het Theater Festival

De zeven zelfportretten van Needcompany

vr 26 aug 2016

Jezelf zijn op 36 manieren

In De Blinde Dichter tonen Jan Lauwers en Needcompany in zeven portretten de eigen lijdensverhalen van de performers. Van het kankergen van Grace Ellen Barkey tot de kannibalenvoorouders van muzikant Maarten Seghers en de hoerenmoeder van Benoît Gob. 70 procent van de levensverhalen zijn waar, aldus tekstschrijver en regisseur Jan Lauwers. Maar hoe pijnlijk is het voor de acteurs om hun persoonlijke trauma’s op scène te brengen? Wij vroegen het aan Grace Ellen Barkey, Hans Peter Melo Dahl, Mohammed Toukabri en Benoît Gob. – Margot De Boeck, Phéline Thierens en Mia Vaerman

De Blinde Dichter 1 (c) Maarten Vanden Abeele

Grace Ellen Barkey in De Blinde Dichter (c) Maarten Vanden Abeele

Grace Ellen Barkey: Onze verhalen zijn inderdaad heel persoonlijk. Maar of het al dan niet moeilijk is om als acteur je eigen leed bloot te geven, is niet het centrale punt in deze voorstelling. Waarom mensen hun geschiedenis altijd ontmenselijken, dat is belangrijk. We kunnen niet anders dan naar de geschiedenis kijken als naar een soort abstractie: die persoonlijk zien is moeilijker. Zo kunnen we ook niet kijken naar een vluchteling en onszelf als vluchteling herkennen.

Als je naar oude intellectuelen zoals de blinde dichter Abdel Al-Ma’arri kijkt en luistert, kan je wat ze hebben bedacht soms met een soort ‘wauw-gevoel’ herkennen. Wat Jan Lauwers in zijn tekst doet, is die inzichten openleggen. Tegelijkertijd is er de neiging het voortdurend te hebben over hoe je je nu voelt. Op dat moment kijk je niet meer naar de geschiedenis, maar stel je je vragen over wie jij bent en waar jij vandaan komt. Een manier om in te gaan tegen het radeloze gevoel dat je jezelf niet kent.

Na de voorstelling praat ik graag met mensen uit het publiek. Zij vertellen heel direct welk verhaal ze willen vertellen als ze op het podium zouden staan – die zijn vaak erg aangrijpend.

Needcompany - Hans Peter Melo Dahl (c) Maarten Vanden Abeele

(c) Maarten Vanden Abeele

Hans Peter Melo Dahl: Mijn portret is gedeeltelijk waar, op het land van mijn vader zijn inderdaad 32 Vikinggraven gevonden. Het verhaal van de drenkeling die ik niet kon redden is ook waar, maar niet precies op die manier.

Mijn verhaal doe ik in het Noors en dat is voor mij heel bijzonder. Er is een tijd geweest dat ik nog weinig Noors sprak. Ik moest dus lang naar woorden zoeken en steeds kwamen er Nederlandse woorden boven. Toen had ik het gevoel dat ik mijn identiteit aan het verliezen was. In je moedertaal ligt een groot stuk van jezelf, als een soort vurige massa.

Ik speel mezelf, maar eigenlijk is het onmogelijk om over jezelf te spreken alsof ‘jezelf’ echt bestaat. Ik denk dat dat een samenraapsel is van wie je denkt dat je bent en wie anderen denken dat je bent. We zijn wel 36 verschillende mensen: er zijn zoveel facetten aan een persoonlijkheid. Dan te denken dat ik er maar één ben, dat geloof ik niet – maar ik ben wel altijd mezelf hé (lacht).

Needcompany - Mohammed Toukabri (c) Maarten Vanden Abeele

(c) Maarten Vanden Abeele

Mohammed Toukabri: Ik ben de enige in het verhaal die geen persoonlijk trauma op scène brengt. Daar is echter een praktische verklaring voor: toen ik mijn grootmoeder naar onze stamboom vroeg, kon zij me niet verder helpen.

Ik speel dus mezelf in een bewerking van Jan. Ik hou ervan hoe Jan met zijn performers omgaat. Zijn manier van werken is zeer persoonlijk, er is geen echte grens tussen hem en de spelers. Tijdens het creatieproces hadden we veel gesprekken over hoe we sommige dingen zouden doen. Soms zorgde dat voor spanning maar die uitte zich nooit in een conflict, ze voedde zelfs onze gesprekken.

Ik word neergezet als De Moslim, al hou ik er niet van om in zo’n hokje te worden geplaatst. We besloten bovendien dat ik mijn tekst in het Arabisch en niet in het Engels zou doen. Daar had ik het moeilijk mee, want dat kwam wel erg dicht bij mezelf. Vooral sommige uitspraken voelden gek aan: op een bepaald moment zeg ik dat mijn moeder de allermooiste is, of dat ik de mooiste lach heb, maar ik hou er niet van om mezelf zo pretentieus voor te doen (lacht).

Needcompany - Benoit Gob (c) Maarten Vanden Abeele

(c) Maarten Vanden Abeele

Benoît Gob: Ik heb helemaal niet de indruk dat ik mezelf speel, ik zou even goed de monoloog van Maarten (Seghers, red) kunnen doen. Het is – los van een aantal romantiseringen – natuurlijk wel mijn verhaal. Er is een steeds groter aandeel van naturalisme op de scène in het theater, maar dat naturalisme is niet natuurlijk. Op de scène is er geen naturel.

Het zit altijd zo: ik ga het podium op om Benoît Gob te spelen. Ik hoor dan wel eens “Aha, je hebt dus niets te doen.” Maar ik speel wel degelijk iets, namelijk een Benoît Gob die door Jan geschreven is. Het is ook heel moeilijk om die tekst dan zo te brengen dat hij daadwerkelijk werkt. Al moet daar niet te precies over worden nagedacht, je gaat de scène op en zoekt uit wat werkt.

In feite heb je een filter nodig, want hoe meer je wat je staat te spelen met jezelf gaat identificeren, hoe meer je probeert je goede eigenschappen te benadrukken. Zelf ben ik daarentegen eerder geïnteresseerd in gebreken. In De Blinde Dichter gaat het ook niet om biografieën maar om portretten, wat veeleer een interpretatie is van de werkelijkheid en waarin je dus dingen kan vervormen.

Ik denk dat het publiek ook opgelucht is dat er duidelijk 7 portretten zijn. Je weet min of meer waar je aan toe bent. Dat geeft een zekere houvast (lacht).

Tags: , , , , , , , , ,