het Theater Festival

‘Laat ons het niet eens zijn met elkaar’ – interview met Sarah Moeremans

do 05 sep 2019

Het is broodnodig om Sarah Moeremans beter te leren kennen. Ze is in Nederland ‘die Vlaamse regisseur’, terwijl men in Vlaanderen haar werk nauwelijks kent. Volgens TheaterFestival-directeur Kathleen Treier is dat onterecht. Een goede reden voor haar om Sarah te vragen voor de State of the Union, de speech waarmee traditiegetrouw sinds 1990 het festival officieel wordt geopend. Wij spraken met Sarah over de vele thema’s uit haar speech, zoals onwaarachtigheid, mastodonten van stukken en schrijvers die zich in hun graf omdraaien vanwege doodsaaie ensceneringen. Het woord is aan Sarah.

Lotte Lola Vermeer en Danny de Jong

DE STAAT

‘Wil je je hoofd op een heel mooi kapblok leggen? Zo voelt het een beetje om de State of the Union te mogen schrijven. Toen ik de vraag kreeg van Kathleen dacht ik niet na of ik het zou doen, maar wel wat ik zou zeggen. Het is een mooi podium om een propositie te doen. Een uitnodiging om een denkpiste te ventileren.’ 

‘Ik heb mijn State of the Union opgevat als een opsomming van thema’s, zoals een boodschappenlijst. Er is geen hiërarchie, wel een keten aan onderwerpen. Misschien is het een zwakte dat ik niet voor één ding kan kiezen. We leven in een tijd waar er veel dingen tegelijkertijd aan de hand zijn, maar die synchroniciteit van problematieken of thema’s valt ook wel te verteren. Als je een paar schermen tegelijkertijd aan kan, kan je toch wel een paar thema’s aan?’ (lacht)

‘Ik probeer een aantal thema’s aan te stippen die ik constateer in het veld. Thema’s die mij tot nadenken stemmen. Specifieke begrippen waar we het over moeten hebben. Niet dat ik op zoek ben naar één definitie, maar om die te laten evolueren. Of er misschien op uitkomen dat ik iets helemaal anders versta en dat dat helemaal oké is. Daarvoor wil ik pleiten: laat ons het niet eens zijn met elkaar. Er zit heel veel kracht in dat conflict. Wat niet wil zeggen dat we elkaar de tent moeten uitvechten. Integendeel. Ik hou van een ridderlijk verbaal duel.’

‘De State of the Union gaat voor mij over thema’s die zowel binnen het theater en de repetitieruimte spelen, als in de wereld waarin dat theater staat. Er zullen thema’s zijn die ik nu heel urgent vind en waar ik nu ook een mening over heb. Maar misschien ben ik op een dag wel van het tegenovergestelde overtuigd. Volgend jaar zou mijn State er al anders uit kunnen zien. Ik hoop nog niet snel uitgeleerd te zijn in samenleven met kunst en mensen.’

‘Ik houd van een ridderlijk verbaal duel’

DE STAD

‘Hier zijn is ergens wel als thuiskomen. Gent is de stad waar ik van mijn acht tot mijn negentien jaar heb gewoond, gepuberd en gefeest. Als ik hier een tijdje ben, past mijn accent zich aan en begin ik ook iets platter te praten. ‘t Zit niet vree ver! Ik weet nog niet precies wat voor gevoel dat is om hier nu door de straten te lopen, maar het is ergens iets heel vertrouwd en iets heel geestig.’

 ‘Momenteel repeteer ik aan de voorstelling Rijgen bij NTGent, het theater waar mijn vader (acteur Walter Moeremans, red.) twintig jaar heeft gespeeld. Ik spreek de State of the Union uit in de Vooruit waar mijn moeder (actrice Gilda De Bal, red.) een decennium gewerkt heeft (bij de Blauwe Maandag Compagnie, red.). Het is voor mij één grote wandeling door mijn verleden.’

‘Maar eigenlijk ben ik nergens thuis. Na mijn studies ben ik in Nederland blijven hangen (Moeremans woont in Rotterdam, red.) en heb ik van daaruit mijn carrière opgebouwd. Ik ben daar altijd die Vlaamse regisseur en in Vlaanderen kent niemand mij. Ik voel me een beetje ontheemd.’ 

DE KLOOF

‘Ik betreur de kloof tussen Nederland en Vlaanderen heel erg, omdat het ook iets is wat ik van twee kanten merk. Ik zie eigenlijk weinig theater in Nederland uit Vlaanderen dat niet zijn strepen verdiend heeft in de jaren 80 en 90.’ 

‘Er is een interessante theorie die stelt dat de scheiding tussen Vlaanderen en Nederland ooit is begonnen met het oprichten van VTM. De programma’s waarvoor alle Vlamingen vroeger naar de Nederlandse zenders kennen, gingen ze bij VTM namaken. Baantjer wordt ondertiteld en elke succesvolle film krijgt over de grens een remake met een harde of een zachte g. Nu denken we: wie zijn die malloten aan de andere kant van de grens?’

‘Ik vind die groeiende kloof heel spijtig, omdat ik vrees dat er over de gehele maatschappij een grotere vlucht inwaarts is.’ 

DE GELOOFWAARDIGHEID

‘Theater bestaat bij de gratie dat het gezien wordt. De vluchtigheid is het fantastisch mooie en tegelijkertijd ultra-tragische van de discipline. Je kunt het alleen navertellen aan anderen die er niet waren en dan zal ik je moeten geloven op je blauwe ogen.’

‘Geloofwaardigheid heeft voor mij nooit als gids gewerkt. In mijn werk heeft het mij eigenlijk alleen maar verward. Eén van de eerste vragen die mijn moeder ooit na een van haar premières stelde, was: “Kon je mij een beetje geloven?” Ik dacht: ik heb genoten van de voorstelling, maar ik dacht dat de afspraak was dat jij me iets ging wijs maken op het toneel en dat dat niet waar is, maar dat dat ook niet erg is en dat ik daar in mee ga.’

‘Ik merkte dat wanneer ik in de zaal zat, ik eigenlijk op zoek was naar een theater dat pleitte voor onwaarachtigheid, onwaarschijnlijke vormen, voor onherkenbare denkpistes waar ik in het kader van het theater verleid word om toch in mee te gaan.’ 

HET REPERTOIRE

‘Het begrip “repertoire” lijkt nu te gaan over een handvol witte heel dode auteurs. Ik pleit er in mijn State of the Union voor om dat begrip wat op te rekken. We hoeven het er niet over eens te zijn, maar in mijn visie is het repertoire een levend organisme waar stukken afvallen, maar ook bijkomen. Ik ben op de regieopleiding in Amsterdam nog opgevoed met honderd degelijke mastodonten van stukken. De puber in mij ervoer die lijst als zeer provocatief. Wat mag ik hiermee en wat mag ik hier niet mee? Ik zag dat repertoire als een heerlijk afzetgebied om tegenaan te schoppen, te herwaarderen, te restaureren, te verbeteren. Die puberaliteit, daar zit ik nog steeds in.’ 

‘Maar wat al dat repertoire mist, is een zelfbewustzijn. En ik denk dat het juist dat is wat onze tijd zo tekent. Ik bedoel: het bewustzijn dat de stukken niet universeel en niet tijdloos zijn. Dat wordt vaak aan repertoire toegedicht. Het is een juk waarmee het wordt opgezadeld en waardoor het een soort immobiel log ding wordt.’

 ‘Ik heb de Crashtest Ibsen-reeks gemaakt, omdat ik denk dat Hendrik Ibsen zich al duizend keer in zijn graf heeft omgedraaid bij het zien wat voor belegen kutvoorstellingen er met zijn teksten gemaakt worden. In zijn tijd was Ibsen revolutionair. Hij verdient een meer brutale punkbenadering dan het cliché “je bent nog steeds razend actueel 150 jaar na dato”.’

‘Het repertoire is niet per definitie actueel. Ibsen zei dat hij de tijd fotografeert met zijn stukken, waarmee hij eigenlijk documentairemaker avant la lettre was. Ik dacht: als hij de tijd heeft gefotografeerd, wil dat dan zeggen dat de tijd in morele zin heeft stil gestaan? Of zou het fijn zijn als ons morele leven nog zo eenvoudig was als in de tijd van Ibsen? Dat heeft me in zijn toneelstukken doen wroeten.’

‘Geloofwaardigheid heeft voor mij nooit als gids gewerkt’

DE WERKWIJZE

‘We zitten nu in week twee van de repetities van Rijgen. Arthur Schnitzler schreef een estafette van figuren waarmee hij bewees dat er eigenlijk een heel hypocriete moraal heerste omtrent seksualiteit. Namelijk dat al die passanten zoals het Hoertje en de Soldaat maar op een ding uit waren: zo snel mogelijk die broek uit en daarna oprotten.’ 

‘Joachim Robbrecht(de auteur met wie Sarah Moeremans samenwerkt, red.) en ik hebben eigenlijk een antwoord proberen formuleren in de huidige tijd waarin het geloof in de ware liefde onder spanning staat. Van Tinder tot zoöfilie tot orgie tot pedofilie. Hoe in al die vormen van intimiteit het eigenlijk misschien niet louter gaat om het vleselijke, maar er wel degelijk genegenheid in te vinden valt.’

‘Joachim en ik werken altijd vanuit een moreel dilemma. Dan gaan we op zoek naar voorbeelden of mechanismen die dat bevestigen of onderuithalen. Zo beginnen we eigenlijk te bouwen aan een verzameling, een repertoire van verhalen rond dat thema vanwaaruit we gaan elimineren. We hebben een frame en dan gaat Joachim aan de slag. Ik schrijf nooit een woord mee. Als dat werk een beetje matuur is en we er tegenaan kunnen schoppen, komen er acteurs bij die ook allemaal ideeën hebben.’

‘Als regisseur bied ik een keten van proposities. Ik trek geen conclusies. Na een tijd hebben we een volledig eigen jargon ontwikkeld binnen de repetitieruimte dat je aan een buitenstaander nauwelijks kan uitleggen. Maar daarnaast…Ik werk bijvoorbeeld al heel lang met Louis van der Waal. Hij verstaat het jargon volledig. Dan doe ik mijn hele uitleg en hij zegt dat hij het begrijpt en dan gaat hij dat doen. En dan komt hij met een voorstel en denk ik: he, hoe kom je daar bij? (lacht). Louis begrijpt me perfect voor zeventig procent. Die dertig procent chronische misverstanden, daar zitten eigenlijk de meest interessante dingen in. Het misverstand is zeer onderschat. Ik denk dat het misverstand zeer waardevol is in processen.’

‘Ik houd ontzettend van het creëren van neologismen en er tegelijkertijd een semantische discussie over aangaan. Bijvoorbeeld: wat bedoel ik eigenlijk met personages als “vehikels van ideeën”? Wat zijn de praktische gevolgen? En hoe speel je dat? De acteur is voor mij de belangrijkste vertegenwoordiger van ons gedachtegoed. Niet alleen van mij en Joachim, maar net zo goed van de acteurs zelf. Het zijn de woordvoerders van onze tijdelijke organisatie.’ 

DE REEKS

‘Ik ben voorstellingen in reeksen beginnen maken, omdat ik merkte dat ik zoveel in één voorstelling propte dat het voor de toeschouwer aantrekkelijker was om dat een beetje gespreid geserveerd te krijgen. Ik was een kok die elf gangen in één plateau probeerde te proppen. Ik hou ook nog altijd van veel. Less is more is voor mij een leugen.’

 ‘Of Rijgen het begin van een reeks wordt bij NTGent op dit moment niet duidelijk. Na Rijgen gaan Joachim en ik aan de slag met De Rattenvanger, het derde en laatste deel van de reeks What’s in a fairytale bij Toneelgroep Oostpool uit Arnhem, waar ik in de artistieke staf zit. Deze keer buigen we ons over hoe andere mensen hun kinderen opvoeden. Met oh my god vijf kinderen van negen jaar die Robbrechtiaanse teksten gaan declameren. Wat doe ik mezelf aan?! Nee, het is eigenlijk heel tof.’

Herlees de State of the Union van Sarah Moeremans en de State of the Youth van Luanda Casella op theaterfestival.be. Op 16 oktober gaat Rijgen in première bij NTGent, de nieuwe voorstelling van Sarah Moeremans en auteur Joachim Robbrecht. Daarna volgt een tournee door Nederland en Vlaanderen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

For security, use of Google's reCAPTCHA service is required which is subject to the Google Privacy Policy and Terms of Use.

Tags: , , ,