuwkomers lijken consumeerbare producten.’ Toch is het volgens Simon niet zo simpel te stellen dat dit eigen is aan de projecten zelf. ‘Dat ligt vooral in de blik van de toeschouwer, want het gaat hier voor die mensen zelf vaak vooral om het maakproces. Misschien moeten we leren om daar gewoon getuige van te zijn.’ Ook Ans ziet de balans tussen gevaar en geluk overhellen. ‘Als proces kan dat heel emanciperend zijn, maar als product is het wel iets heel moeilijk. “Iets met nieuwkomers” mag niet worden gezien als iets dat sowieso beter is vanwege die maatschappelijke insteek: dat ontmenselijkt net de deelnemers. Die willen ook gewoon iets goed maken, denk ik.’  

 

Moet oud out?

Middelen zijn schaars en jonge makers aantrekkelijk. Zo lijkt zich nu in de podiumkunsten een generatiestrijd af te tekenen om plek en middelen. Moet de oudere generatie er willens nillens uit om plaats te maken of laten we ons zo onnodig tegen elkaar uitspelen? Is de generatiekwestie louter een esthetisch vraagstuk of zien we een economische factor over het hoofd?

Wat zegt de redactie?

De groep is hoopvol. Zowel Ans als Lotte Lola verzetten zich tegen de generatiekloof. ‘Jonge makers worden vaak gecoached door oudere, maar echt gelijkwaardig is die samenwerking niet. Dat kan wel anders langs beide kanten: meer naar elkaar kijken en in gesprek gaan’, zegt Lotte. Volgens Ans zijn de grenzen tussen generaties ook grotendeels artificieel: ‘We kunnen allemaal van elkaar leren en zouden allemaal meer moeten samenwerken. Er valt zoveel meer te ontdekken als we zo’n ideeën loslaten.’ Simon ziet dit dan weer als een nieuw diversiteitsprobleem: ‘Het lijkt alsof we steeds meer een bepaald soort diversiteit omarmen, maar dat andere vormen niet worden beoordeeld. Als diversiteit als waarde wordt gekoesterd, en we van theater een vrijplaats voor ontmoetingen willen maken, moet vanzelfsprekend niemand out.’ Ook Sanne pleit voor samenwerking. ‘Het is toch gewoon saai om alleen naar jonge spelers te kijken?’ Emmanuel is helemaal pro de voorstellen tot dialoog waar de redactie over spreekt, maar wijst ons er wel op dat we waakzaam moeten zijn. ‘We moeten er nog wel op toezien dat budgetten niet worden opgeslorpt door bekende namen die enkel meedoen om volle zalen te garanderen.’

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

For security, use of Google's reCAPTCHA service is required which is subject to the Google Privacy Policy and Terms of Use.

Tags: ,