het Theater Festival

Hoe u een zegevierende politicus wordt in vier stappen

vr 04 sep 2020

Het feit dat Donald Trump verkozen is als president van één van de grootste landen ter wereld, is iets dat we soms maar moeilijk kunnen vatten. Met momenten lijkt hij eerder een karikatuur dan een man van vlees en bloed.  En toch is de kans heel groot dat hij een tweede ambtstermijn zal uitzitten. Wat je ook van zijn ideeën en gedachtegoed mag vinden, een ding staat vast: het is een showman. Net zoals Adolf Hitler, Barack Obama, Martin Luther King en Margaret Thatcher: allen uitstekende performance artiesten. 

Evelien Van Houdt

U bezoekt het TheaterFestival omdat u wel eens graag meegevoerd wordt door de opzwepende kracht van stemmen en de betoverende energie van lichamen? Wist u dat u daarvoor helemaal niet tot hier had moeten komen? U had simpelweg Villa Politica kunnen opzetten of kunnen zappen naar een zender die verslag brengt van de huidige presidentiële verkiezingscampagne. Politici zijn namelijk verdoken performance artiesten. Zij weten als geen ander hoe belangrijk het is om theatrale elementen in te zetten wanneer ze speechen. Ze trainen hun stem, zoeken naar de juiste handgebaren en geven hun betoog minutieus vorm. Langzaamaan zijn wij deze politieke optredens gewoon geworden, waardoor we ze niet langer als een performance zien.  

De twee zijn nochtans al sinds de antieke oudheid met elkaar verbonden. Ten tijde van de Oude Grieken behoorde de redenaarskunst, de retorica, tot het standaard studiepakket van elke ambitieuze Griek. Spreken in het openbaar was, zeker in een pre-digitale periode, niet enkel de voornaamste maar ook de enige manier om een volk voor je te winnen. Politici in opleiding leerden over het belang van stijlfiguren en de juiste opbouw van een tekst. Dat werd mooi samengevat in het boek Ars Rhetorica van Aristoteles – niet toevallig dezelfde man die een vitale bijdrage leverde aan het theater met zijn andere bekende werk Ars Poetica. Iemand die geroemd werd voor zijn oratorische kunsten was de Romeinse consul Cicero, wiens redevoeringen vandaag nog steeds geprezen worden omwille van hun stilistische kwaliteiten en poëtische klanken. 

Laten we deze oude kunst eens wat beter onder de loep nemen en onderzoeken welke technieken elke performer, excuseer politieker, zich best eigen maakt. Of: hoe u een zegevierende politicus wordt in vier stappen.

Stap 1: Ontwikkel uw eigen gestiek

Performance is een kunst, geen politiek – wat niet wil zeggen dat ze waardenvrij is. In essentie is performance neutraal, maar het kan voor elk aspect van het politiek spectrum ingezet worden. Adolf Hitler bijvoorbeeld toont dat grootsheid in de politiek bepaald wordt door de grootsheid van iemands redenaarskunsten. In zijn biografie Mein Kampf (1925) valt hetvolgende te lezen: ‘Ik weet dat mensen minder snel overtuigd worden door het geschreven dan het gesproken woord, dat elke grote beweging op deze aarde te danken is aan grote redenaars en niet aan grote schrijvers.’ 

Hitler schreef niet enkel zijn speeches volledig zelf, maar werkte ook actief aan zijn performance ervan. De Führer sleutelde aan zijn handbewegingen en creëerde een passende lichaamstaal. Hij onderzocht zijn redevoeringen bijna met een acteursblik en ging na hoe hij een geschikt personage tot leven kon roepen. Ook Bertold Brecht speelt hiermee in zijn toneelstuk De Weerstaanbare Opkomst van Arturo Ui, dat begrepen wordt als een parodie over de opkomst van Hitler en zijn nazi-partij. Het personage dat staat voor Hitler, Chicago gangster Arturo Ui, krijgt in het stuk – net zoals volgens de geruchten de rijkskanselier in kwestie – toneelles van een rasacteur om te leren hoe hij groepen mensen kan overtuigen met de hulp van zijn stem en gestiek. De stad die Arturo Ui tracht te annexeren, heet ook toepasselijk Cicero. Toeval? Lijkt me sterk.

Stap 2: Werk aan uw stemgeluid

Ook vandaag steunen politici nog steeds op performance, wat – ondanks de toenemende technologie – nog altijd de voornaamste manier is om publiek voor zich te winnen. De sterkte van hun redevoeringen wordt niet alleen bepaald door de inhoud ervan, ook de vorm speelt een aanzienlijke rol. Daarom zijn politici nog steeds best meesters in de retorica. Kijk naar één van de meest beroemde speeches allertijden, ‘I have a dream’ van Martin Luther King. Wanneer je hiernaar luistert, wordt je bijna meteen meegevoerd door de melodische stem van King. Zijn houding is doelbewust statisch en straalt een onmiskenbare zelfzekerheid uit die zijn hoop kracht bij zet.

Ook Margaret Thatcher bewijst hoe doorslaggevend het kan zijn om je te verdiepen in de kunst van het spreken. De Iron Lady werkte samen met een stemcoach om de toonhoogte van haar natuurlijke stem een paar toonladders te laten zakken. Een hoge, schrille stem past niet bij het beeld van een krachtige, standvastige politica – dat idee. Na het onnatuurlijke verlagen van haar stem klonk deze tegelijk machtiger én sympathieker. En ineens ook een stuk mannelijker, wat – weinig verrassend – ook een enorme hulp was. 

Stap 3: Creëer een unieke speelstijl

Op YouTube circuleert de video ‘The Speech that Made Obama President’. Daarin wordt een speech geanalyseerd die Barack Obama gaf in 2004, tijdens de Democratic National Convention in Boston toen hij nog senator was van de staat Illinois. Één van de elementen die de videomakers opmerken is hoe Obama veelvuldig handbewegingen gebruikt om zijn argumenten te onderstrepen. Dit verleent hem een dynamiek, wat een gevoel schept alsof hij in staat is verandering teweeg te brengen. In heel wat andere redevoeringen van de voormalig Amerikaanse president valt het eveneens op hoe Obama speelt met pauzes. Moest in een dagelijkse conversatie mijn gesprekspartner ineens een stilte onnatuurlijk lang rekken terwijl hij tegelijkertijd rustig om zich heen kijkt, zou ik me toch iets of wat onwennig voelen. Maar bij Obama werkt het, het is deel van zijn stijl – zijn speelstijl zeg maar. Wanneer Obama spreekt, zijn we stil. Zelfs tijdens zijn stiltes, omdat we niet anders kunnen dan geboeid luisteren.

Ook Donald Trump heeft zo zijn eigen speelstijl. Zijn inhoud mag dan wel sterk verschillen van zijn voorganger, hij weet wel hoe hij een publiek kan bespelen. Als ik je nu zou vragen je ogen te sluiten en je Trump al speechend voor te stellen, wat zou je zien? Een tuitmondje, duim en wijsvinger op elkaar, een te grote das? En als ik je zou vragen hoe hij klinkt, hoor je Trump dan niet spreken? Mede doordat hij al zo vaak door anderen werd nagespeeld – een performance van een performance, zeg maar – zijn we bekend met Trumps theatraal arsenaal. Als u ‘Make America great again’ leest, hoort u meteen zijn stem en ziet u hem meteen voor u. Maar weet u ook hoe Joe Biden klinkt? De kans is groot dat ook de volgende Amerikaanse presidentsverkiezingen niet gewonnen worden door the best man, maar wel door the best performance – het belooft een interessante race te worden. 

Stap 4: Put on a show

Politiek beïnvloedt niet enkel theater. Theater heeft ook een onmiskenbare invloed op politiek. Zelfs in die mate dat je politiek in essentie kan zien als performance. Speeches zijn optredens waarbij politici en activisten alles uit de kast halen om hun publiek voor zich te winnen. Veel succesvolle redenaars creëren hiervoor (al dan niet bewust) hun eigen typetje, gekenmerkt door een specifiek stemgebruik en weloverwogen lichaamstaal. 

Pas wanneer we politiek als performance erkennen, kunnen we loskomen van de vervoering en de act zo deconstrueren dat we inhoud van gestiek kunnen scheiden. Pas wanneer we politiek als performance erkennen, zullen we in staat zijn om te zien voorbij de schijn. Pas wanneer we politiek als performance erkennen, slagen we erin om tot de politieke kern te komen. En wie weet kiezen we dan voor politici wiens politieke agenda we echt ondersteunen. Facta, non verba, weet u wel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

For security, use of Google's reCAPTCHA service is required which is subject to the Google Privacy Policy and Terms of Use.

Tags: