het Theater Festival

Lisa Verbelen: ‘Ik vind het een interessante opdracht om in je eentje zo samen mogelijk te zijn’

do 03 sep 2020

Als kind dacht ik dat dweilen met de kraan open een spel was. Gaandeweg leerde ik dat je aan iets wat onmogelijk lijkt beter niet begint. En toch is dat net de drijfveer van Lisa Verbelen. In een glitterpak, gewapend met een handvol woorden en een gitaar, probeert ze in haar solo ALL. een rockband te worden met één doel: alles te vatten.

Johannes Lievens

© Jan Rymenants

In ALL. stap je als toeschouwer een bijzondere wereld binnen. Hoe zou je die wereld omschrijven?

Lisa Verbelen: ‘Het is een wereld waarin veel dingen zijn weggelaten. Tijd blijft erin over, beelden van tijd. Het is een heel eenzame – of nee – allenige wereld. De binnenkant van één iemands hele lichaam.’

Er zit ook veel herhaling in de voorstelling. Het podium beweegt voortdurend van voren naar achteren, je gebruikt een loopstation om een lied op te bouwen… Waarom?

‘Ik vind herhaling iets heel fascinerend. Je kan niet iets precies nog eens opnieuw doen, en dat is ook prima. Het feit dat je blijft proberen vind ik iets heel schoons. Iets heel menselijks. Ik heb vaak dezelfde gedachtes, maar ik denk niet vaak: “ah, dat wist ik al.” Het gaat meer over de hoedanigheid waarin iets tot je komt.’

‘Voor ALL. vond ik de muziek van de film Ascenseur pour l’échafaud van Miles Davis inspirerend. Die muziek draait om een thema dat telkens mislukt. En elke keer denk je: “Ja! ik ken het!” Maar in elk nummer schetst hij toch weer een andere wereld. Dat was ook de uitdaging bij de muziek van ALL.: de lagen zo op te bouwen dat je er telkens iets anders van kan maken, met de weinige dingen die je hebt.’

© Wannes Cré

De voorstelling gaat over alles. Hoe kom je daarbij?

‘Mijn vorige solo (ONE., red.) ging over het feit dat alles beweegt. Achteraf las ik in een boekje van Henri Bergson: “We spreken over alles en we zeggen dat alles beweegt en dat we dat weten, maar wij leven alsof er heel veel dingen stilstaan.” Dat voelde voor mij als een opdracht. Ik dacht: “Nu moet ik dat ook echt gaan voelen!”’

Werkt dat niet verlammend?

‘Ja, maar het zet je ook aan. Ik las bijvoorbeeld een boek over de chaostheorie en plots kon ik die blauwdruk ook leggen over de vluchtelingencrisis, klimaat, relaties maar ook mezelf. Dan begin ik te fantaseren over een ‘theorie van alles’. Dat hebben een miljoen mensen voor mij geprobeerd, en dat is natuurlijk niemand gelukt.’

‘Ik vind het heel leuk om te vertrekken vanuit een onmogelijkheid.’

Is de gedachte dat alles complex is iets wat je mist in de wereld?

‘Ja. Er worden zo vaak dingen versimpeld en ik denk dat dat heel vaak problematisch is. In de tijd dat ik aan ALL. begon stond er in artikels over vluchtelingen heel vaak iets over ‘opvang in de regio.’ Ik zat toen in Beirut. Daar zie je dan wat ‘opvang in de regio’ daadwerkelijk betekent. En dat zijn ontzettend veel mensen op een ontzettend kleine plek met heel weinig rechten. Het feit dat er dan in de krant staat: “We hebben het nu over zo veel vluchtelingen en we weten niet wat we er mee moeten maar er is natuurlijk nog altijd opvang ‘in de regio’.” Daarmee zeg je tegen je publiek: Opvang in de regio werkt. Punt. Volgende lijn.’

‘Ook wanneer mensen vertellen over hoe het gaat of hoe ze zich voelen, eindigen ze vaak met één conclusie: “Ja maar ik ben gewoon moe” of “Ik mis gewoon mijn vader” terwijl er altijd vanalles meespeelt. 

‘Ik oefen mezelf erin om geen punten te zetten. Ik denk dat daarin meer waarheid zit.’

Dat is toch niet te doen.

‘Nee! Op een dag in het repetitieproces kwam ik erachter dat de voorstelling gaat over het feit dat mijn poging mislukt. Ik zei tegen Roos (Euwe, dramaturg bij BOG., red.): “Ik ben eigenlijk de slechtste verkondiger van omgaan met complexiteit.” En Roos zei: “Ja natuurlijk, dat is toch precies waarom je deze voorstelling maakt.” Terwijl ik nog in de veronderstelling leefde dat ik wel een kans maakte.’

‘Daardoor werd ik ook milder. Ik besefte dat ik niet toewerkte naar het geheel vangen. Ik werk toe naar het overbrengen van de zoektocht naar hoe om te gaan met de mislukking. Vanaf dat moment in het maakproces ging het mij meer over de compositie.’

© Jan Rymenants

Breng je jezelf in een staat van chaos als je het podium op moet?

‘Nee. Het soort theater dat ik maak gaat over de aanwezigheid van de performer, een concentratie, en alles voor je kunnen zien. Ik vind het belangrijk dat ik al lang in de ruimte ben. Ik probeer leeg te zijn en stap voor stap te voelen wat ik aan het zeggen ben. Het omgekeerde van ooaoaoaaah!’

‘Chaos is volgens mij ook iets wat je niet kan voelen. Chaos is net hetgene wat je je niet kan voorstellen. Soms zeggen mensen: “Mijn haar is helemaal chaos.” Ik denk dan: Chaos? Het is gewoon een beetje in de war.’

Aan het eind van de voorstelling breng je plots een tekst. Die breekt met het lied en de herhaling. Waarom doe je dat?

‘De tekst is een poging om het voorgaande samen te brengen. Heel de voorstelling lang probeer ik met weinig materiaal iets heel groots te vatten. Aan het einde breek ik met die strakheid. Vanuit het idee: Het is ook gewoon moeilijk, “it’s not simple to chill in the unknown.”’

Sommige mensen zeggen dat de voorstelling over depressie gaat.

‘Het publiek heeft natuurlijk altijd gelijk. Maar als dat al depressie is… Voor mij gaat het over een staat van zijn die je ook wel eens hebt als je gelukkig bent.’

‘Soms zeggen mensen: “Mijn haar is helemaal chaos.” Ik denk dan: Chaos? Het is gewoon een beetje in de war.’

Waarom wilde je deze voorstelling alleen maken?

‘Ik vind het een interessante opdracht om in je eentje zo samen mogelijk te zijn.’

Hoe bedoel je?

‘In ONE. probeerde ik om in mijn eentje een koor te zijn. Nu in ALL. probeer ik om in mijn eentje een band te zijn. Ik vind het heel leuk om te vertrekken vanuit een onmogelijkheid. Wanneer ik begin aan een solo is altijd het eerste wat ik denk: “Ik kan niets. Ik kan geen dialoog, ik kan op niemand reageren, ik heb maar één stem. Er kan niets alleen!” Vervolgens verzin ik allemaal ideeën waardoor ik dat alleen zijn omzeil.’

Komt er een vervolg aan ONE. en ALL.?

‘Ik wil binnenkort TWO. maken. Ik denk dat het toch weer een solo wordt, misschien met een muzikant erbij. Die wil ik over tegenstellingen laten gaan. Dat is ook in ALL. voorbijgekomen, maar daaraan heb ik nog niet genoeg aandacht besteed.’

‘ALL.’ speelt op 3 en 4 september in Kaaitheater.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Tags: , ,