het Theater Festival

Johannes Wirix-Speetjens over Zonderlingen: ‘Een verhaal is altijd een reis’

do 09 sep 2021

 

In zijn eerste productie Zonderlingen vertelt jonge maker Johannes Wirix-Speetjens een liefdesverhaal. Hij staat alleen op een leeg podium en neemt het publiek mee op reis door een landschap vol groot geluk en groot verdriet, van een markt in Rome tot het balkon van Romeo en Julia in Verona.

Jane Stuhlmacher

Koen Broos

 

In het begin van Zonderlingen wordt (het personage) Johannes door zijn therapeute Tanja toegesproken. ‘Jij moet veel babbelen’, zegt ze. ‘Zoek een beeld. Probeer een beeld te vinden dat omschrijft wat het is.’ 

Op de bovenste verdieping van  c o r s o , Johannes’ logeeradres, vraag ik hem opnieuw op zoek te gaan naar beelden. Dit keer om te omschrijven wat Zonderlingen is, waar het vandaan komt en waar het misschien nog naar toe kan leiden. Johannes nam mij op die zonnige middag, zoals hij dat ook in de voorstelling doet, mee van Berchem naar Rome en terug. 

 

Het zaadje

 

‘Als ik denk aan het ontstaan van deze voorstelling, bevind ik me in Rome. In het hart van Rome, maar toch ook in een oase van rust: een klooster. Daar is het eerste zaadje geplant. Daar heb ik in 2018 van de herfst tot de zomer daarna gewoond en heb ik veel geschreven. Ik kon de stad eerst totaal inademen en in mij opnemen, om hem daarna uit te ademen in woorden.’

 

‘Die kerk, de San Giorgio in Velabro, komt ook voor in het stuk. Het is een super mooie kerk, maar zo eenvoudig, zo sober. Een plek waar het echt kan gaan om de menselijkheid van het geloof, niet over het instituut en het goud, de pracht en de praal. Mijn vader was zelf bisschop in de oud-katholieke kerk in Haarlem. (laat zijn ketting zien) Dit is van hem: een kruisje. Ik ben zelf eigenlijk niet gelovig genoeg om het te dragen, maar ik vind geloof wel iets machtigs. Daarom vond ik het heel fijn om in dat klooster in Rome te wonen. Omdat ik me daar ook wel heel erg thuis voelde. Mijn vader is overleden toen ik tien was, maar in elke kerk waar ik ben, voel ik dat ik heel dicht bij hem ben.’

 

De eerste woorden

 

‘Misschien waren de eerste woorden van dit verhaal ook wel deels in het Italiaans. Die gingen over het leven en de liefde in Rome. En eigenlijk ook al over het verliezen daarvan terwijl het er nog is. Dat iets door je vingers glipt terwijl je het nog beet hebt. Terwijl ik in Rome woonde speelde dat omdat ik wist dat mijn Erasmus-uitwisseling zou eindigen. Ik had er bovendien een relatie waarvan ik voelde dat het op een gegeven moment zou aflopen tussen hem en mij. Er was iets dat niet ging, maar dat wilde ik niet zien. Daarom schreef ik het maar op.’ 

 

‘Op een bepaalde manier deed het Italiaans me ook met een andere blik naar mezelf kijken. Het zorgde voor nieuwe perspectieven. Die taal hielp mij om eindelijk eens – nou ja eindelijk, ik ben nog niet zo oud –  nieuwe woorden te kunnen vinden, om met een schone lei te kunnen beginnen en te bedenken wat voor persoon ik eigenlijk ben, of op wat voor manier ik me eigenlijk wil uiten. Terwijl ik Italiaans leerde, had ik het idee dat ik dat zelf kon kiezen. Ik kon mezelf rationele woorden aanleren, zoals: interessant, goudkleurig, een ruw oppervlak. Of juist dingen met heftige emotionele kleuren, zoals: jij maakt mij boos! Dat gaf een heerlijk gevoel.’

 

De repetities

 

‘Ik heb zo veel verschillende beelden bij de eerste repetities, maar sowieso is het een beeld met Bruno (Vanden Broecke, red.) erbij. Ik zie voor me hoe hij naast me stond op de vloer. Hij stond daar echt als mens, als tutor, als mentor, als vader. Hij was zoveel tegelijkertijd. Ik had het idee dat we dezelfde verbeeldingswereld deelden, dat we hetzelfde huis zagen waarin het personage woonde, dat we begrepen wat hij voelde. Dus ik zie hem in ieder geval heel dicht bij me. Misschien wel in de grote zaal hier, dat gigantische podium. Dat is wel heel groot voor één persoon.’

 

Zonderlingen is natuurlijk ook een meervoud, dus het gaat over twee mensen. Deels is dat ook nog erfenis van de twee spelers die eigenlijk op het podium zouden hebben staan. We wilden initieel met twee een voorstelling maken over de kracht van ontmoeting, maar het is een monoloog geworden. Toen ik na een tijdje alleen verder ging, dacht ik: hoe kan ik daar nu in mijn eentje een voorstelling over maken? Mijn personage wilde ook graag een dialoog en had zijn geliefde graag mee op podium gehad, maar hij staat er alleen. Ik hoop dat het nog wel spreekt voor twee. Dat het duidelijk is dat er in die lucht, in die sterrenhemel, ergens beneden, nog iemand anders is, of is geweest, of zal zijn. Dat hoop ik.’

 

De (pre-)première 

 

‘Begin januari hebben we een interne premiere gehad, met mijn familie en vrienden. Er kwamen eindelijk weer zielen dit gebouw binnen; er waren eindelijk nieuwe ogen om voor te spelen. Toen ging het leven en ging het over een verhaal brengen, van oog naar oog en hart naar hart. Wow, dacht ik, ik heb gewoon een fucking voorstelling gemaakt, die mensen echt meeneemt op een reis. Precies zoals ik het wou. Een voorstelling die mensen uitnodigt om mee te stappen in een verhaal. Een verhaal is altijd een reis. Je gaat ergens naartoe waar je het nog niet kent. Dat was echt een heel bijzonder moment.’

 

‘Ik kan bijna niet geloven dat de première nu écht gaat plaatsvinden. Dit verhaal ligt al zo lang klaar om verteld te worden. (Johannes slaat zijn hand op de theatertekst die voor hem op tafel ligt) Elke dag wordt het voor mij nog urgenter om het te vertellen. Want het heeft heel veel zin. En ik heb heel veel zin. En het spannendste is natuurlijk dat er mensen gaan komen kijken die ik niet ken. Dat er mensen komen die het verhaal echt niet kennen, maar Zonderlingen gewoon een leuke titel vinden.’

 

De toekomst 

 

‘Ik zie heel veel als ik naar de toekomst kijk. Ik zal proberen niet met een waslijst te komen. Ik zie het plafond van een barokkerk in Rome, met al die versiering, de hemelpoort. (lacht) Ik wil dat mijn toekomst in het teken blijft staan van mensen verbinden. Dat klinkt zo pathetisch, maar ik zou niets anders willen doen dan mensen uitnodigen om nieuwe perspectieven te zien, nieuwe verhalen aan te horen.’

 

‘Iemand zei tegen mij: “Je hebt deze wereld al een heel klein beetje mooier gemaakt. Je hebt al iets achtergelaten door een verhaal te vertellen dat tot de verbeelding spreekt en liefde adresseert.” Dat vond ik zo mooi. Als dat kan door dicht bij mezelf te blijven en nieuwe oorden op te zoeken, nieuwe mensen te ontmoeten, dan wil ik dat voor altijd blijven doen. Dan wil ik nooit iets te maken hebben met dingen die niet de menselijkheid centraal laten staan. Dus als ik de toekomst zie, dan zie ik heel veel. Heel veel ideeën en heel veel verhalen die nog verteld moeten worden.’

 

Zonderlingen speelt donderdag 9 september en vrijdag 10 september om 20:00 in  c o r s o

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Tags: , , ,