het Theater Festival

‘Dit is ook jullie slavernijgeschiedenis’ – interview met Emma Lesuis

do 12 sep 2019

Emma Lesuis brengt met Aardappelbloed de vrucht van haar overwinning op de Roel Verniers Pitch tijdens het vorige TheaterFestival. Het resultaat daarvan is een theatrale documentaire over Suriname. Met dat artistieke engagement brengt ze niet alleen anderen, maar ook zichzelf in contact met het verleden. 

Danny de Jong & Ans Van Gasse

© Ruben Hamelink

Lesuis: ‘Toen ik over de Roel Verniers Prijs hoorde, dacht ik eerst: het is altijd leuk als je iets wint, maar de aanmelding en het wachten op antwoord is toch altijd een heel gedoe. Een uur voor de deadline besliste ik om tóch iets in te sturen – ik ben iemand van keuzes op de valreep.’ (lacht) 

‘Gelukkig wist ik heel goed wat ik wilde, zodat ik dat helder kon uitleggen. Mijn ideeën en materiaal over Aardappelbloed lagen toen al een tijdje klaar. Maar ik had het gevoel dat er méér mee moest gebeuren én dat dit moest gebeuren in het theater. Alleen: dat zou geld kosten. Die 6000 euro van de Roel Verniers Prijs kwam dan ook goed van pas om een stap verder te zetten met Aardappelbloed. 

Over hokjes en daar niet in passen

‘Voor mijn afstudeerproject van Woordkunst aan het Conservatorium in Antwerpen trok ik naar Zuid-Afrika. Daar werd ik heel erg met de neus op de feiten gedrukt dat ik een kleur heb. Ik was daar een kleur. De mensen op de boerderijen zagen me als een van hen, ze merkten alleen dat ik anders sprak. Dat moet bevreemdend zijn geweest. Met de witte boer deelde ik de cultuur, met de zwarte boeren mijn kleur.’

‘Dat project heeft me echt doen nadenken over hoe het apartheidssysteem mensen indeelt in hokjes. Een van die boeren vroeg aan mij wat ik eigenlijk kwam doen in Zuid-Afrika. Dat was best heftig, al had hij wel een punt. Hij zei dat we in Europa toch ook heel racistisch zijn, en daar stond ik eerst van versteld. Maar uiteindelijk klopt het: hoe zit het met de gevolgen van ons verleden in het nu? In 2015 was er net het Zwarte Pietendebat dat losbarstte, Black Twitter kwam plots van de grond. Mensen vonden elkaar niet.’

‘Ik kreeg toen ook een telefoontje. Of ik bij een club wilde voor zwarte kunstenaars. Plots voelde ik hoe ik in dat gekleurde hokje werd geduwd, terwijl ik gewoon Emma ben en goed mijn werk doe. Ik zou mezelf niet meteen in de eerste plaats als een zwarte artiest omschrijven. Ik ben wel eens toegevoegd aan een Whatsapp-groep voor zwarte filmmakers, maar dat vind ik gewoon héél ongemakkelijk. Ik denk dat mijn stem tussen alles door zweeft, ik begrijp beide kanten en zie een gedeelde pijn.’

‘Ik denk dat mijn stem tussen alles door zweeft, ik begrijp beide kanten en zie een gedeelde pijn’

Over bruggen slaan

‘Er is nood aan stemmen die meer doen dan alleen boos zijn en die bruggen slaan. Veel mensen van kleur willen niet meer uitleggen aan witte mensen waarom iets racistisch is. Dat snap ik: als je boos bent, ben je boos. Maar ik voel die boosheid niet en ik zie tegelijk wél de ongelijkheid. Ik probeer een brug te slaan om elkaar te vinden. En daarom ben ik gegaan naar daar waar ik eigenlijk ‘echt’ vandaan kom: Suriname.’

‘Als je een kleurtje hebt, word je vaak gevraagd: “Waar kom je nu écht vandaan?” In Aardappelbloed wou ik werken rond die vraag, dus trok ik naar Suriname om de 

grond te claimen waar mijn voorouders tot slaaf werden gemaakt. Eigenlijk is dat een ludieke insteek, voor mij is dit geen emotioneel portret. Het is niet zo dat ik mezelf ben gaan zoeken in Suriname, ik weet heel goed waar ik vandaan kom. Ik wil wél tonen waar wij als samenleving vandaan komen, hoe die is opgebouwd en waar de huidige ongelijkheid vandaan komt.’

© Ruben Hamelink

‘In Suriname wou ik nagaan of ik recht had op de plantagegrond waar mijn voorouders op werkten. Maar grond is in Suriname iets heel gevoeligs, omdat de afschaffing van de slavernij er is uitgemond in zeer ongelijke verdelingen. Het grootste deel van het land is overwoekerd. Daarom is Aardappelbloed een persoonlijker verhaal geworden, waarin ik mijn gedachten deel over de reis. Het is begonnen met de naam van mijn bet-betovergrootmoeder: Deimveld. Omgekeerd is dat veldmeid, een slavennaam.’

‘Het was niet altijd evident om in mijn eentje in het binnenland van Suriname te filmen. Die hitte, slecht gemaakte afspraken… ik zou het niet aanraden. Tegelijkertijd ervoer ik die reis en filmde ik ze. Ik kwam thuis met meer dan zestig uur aan materiaal en daar heb ik dit van gemaakt. Aardappelbloed was eerder al te zien als korte documentaire bij Vranckx & de Nomaden. De live vertelling en muziek maken het verhaal me meer eigen. Voor het publiek komt het verhaal zo ook meer aan dan wanneer het passief zou zitten kijken naar een scherm. En dat vind ik héél belangrijk.’ 

Over elkaar vinden

‘Toen ik met Aardappelbloed in juni speelde op het Oerol-festival op Terschelling, merkte ik dat ook. Mensen vonden elkaar na de voorstelling. Ze huilden of vonden het herkenbaar – en dan heb ik het niet enkel over mensen met een Surinaamse achtergrond, ik kreeg soms dezelfde reacties van bijvoorbeeld mensen met een Finse of Roemeense achtergrond. Het ging soms zelfs zo ver dat mensen hun excuses aanboden: “Ja, ik wil toch nog even sorry zeggen.” Waarop ik dan zei: “Nou, waar blijft dat geld?” (lacht) Al zijn er ook mensen die aangaven dat ze echt niets wisten over hun eigen verleden met de slavernij.’

‘Maar Aardappelbloed overstijgt echt dat Surinaams-Nederlandse verhaal. Het gaat over waar je thuishoort. Dat is een zoektocht die iedereen herkent. Ik had ook een boekje neergelegd voor reacties. Die gingen veelal over schaamte en bewustwording. Veel mensen weten ook niet uit het hoofd wanneer de slavernij is afgeschaft of dat de ex-slaven nog tien jaar lang doorwerkten op die plantages. Veel Surinamers pleiten daarom ook om niet voor 1863 als het juiste jaartal voor de afschaffing van de slavernij, maar 1873. Dat soort dingen is nog niet echt algemene kennis en dat is best jammer. Als je dat weet, begrijp je de gevoeligheden ook beter.’

‘Maar Aardappelbloed gaat ook over meer. Dat moest van mezelf, dus heb ik veel gelezen. Dan moet je jezelf wat onderwijzen, en dat kan veel teweeg brengen. Als je kijkt naar de tijdlijn van ons koloniale verleden kan je vast veel leren over hoe wij nu met elkaar samenleven. In Vlaanderen is die kennis trouwens even hard nodig als in Nederland – we maakten immers gedurende vijftien jaar samen deel uit van het Rijk der Nederlanden. Suriname was daar deel van, net als Vlaanderen. Dit is ook jullie slavernijgeschiedenis.’

© Emma Lesuis

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Tags: , , ,