het Theater Festival

Kris Verdonck over ACT: ‘Door alles weg te vegen, probeert Beckett tot de diepe essentie te komen van wat ons drijft’

vr 11 sep 2020

De voorstelling ACT van Kris Verdonck verkent Stories and Texts for Nothing van Samuel Beckett op drie verschillende manieren. Acteur Johan Leysen brengt een monoloog. Filosoof Jean Paul Van Bendegem biedt een filosofische reflectie op de thema’s in het werk van Beckett. Installatie Mass #2 verbeeldt het landschap waarin het personage zich beweegt. Samen probeert dit drieluik een onmogelijk personage in een onmogelijk verhaal te brengen. 

Jasper Delva

Wanneer Kris Verdonck aansluit in de radiostudio van het TheaterFestival, lijkt hij gelukkig te zijn. Hij kijkt er dan ook erg naar uit om de voorstelling ACT opnieuw te spelen: ‘Samen met Kristof (van Baarle, dramaturg van de voorstelling, red.) en Johan (Leysen, acteur in het stuk, red.) hebben we ons enorm geamuseerd met het maken van deze voorstelling. Bovendien is het ook heel leuk om de voorstelling te spelen.’ De toon voor ons gesprek is meteen gezet. Het is een onverwacht contrast: Kris die enthousiast en grappend vertelt over een voorstelling die gaat over moeilijke en zware thema’s.

ACT is gebaseerd op vijf van dertien teksten die samen Stories and Texts for Nothing vormen. Samuel Beckett schreef het geheel in 1946, net na het einde van de Tweede Wereldoorlog. Het is in deze en andere teksten uit deze tijd dat Beckett zijn eigen stem en focus vond. De terugkerende thema’s van Beckett trekken Kris enorm aan, vertelt hij. ‘Becketts verhalen gaan in essentie over de mens in de twintigste eeuw. Na de Tweede Wereldoorlog is alles uit elkaar gevallen. Alles is failliet. Beckett heeft dat zelf ook meegemaakt. Op vlucht voor de Nazi’s staat misschien wel de bekendste toneelschrijver van de twintigste eeuw plots met zijn voetjes in de modder. Beckett moet toen echt gedacht hebben: “F*ck, wat doe ik hier eigenlijk”. Het is vanaf dat moment dat zijn personages niets meer weten. De absolute waarheden vallen volledig weg.’

© Kristof Vrancken

Het (gebrek aan) verhaal

De teksten uit Stories and Texts for Nothing die centraal staan in ACT zetten deze ideeën op scherp, volgens Kris. ‘In zijn andere teksten loopt nog een zeker personage rond. Maar in deze tekst gaat Beckett verder en denkt hij na over wie dat personage eigenlijk is en waaruit het bestaat. “Misschien ben ik dat wel? Misschien bestaat het personage wel uit mijn herinneringen?” lijkt Beckett te denken. En daar stopt het niet. Beckett vraagt zich af of personages wel kunnen sterven. Je kan als schrijver een personage laten sterven, maar wat als dat personage de volgende dag opnieuw in je hoofd zit?.’ Deze vragen zorgen ervoor dat Stories and Texts for Nothing geen verhaal meer heeft of wil hebben. Het personage, of eerder de man op het podium, geeft het zelf toe. Zijn grootste fout? Hij wou een eigen verhaal (kunnen) vertellen. Het enige dat overblijft is de schrijver, eenzaam en alleen op zijn kamer.

Het is een vraag die Kris al jaren bezighoudt: leven we echt in een verhaal of creëren we het slechts omdat we het nodig hebben? Hij legt het uit met een droom als voorbeeld. ‘Stel je voor dat je partner je vraagt wat je gedroomd hebt die nacht. De kans is groot dat je vertelt: “Ik zat in een raam en er vlogen olifanten voorbij en ik sprong er op en ging de wereld rond.” Je vertelt een verhaal, maar is het dat wel echt? Vermoedelijk was het gewoon een reeks associaties tussen verschillende beelden.’ Hij vervolgt met een ander voorbeeld. ‘Veel mensen zijn ervan overtuigd dat ze nog exact weten waar ze waren ten tijde van 9/11. Ik ook. Ze hebben dat ooit eens getest. Het verhaal dat ze vertellen bleek totaal niet te kloppen.’ We hebben als mensen een verhaal nodig, maar wat als dat verhaal wegvalt?

Onmogelijke opdracht

Dat idee probeert ACT naar het podium te vertalen. Het lijkt een onmogelijke opdracht. Personage en verhaal vliegen meteen het raam uit. Kris vindt het heerlijk. ‘De eerste zinnen van ACT zijn: “Suddenly. No, at last. Long last, I couldn’t anymore. I couldn’t go on.” Het verhaal stopt al bij het uitspreken van de eerste woorden. Het personage haalt zichzelf constant onderuit en veegt alles meteen van tafel.’  Maar door elke vorm van personage en verhaal weg te vegen, lijken zowel Kris Verdonck als Samuel Beckett op zoek te gaan naar een van de grote mysteries van ons leven: waar komt onze levenskracht om verder te doen toch vandaan? ‘Je kan die “I couldn’t” vergelijken met een zieke die het opgeeft of een marathonloper die niet meer kan. Toch is er elke keer plots een stemmetje dat zegt: “Je moet door!”. We weten niet goed waarom, maar we blijven doorgaan. Door alles weg te vegen, probeert Beckett tot de diepe essentie te komen van wat ons drijft. Hij zoekt het nulpunt om zo te achterhalen wat onze levenskracht is.’ 

© Kristof Vrancken

Deze nothingness komt ook terug in de interpretatie van Johan Leysen. Het podium wordt overheerst door het niets en de stilte. Hij zet dit onmogelijke personage op een bijna depressieve wijze weer. Hij brengt de tekst alsof zijn levensverhaal voorbij is. Toch bestaan er ook andere visies die de tekst lezen als een klucht. Kris knikt bevestigend: ‘Je kan de personages van Beckett ook neerzetten in lijn met Charlie Chaplin of Buster Keaton. Dat kan en dat mag uiteraard, maar dat is niet wat er gebeurd wanneer wij drie (Kris, Kristof en Johan, red.) met Beckett aan de slag gaan. Dat zit blijkbaar in de aard van het beestje. Zodra we in dialoog gaan met het werk van Beckett, glijdt dat af naar iets duister.’

Multimediale Beckett

De kern van de voorstelling ligt in de tekst van Beckett. Toch heeft multimediale duizendpoot Kris het werk van Beckett ook op andere manieren vertaald. ‘Met ons drieën wilden we er alles aan doen om te communiceren naar en met het publiek. We houden van Beckett en willen dat duidelijk overbrengen aan de toeschouwers. Het is te makkelijk om van deze tekst een abstracte voorstelling te maken waar werkelijk niemand iets van snapt. Dat wilden we bewust niet.’ 

Er werd een dubbele keuze gemaakt. Enerzijds werd filosoof Jean Paul Van Bendegem gevraagd een filosofisch kader rond het werk van Beckett te scheppen. ‘Ik heb Jean Paul gevraagd het werk van Beckett uit te leggen zonder het woordje Beckett te laten vallen. Het resultaat is een roetsjbaan door de westerse filosofie en schetst een historisch kader rond Becketts werk.’

Anderzijds is er Mass #2, het landschap dat Kris ontwikkelde voor de voorstelling Conversations (at the end of the world) en dat dit jaar op het TheaterFestival te zien is als aparte installatie in het Kaaitheater. ‘Ik vond die zwarte sneeuw van mijn voorstelling wel passen als landschap in de wereld van Beckett, een soort landschap dat heel concreet is, maar ook naar een universum neigt. Bovendien zit er een clash in Mass #2 tussen het organisch over elkaar en heen en weer bewegen van de zwarte bolletjes en de artificiële mechaniek in de bak die dat bewegen mogelijk maakt.’ Kijkend naar de voorstelling krijg je het gevoel dat je naar een woest, dood landschap kijkt dat langzaam beweegt door onzichtbare maar ook onweerstaanbare tektonische krachten. 

© Kristof Vrancken

Listen to the bloody machine

Het is een thema dat vaak centraal staat in zijn eigen werk, maar ook terugkomt in het werk van Beckett. ‘Het gaat over het idee van vrije wil en de vraag of we controle hebben of overgeleverd zijn aan de grote natuurkrachten.’ De wereld van objecten heeft altijd gelijk, vindt Kris. ‘Objecten hebben een eigen leven op het podium.’ Het maakt een repetitieproces soms niet gemakkelijk: ‘Het zijn vaak meer de objecten die mij regisseren dan ik de objecten. Denk aan de zwarte sneeuw uit Conversations (at the end of the world). Iedereen had meteen het gevoel: “hier kunnen we niet boven, dit krijgen we niet weggespeeld, de acteurs niet, de techniekers niet, de pianist niet. Er zat niets anders op dan: listen to the bloody machine.’ 

Het is deze veelzijdige benadering die de complexiteit van Becketts werk uit elkaar haalt maar ook treffend weergeeft op het podium. De acteur, de filosoof en het object staan los van elkaar en belichten elk een verschillend facet van Becketts wereld, maar werken ook samen en verdiepen elkaars ervaring. Belangrijk vindt Kris zelf: ‘Beckett was misschien wel een van de weinige theaterschrijvers die echt multimediaal werkte. Iedere keer dat er een nieuwe uitvinding of nieuw medium op de markt kwam, sprong Beckett er meteen op. Dat ging van taperecorders, tot radio en televisie. Hij gebruikte dat allemaal als dramatische middelen.’ 

Egoloos regisseren

Dat resulteert in ACT in een multimediale voorstelling waarin elk aspect elkaar versterkt. Het acteren doet het filosofisch kader leven en omgekeerd. De traag bewegende scenografie Mass #2 zoomt in op de onderliggende wereld van de acteur en biedt een meer contemplatieve ervaring. ‘Zij maken samen de voorstelling. Het zijn die bolletjes die het doen, het is Johan die acteert en Jean-Paul die vertelt. Ik noem het wel eens egoloos regisseren.’ (lacht) Toch is het precies wat Kris wilde realiseren met het werk. ‘Ik wou een parcours creëren dat je meeneemt en wanneer je ‘s avonds in je bed ligt alles laat samenkomen.’ 

ACT is op 11 en 12 september te zien in Kaaitheater. Mass #2 is de rest van het festival te bewonderen in de foyer van Kaaitheater.

© Kristof Vrancken

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

For security, use of Google's reCAPTCHA service is required which is subject to the Google Privacy Policy and Terms of Use.

Tags: , ,