het Theater Festival

Lies Pauwels over Het Hamiltoncomplex

zo 28 aug 2016

Dertien dilemma’s voor Lies Pauwels

Ooit moet Lies Pauwels een meisje van dertien geweest zijn. Zo’n Gift of Precious of één van de dertien andere tieners die ze op scène de vrijheid geeft om te zoeken wie ze zijn. Zelf zoekt Lies ook verder naar haar identiteit als maker en fascineert ze zich over de kantelmomenten in onze samenleving. Wij snijden met haar dertien gespreksonderwerpen aan over Het Hamiltoncomplex.  – Katrien Van Bael en Bart Van Gyseghem

Lies Pauwels

(c) Fred Debrock

Over de titel en naamgeving
Lies Pauwels: De titel verwijst naar de fotograaf David Hamilton, die jonge, naakte meisjes fotografeerde op een manier waarop het vandaag, in het post-Dutroux tijdperk, waarschijnlijk niet meer zou kunnen. De namen van de personages gaan terug op het
Afrikaanse gebruik waar kinderen namen krijgen als Faith, Queen en Precious. Ze proberen iets mee te geven in die naam. Dat heb ik ook geprobeerd bij de koppeling van de namen aan de rollen. Sommigen zijn erg op de actrice gekozen, bij anderen is dat
minder het geval.

Over de dramaturgie
Hanneke Reiziger van HETPALEIS zat er als dramaturg bij, maar ik ben ook mijn eigen dramaturg. Al zullen dramaturgen zeggen dat er eigenlijk geen dramaturgie is, maar dat is wel zo. Ik wil mijn keuzes er niet al te duidelijk in leggen om emotioneel te kunnen
meegaan met het spel, waardoor je een andere voorstelling te zien krijgt. Dat doe ik bij al mijn werk, maar dit keer lijkt het toegankelijker te zijn geworden. De complexiteit die ik normaal verkies, is hier wreed uitgezuiverd.

Over de leeftijd en de geslachten
Soms zat mijn materiaal me in de weg. Ik merkte dat de meisjes nog niet lang genoeg geleefd hebben om bepaalde teksten te brengen, dat ze maturiteit misten om er mee aan de slag te gaan. Dan laat je zo’n dingen vallen. Als er iets gebeurde met één van de meisjes, dan gingen alle andere meisjes naar haar toe. Voor dit soort zaken heb ik veel tijd gemaakt in het repetitieproces. Ik denk dat het goed was dat ik als regisseur een vrouw was. Veel oestrogeen en weinig testosteron, hé. De meisjes vertrouwen nog op een heel spontane manier in een vrouwelijke mysterieuze kracht.

Over de maatschappij
Ik wou eigenlijk een voorstelling maken over de maatschappij die aan het kantelen is. We zitten echt in een overgangsfase. Zo kwam het idee om de meisjes als metafoor in te zetten. Het gaat dus niet alleen over meisjes, maar ook over de grilligheid van onze
huidige samenleving. Door met de meisjes te werken ben ik optimistischer geworden over waar het met de maatschappij naartoe moet. Zij hebben mij op één of andere manier meer
vertrouwen gegeven in een groter geheel, ik kan het niet zo goed benoemen. Vertrouwen is zo ontzettend belangrijk, want er is al zoveel wantrouwen tegenover alles de laatste tijd. We kunnen ook niet anders denk ik, als je de toestand in de wereld bekijkt.

Over de rol van de bodybuilder
Aanvankelijk wou ik zo’n echte hunk op scène, weet je wel. Een man uit één stuk waar je alles mee kan doen, bij wijze van spreken zelfs tegen zijn been pissen, begrijp je? Zo’n hunk als groot contrast tegenover die groep 13-jarige meisjes. Ik vond het wel een geestig
idee omdat zo’n hunk houvast biedt, maar tegelijkertijd ook leeg is, een soort ‘plastic omhulsel’. Ik ben achteraf wreed blij dat we die toen niet gevonden hebben: het had nooit tot de tederheid geleid die er nu met Stefan Gota wel is.

Het Hamiltoncomplex

(c) Fred Debrock

Over vrijheid
Stefan begint als bewaker, maar dat brokkelt langzaam af. Gaandeweg kan hij die meisjes ook niet langer de baas. Dat vertelt meer over hun vrouwelijke kracht dan over de kracht van beveiliging, maar toch… Ik denk in het algemeen dat vrijheid geven meer helpt dan begrenzen. Heel de openingsmonoloog uit Het Hamiltoncomplex gaat daar over. Ik weet niet waar we naartoe gaan wanneer we als maatschappij investeren in systemen die ons
scannen om te zien of we erbij horen, of die ons punten geven zodat we ons huis kunnen behouden. Ik snap dat niet langer alles open en vrij kan, maar wat dan wel? Heel verwarrend allemaal.

Over vertrouwen
Ik zeg nooit aan mijn acteurs wat we juist aan het maken zijn. Ik wil dat ze mij vertrouwen dat al die rare dingen die we doen uiteindelijk tot een voorstelling zullen leiden. Zoals ik ook mijn acteurs moet vertrouwen dat ze het aan kunnen om de voorstelling te spelen. Dat is nochtans niet evident. Drie dagen voor de première van Het Hamiltoncomplex heb ik zitten schreien omdat ik het niet meer zag zitten. Het was erop of eronder. Ik wist dat ik veel risico had genomen. Gelukkig gaf HETPALEIS me altijd het vertrouwen dat ik nodig had, waardoor ik zonder compromissen kon blijven voortwerken.

Over pathetiek
Er zit zeker pathetiek in het stuk. In het leven van de meisjes is dit ook vaak aanwezig. Ik vertrek meestal vanuit een oprechte ontroering tijdens de repetities: in een pauzemoment zie ik Stefan samen met het kleine meisje bezig, hij als sterke man en zij als gymnaste. Nadien vraag ik aan hen om samen een dans te doen en daar schuif ik dan twintig minuten muziek over. En plots ontstaat er een scène voor mijn ogen. Daarna heb je de keuze: deze scène weggooien omdat omdat ze misschien te pathetisch of sentimenteel is, of vertrouwen op het gevoel dat je had bij het ontstaan ervan en erop rekenen dat dit ook voor een publiek zo werkt. Wat is daar mis mee? In theater wordt daar altijd zo moeilijk over gedaan, terwijl je in film zo pathetisch kan zijn als je wil.

Over de puzzel van de voorstelling
Ik snap de hele discussie over de pathetiek in Het Hamiltoncomplex wel. Het is een constante evenwichtsoefening. Daarom laat ik bijvoorbeeld bij het liedje dat het gehandicapte meisje zingt tegelijkertijd een andere scène spelen. Ze wilde met hart en ziel
zingen in het stuk, dus dat moest er absoluut in. De speelsters verdedigden die keuzes, het is tenslotte ook hun voorstelling. Ze moeten zich als een vis in het water kunnen voelen. Zelfs als er maar een meisje zich minder voelt, klopt de puzzel niet meer. Ieder heeft zijn stukje dat past in de voorstelling. Daar houd ik zeker rekening mee.

Het Hamiltoncomplex

(c) Fred Debrock

Over de inbreng van de spelers
Alle artistieke keuzes komen uit de spelers, waarschijnlijk omdat ik zelf ook actrice ben. Ik voel aan mijn regies dat de mensen op de scène enorm veel moeten investeren. Wanneer ze dat niet doen, klopt mijn artistiek concept niet meer. Ik kan niet in percentages uitdrukken hoeveel uit de voorstelling door mij of door de spelers bedacht is. We repeteerden in de Bourla en Matteo Simoni liep daar rond. De meisjes waren niet meer te houden. Ik dacht: “Look what’s happening now.” Als we daar dan een scène in de
voorstelling over maken, heb ik of zij die dan bedacht? Ik probeerde tijdens de repetities een ongedwongen sfeer te creëren, waarin de meisjes mochten improviseren, soms erg lang. Als je de deur laat openstaan, komen er altijd mooie en onverwachte dingen binnengelopen.

Over de tournee langs Engeland
We speelden met Het Hamiltoncomplex in Londen enkele dagen na de Brexit. De emotionaliteit daaromtrent was nog zeer goed voelbaar. En dan kwamen wij daar aan met onze voorstelling, die qua theatervorm voor Britten echt wel nieuw is. Je ziet de toeschouwers zich afvragen hoe zoiets gemaakt is en tegelijkertijd ook of dit wel verantwoord is. Enerzijds verlangen zij naar de vrijheid die de voorstelling uitdraagt, maar anderzijds zie je hen beseffen dat ze daar bakken in tekort schieten. De seksualisering
van kinderen is een thema waar zij niet zomaar omheen kunnen. Je kan niet geloven hoe anders dat daar beleefd wordt. Het laten zien van de meisjesonderbroekjes of de bolle buikjes bij tienerzwangerschappen zijn scènes die daar echt zwaarder wegen. De
speelsters kregen er zelfs nanny’s. Ze mochten bijvoorbeeld niet alleen van de kleedkamer naar de scène. Het waren uiteindelijk heftige voorstellingen en er was ook een grote ontlading bij het publiek die de meisjes ook konden voelen. Britten willen wel open
en vrijdenkend zijn, en net daardoor is het zo raar hoe moeilijk die vrijheid in onze voorstelling voor hen is. Asterix zei het al, hé: “Het zijn rare mensen, die Britten!”

Over het belang van een ploeg
In de toekomst wil ik graag met de mensen die ik tijdens dit proces rond me heb verzameld een nieuwe voorstelling maken voor HETPALEIS, maar we zoeken daar nog andere partners voor. Ik vind zo’n ploeg van mensen belangrijk. Zij hebben ook allemaal een volwaardige stem in het creatieproces, evenwaardig aan die van de spelers op scène. De samenwerking met Johanna Trudzinski was een verrijking. Zoals die kan toveren met kostuums! En wat Chloe Lamford doet met het decor vind ik ook echt straf. Met hen
wil ik zeker nog samenwerken.

Over Sontag
Over mijn vzw Sontag moet ik nog hard nadenken. Na een langtijdig onderdak bij CAMPO ging ik op zoek naar een goede adoptie, maar als niemand je wil, dan sta je daar. Zo ontstond het idee van mijn eigen structuur, al heb ik altijd tegen mezelf gezegd
dat ik geen eigen gezelschap zou beginnen. Maar ik had geen keuze, want ik moet met mijn ideeën wel ergens heen. Geen theater maken is geen optie. Ik moet na de subsidieronde alleen goed nadenken over hoe het nu verder moet zonder geld. Het blijft
een strijd, ook om publiek op te bouwen. Ik heb het meegemaakt dat Het Hamiltoncomplex stond te spelen in een volle zaal in Antwerpen en in dezelfde periode stond ik zelf met een monoloog mijn best te doen voor zeven mensen in Utrecht. Ik krijg nu wel wat vragen om voorstellingen te maken voor kinderen, maar ik moet even nadenken over wat ik wil en kan. Ik ga me niet plooien naar de markt, tenzij de vragen komen vanuit mijn werk. Ik wil verschillende dingen blijven doen! Ik ben geen sant in eigen land, dat weet ik wel, maar ik wil toch elke vraag zorgvuldig blijven bekijken.
Het Hamiltoncomplex opent vele deuren. Het is zalig om te merken dat het publiek ontspannen naar mijn werk zit te kijken. Dat is al heel wat…

Tags: , , , ,