het Theater Festival

‘Hebben we zeker alles wat we misschien wel willen?’

wo 05 sep 2018

Er zaten eens vier jonge makers samen in de binnentuin van deSingel: een scenografe met druk beprinte Dr. Martens, een woordkunstenaar die een hekel aan schoenen leek te hebben, een gevoelsacteur met de meest geschakeerde oogirissen die ik tegenkwam op Het TheaterFestival en een wat bedeesde performer met de nodige vocale inzichten. Hoewel deze inleiding verdacht veel op de aanvang van een flauwe mop lijkt, luidt het eerder het begin in van mijn avontuur bij en kennismaking met vier ongelooflijk sympathieke en gedreven TOCHTers.

Liessa Huyskens

 

(c) Tina Herbots

 

Mariëlle (26), Hans (27), Georgy (19) en Bert (25) arriveerden zondagochtend net zoals 14 andere jonge makers op het festival met een tent, inspiratiemateriaal en ontzettend veel goesting om zich uit te leven in de Antwerpse Speeltuin. De Speeltuin is het meest recente TOCHTproject waarin jonge kunstenaars anderhalve dag krijgen om een performance in elkaar te knut­selen. Alsof de hele opzet van het project nog niet stresserend genoeg was, moesten Mariëlle, Hans, Georgy en Bert — in tegen­stelling tot de andere groepen — ook nog eens het gezelschap van een redactielid van de dagkrant erbij nemen.

Vier soorten makers, één performance

Een vrouw, Suzanne heet ze, bedekt met zwarte stoflagen — inclusief haar montuur — zit op een karmijnrode velours treinzitje voor zich uit te staren. Het naakte zelfportret staart dan weer verlangend naar het antieke, zwarte telefoontoestel op haar bed. De skinhead, die kijkt niet, die danst en danst in een Londense kamerflat anno 1978. En ook de afgewende blik van de vrouw die de variety booth bemant, verraadt haar desinteresse in wat zich voor haar blikveld afspeelt.

Vier foto’s tonen ze mij, gepaard met vier teksten. De hierboven beschreven beelden vormen namelijk het prille begin van hun performance. Hans nam The Ballad of Sexual Dependency mee naar de speeltuin, een fotoalbum van Nan Goldin dat hem fascineerde. Om elkaars ‘makersgoed’ te leren kennen, kozen ze alle vier een beeld uit het fotoalbum om over te schrijven. En toen bleek al gauw dat die vier verschillende makers, vier verschillende foto’s, vier verschillende teksten verbazend genoeg een gemeenschappelijk iets deelden: admission, ofwel ‘erkenning’, ‘toelating’. En zo werd de thematische basis van de performance gelegd.

Creëren in stroomversnelling

Daarna volgden uren vol onderzoek, ontdekking en — hoe kan het ook anders in een speeltuin — veel gespeel. Zo nu en dan werd er een pauze ingelast. De brikjes fruitsap of chocomelk waar we vroeger tijdens zo’n speeluitje intens naar verlangden, werden nu ingeruild voor sigaretten, frisse pintjes, koffie, instagram posts, TheaterFestivalmaaltijden, nog meer pintjes en ontwapenende gesprekken.

Vervolgens ging het creatieproces weer in spoedversnelling verder. Het aarzelende en aftastende begin leek tegen de avond alweer een vage herinnering, want de vier makers hadden elkaars admission ondertussen verkregen. Na een kampvuurmoment, inclusief marshmallows, prikkelde het vallen van de avond hen om nog meer te spelen. En zeker het vallen van de avondschemer op een zeer specifieke plek. Voor wie tijdens het lezen van dit artikel nog in deSingel ronddwaalt: ga dwalen in de binnentuin van deSingel en sta net als Hans, Bert, Georgy en Mariëlle even stil bij de pracht van het beeld dat zich voor jullie ogen ontpopt. Kijk even naar de lichtinval van de lantaarnpaal, de halfgevulde felblauwe kunstvijver, de even kunstmatige rots ernaast, de neonletters tegen de achtergrond en de groenigheid van het landschap. Hopelijk krijgt die setting even veel erkenning van jullie als van de vier nachtmakers die ik heb gevolgd.

Het wringt. Wat wringt?

De volgende ochtend tref ik de ongewassen makers aan de ontbijttafel en vertellen ze, met de nodige geeuwsessies, over hun ietwat korte en onderbroken nacht. Daarop kan ik alleen maar opgelucht denken hoe blij ik wel niet ben dat ik mijn oorspronkelijke journalistieke ambities om hen ’s nachts in de tent te verge­zellen, toch maar heb verloochend voor een warm bed en donsdeken.

Vervolgens vestigen we ons terug aan de kunstvijver, waar Georgy, Bert en Hans hun creatieve ontwikkelingen tonen onder het alziend oog van Mariëlle, terwijl ik onderuit gezakt in een strandstoel naast haar zit. En zo volgt het aanhoudend patroon van Mariëlle die zoekt naar de meest ‘passende’ beelden, soms door erop te hameren dat een schouder tien centimeter naar boven getild moet worden, dan weer door te zoeken hoe Georgy zijn houten pallet het best op scène moet dragen. Dan worden er extra schrijfsessies ingelast, het nieuwe materiaal wordt uitgetest, de kledingkeuze wordt door iemand in vraag gesteld en de vraag rijst: ‘hebben we zeker alles dat we misschien wel willen?’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Tags: , ,