het Theater Festival

‘Een publiek moet zich thuisvoelen in de pluchen zetels’

do 02 sep 2021

Elk jaar staat een prominent figuur uit de theatersector achter het spreekgestoelte om een State of the Union uit te spreken: een beschouwing op de huidige sector, maar ook een oproep tot verandering. Op deze openingsdag van het TheaterFestival hoor je die van choreograaf Jan Martens.

Dagmar Teurelincx en Ans Van Gasse

© Stine Stampers

Jan Martens studeerde in 2006 af aan dansacademie Fontys in Tilburg. In zijn werk, dat vertrekt vanuit het geloof dat lichamen communiceren, zoekt hij een nieuwe taal om die lichamen met elkaar in contact te brengen. Ondanks tien jaar carrière, heeft Jan toch nog altijd een klein beetje zenuwen in de benen wanneer we hem spreken over zijn State of the Union. 

 

Wat is vandaag het belang van een State of the Union? 

 

Jan Martens: ‘Ik denk dat het belang hetzelfde is als altijd; corona heeft dat niet vergroot. Het is belangrijk om elk jaar een andere visie te horen op de cultuursector. Dat opent een deur naar nieuwe gesprekken en helpt ons om ons te verplaatsen in andere makers. Ik ben zelf een van de jongste kunstenaars die de State of the Union al mocht brengen, dus ik voel me ergens zelf nog een jonge maker. Toch is het mooi dat er een jongere garde kan aanvullen of tegen elementen van mijn betoog kan ingaan in de State of the Youth.’ 

 

Je betoog vangt aan met een persoonlijke anekdote over de noodzaak van representatie in kunst. Wat kan dat met iemand doen, zich gezien voelen?

 

‘Dat is heel simpel: er gaat een wereld open, je voelt je deel van een geheel. Ik spreek over mijn situatie, maar het is makkelijk te transponeren naar andere minderheidsgroepen binnen de maatschappij. We moeten dat blijven benadrukken, want we zijn er nog niet helemaal. Zaken uit de marge moeten naar het centrum komen zonder dat ze daarvoor hun eigenheid moeten opgeven, en daar kunnen grote huizen en spelers nog beter toe bijdragen. Zo bereik je een publiek dat zich thuis voelt in de rode pluchen zetels.’

 

Je beschrijft in jouw speech ook hoe je als jonge danser helemaal meeging in kunstenaars die een totale overgave nastreven – tot in het destructieve. Hoe kunnen we dat vermijden?

 

‘Dat heeft te maken met je referentiekader. Je ziet wat je ziet en gaat daar in mee. Maar eenzelfde soort overgave valt te bereiken zonder een bepaald tiranniek proces te gebruiken. Dat gaat vooral over tijd vrijmaken om op gezette momenten met je spelers of dansers in gesprek te gaan over hoe comfortabel ze zich voelen. Tijd is cruciaal.’

 

Je schrijft ook dat makers niet alleen voor zichzelf creëren, maar vooral voor een publiek.

 

‘De basis van mijn carrière is dat ik eerst toeschouwer was en later maker werd. Die blik helpt om een dramaturgie uit te werken. Ik hield er bijvoorbeeld van om als toeschouwer gekneed en uitgedaagd te worden. Daarom vind ik het nu als maker ook interessant om de verwachtingen van een publiek onderuit te halen. Theater kan ons laten zien wat thuiskomen betekent voor iemand anders, en die blik opengooien leert ons behoorlijk wat. Daarom heb ik het ook graag over educatie. We moeten kritisch blijven, blijven leren, blijven onderzoeken.’ 

 

Is dat een visie die naar jouw ervaring wordt gedragen in de kunstensector?

 

‘Het is een heel moeilijke tijd in Vlaanderen, met dit politieke bewind. In de State probeer ik dat aan te kaarten. Kunstenaar is geen essentieel beroep, we komen niet in de eindtermen voor. Dat stemt onze sector niet hoopvol. Ik vind het belangrijk om het daarover te hebben vanuit het oogpunt van een speler-danser, niet vanuit een leider of een groot kunstenhuis. We moeten uiteindelijk wel naar een herverdeling toewerken. Ik vraag me soms af of we niet gewoon met z’n allen rond de tafel moeten zitten om die problematiek te bespreken.’

 

State of the Youth – wie geeft de jonkies een microfoon?

 

Naast de State of the Union hoor je op het TheaterFestival sinds 2012 ook wat de jonge garde wil vertellen. In het verleden werd die State of the Youth al uitgesproken door duo’s als Aïcha Cissé en Aminata Demba of Martha Balthazar en Khalid Koujili El Yakoubi.

 

Vandaag staan voor u Anna Franziska Jäger en Nathan Ooms. Maar wie zijn zij?

 

Anna Franziska Jäger is 25 jaar oud en studeerde in 2020 af aan de dramaopleiding van het KASK. Samen met Ooms speelde ze haar Masterproef Bartlebabe, tevens hun derde samenwerking. Daarnaast was ze al te zien als titelpersonage in Eva Cools’ debuutfilm Cleo.

 

Nathan Ooms, ook 25, studeerde dan weer af aan dezelfde richting in 2019. Op dit moment volgt hij het STUDIOS programma in dansschool P.A.R.T.S., een tweejarige residentie om zijn werk als dansant maker uit te puren. Zijn samenwerking met Jäger baseert zich op hun verschillen, maar ze vinden elkaar telkens weer in het lichaam. Dat zetten ze in als een manier om zichzelf en de ander in de wereld te plaatsen.

In hun State of the Youth hebben Jäger en Ooms het naar eigen zeggen over waarom theater vandaag nog belangrijk is, en hoe het als medium mensen samen kan brengen, zo vertelden ze in De Morgen.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

For security, use of Google's reCAPTCHA service is required which is subject to the Google Privacy Policy and Terms of Use.

Tags: , , , , , ,