het Theater Festival

De rit van je leven, nu ook op scène

za 05 sep 2020

Steven Knight schreef in 2013 LOCKE, een film waarin Tom Hardy 85 minuten in een auto sjeest. Dat is spannender dan het klinkt. Zo spannend dat acteurs Koen de Graeve en Tom Vermeir er samen met regisseur Yahya terryn een voorstelling van maakten, die nu als coronaproof drive-inversie speelt in Gent. Maar hoe doe je dat, zo’n fenomenale film bewerken tot spannend theater? Hoe zorg je ervoor dat je niet gewoon vervalt in het naspelen van het scherm?

Ans Van Gasse

Koen De Graeve © Kurt Van der Elst

Op de rode poster van LOCKE kijken Koen De Graeve en Tom Vermeir, elk in een marcelleke, de toeschouwer recht in de ogen. Naast de donderend grote letters van de titel en de Vlaamse kleppers die de affiche sieren – onder wie ex-Van Jets-frontman Johannes Verschaeve en leden van A BRAND – valt bij ‘script’ één vreemde naam op: Steven Knight. Compagnie Cecilia greep voor dit stuk niet terug naar een bestaande toneeltekst, maar naar een filmscript.

Zo vreemd is dat niet. Zowel Tom, Koen als Yahya hebben niet alleen hun sporen verdiend in het theater, maar ook in de film- en televisiewereld. De technieken van een film hoef je hen niet uit te leggen. In LOCKE evoceren ze met verve de wereld van Ivan Locke uit de film, maar dan wel op een heel theatrale manier. Want theater is niet zomaar een film waar geen budget voor camera’s was.

Een leven in één rit

In Steven Knight’s film LOCKE volgen we Tom Hardy als Ivan Locke, een plichtsgetrouwe en loyale werfleider en vader. Maar alle mensen maken fouten, en in het geval van Ivan betekent die fout dat hij, wanneer hij vertrekt van zijn werk, ontdekt dat hij een andere vrouw zwanger heeft gemaakt. Die staat nu op het punt om te bevallen. En dat brengt keuzes met zich mee.  Ivan zit gedurende de hele film in de auto. In die ene rit beleeft hij zijn hele leven en lot. Hij belt zijn vrouw, de minnares, zijn zonen en collega’s terwijl hij één alomvattende beslissing moet maken. Zal hij afslaan bij het kruispunt richting ziekenhuis of rijdt hij toch maar recht naar huis?

LOCKE, de film, is een anderhalf uur durende stressbui waarbij je als kijker steeds als een mug rond het hoofd van Tom Hardy zoemt. In een claustrofobische camera-opstelling, die quasi niet verandert, zit je zo dicht op zijn huid dat je mogelijke puistjes bijna zou willen uitduwen. Je ziet de ruiten en flitsen van auto’s in de achteruitkijkspiegel, en heel af en toe een stukje van de weg.

Daarmee doet LOCKE op zich al iets ongewoon. Het montageprincipe in film stelt ons immers in staat om één doorlopende ruimte te creëren uit honderden werkelijke plaatsen. Een tuin van Eden kan je samenstellen met bomen uit Paraguay, gras uit de Engelse velden en fauna uit Afrika: aan elkaar geplakt rijgt je hoofd die beelden immers toch aan elkaar alsof ze zich in één bestaande fysieke ruimte bevinden. Dat dit in LOCKE niet gebeurt, maakt je daarvan bewust. Je denkt misschien niet dagelijks na over montage, maar wanneer die ontbreekt merk je wat er mist – of hier: hoe er niet meer nodig is dan wat je ziet.

Via de telefoongesprekken die Ivan voert kom je wél in andere werelden terecht, maar visueel stel je het met zijn reacties en blikken. Omdat we dat van film niet gewend zijn, werkt dat in op je lezing van dit fraaie stukje acteren: de focus ligt op de man die alleen in zijn auto zit en niet weg kan. Hij heeft geen enkele controle over wat er daarbuiten gebeurt. Hoe vertaal je dat gevoel naar het theater?

Statische dynamiek

Op de drive-in site in Gent proberen Ivan & co datzelfde idee op een andere manier over te brengen. Waar kijk je naar? Eén acteur, met zijn rug naar het publiek. Een groot projectiescherm, waarop live en niet-live gefilmde beelden worden geprojecteerd. Beelden van de weg die Locke rijdt, van de acteur die Locke speelt of van de containers in en rond de scène. Als twee zijbeuken zijn er ook containers op hoogte gezet, waarin zich een liveband bevindt: Ben Brunin, Luk Vermeir, Frederik Heuvinck en Johannes Verschaeve luisteren de volledige voorstelling op met nieuwe muziek en soundscapes.

Net als de film is ook de theaterversie van LOCKE vrij statisch. Hoewel Ivan constant vooruit moet rijden en niet achterom kan kijken, zit er weinig beweging in de voorstelling – op fysiek vlak dan. Maar dat hoeft ook niet – daar ligt net een sterkte. Een andere link met de film is de afwisseling van autosnelwegbeelden met close-ups waarin Ivan reageert op de vele telefoontjes en gebeurtenissen. Let in die close-ups trouwens maar eens op: Compagnie Cecilia slaagt er wonderwel in om die beelden eruit te laten zien alsof ze in een auto zijn opgenomen. En dat alleen door lichtgebruik en een slimme kadrering. 

En toch is de voorstelling ook één en al dynamiek. De liveband toont nog maar eens hoe muziek onze gemoederen bespeelt: terwijl Johannes Verschaeve aan zijn gitaar zit te tokkelen, nestelt zich niet alleen een oorwurm in je geheugen, maar raakt hij ook daadwerkelijk een snaar. Ondersteund door die soms bombastische soundtrack slaagt de voorstelling erin om je mee te nemen in iets wat lijkt op een live luisterspel. Telefoongeluiden, muziek en soundscapes zorgen er samen met de acteurs voor dat je een roadtrip maakt doorheen het brein van Ivan. 

Kansberekening

Steven Knight had genoeg aan één acteur om op zijn beeld te plakken, Yahya terryn gebruikt er twee: Ivan Locke en de ‘B-acteur’ die alle andere rollen en stemmen aan de andere zijde van de telefoon speelt. Om het spannend te houden, staat vooraf niet vast wie wat speelt. Aan het begin van elke voorstelling werpen Tom en Koen een muntje op. Wie is B, wie is Ivan. Pure kansberekening. Naast een uitdaging voor hen als spelers, vormt die keuze voor toeval ook iets spannends dat alleen theater kan. Terwijl je naar de kansberekening van het uit elkaar brokkelende leven van Ivan kijkt, kijk je ook naar de kansberekening van de twee acteurs.

Compagnie Cecilia laat toe te focussen op het ontstaan van de voorstelling in het hier en nu. Voor sommige scènes zou het immers makkelijk zijn geweest om vooraf gewoon even een audio-opname te maken, maar toch is er gekozen om alles live te creëren. Die keuze houdt in dat de voorstelling zich openstelt voor gevaar: een knop die te laat wordt ingeduwd, de muziek die een maat te kort is of te lang wordt doorgespeeld,… Het laat ruimte voor falen, maar òòk voor improvisatie. Een bij uitstek theatraal gegeven! Want zelfs als Tom Hardy enkele lijntjes heeft bij verzonnen, heeft hij die uiteindelijk vijf keer kunnen herhalen om aan de kijker enkel de beste versie te laten zien. Wanneer straks in Gent de B-acteur echter vergeet te telefoneren, dan is het aan de Ivan-acteur om de scène spannend te houden. En dat in het ijle ongeplande.  

Met Locke in de auto

In strak gekadreerde, nauwe beelden van de film, zie je veel van Tom Hardy en weinig van de wereld. Dat voelt al gauw even claustrofobisch als het eraan toe moet gaan in de hersenpan van Ivan. In die filmbeelden zié je immers zijn frustratie, zijn stress, zijn verdriet. Op het puntje van je stoel volg je vol nieuwsgierigheid. Je kan àlles observeren. Op de drive-in site is dat anders. 

Theater kan niet datzelfde, nabije gevoel evenaren: zelfs al kijk je ook af en toe naar een videoscherm, er zit daar nog altijd een acteur die je niet zomaar een schouderklopje kan geven. Minutieus observeren kan je niet echt. Je moet het publiek manipuleren zodat het, ondanks de fysieke afstand, even dichtbij kan komen. LOCKE beslist om de kracht van theater ten volle te benutten en je echt mee te nemen. Sinds de drive-inversie nogal letterlijk, maar ook in de zaalvoorstelling kwam je echt terecht ín de auto van Ivan Locke. Het toneellicht durft weg te vallen, wat je dwingt om louter te luisteren zodat je helemaal kan meegaan in de auditieve sferen die worden opgeroepen. Dat je de Ivan-acteur enkel vanaf de rug ziet zitten op het podium zorgt er ook voor dat je méé rijdt. Eigenlijk krijg je bijna het gevoel van zo’n Efteling-attractie waarbij je doorheen een fantasierijke wereld rijdt of drijft, niet écht hoeft deel te nemen aan die wereld maar er wel middenin zit. De muziek is luid en laat ook jou niet ontsnappen, de enscenering is kaal zodat je enkel focust op Ivans lange weg thuiswaarts – en zodat je je steeds kan afvragen wat die ‘thuis’ zal zijn. 

Omdat de spelers van Yahya Terryn open staan voor ongeplande wendingen creëren ze ook een minder geladen sfeer dan bij Steven Knight. Er mag wel eens gelachen worden. En dat werkt. Want theater is in verbinding staan. Het is tezamen, als groep, in een ruimte aanwezig zijn terwijl er iets voor je ogen ontstaat – vanuit een muntje, zo u wil. Tom en Koen durven, temidden van  al die tristesse, toch af en toe voluit voor de lach te gaan. Daarmee dagen ze niet alleen elkaar als speler uit, maar houden ze ook u alert. Want net als in het leven kan het niet al kommer en kwel zijn – of als het dat wel is, ondergaan we dat ook in het leven wel eens met een kwinkslag. Het is een wankele en dunne grens, maar beide acteurs proberen u te raken en mee te nemen, zonder u te doen vergeten dat het leven ook geestig kan zijn.

Het kruispunt van het leven

Wanneer u op de drive-insite in uw auto zit, zal u dus misschien het gevoel hebben dat die, zonder enige trek aan een hendel, plots begint te rijden. Dat u begint te razen op weg naar een afslag waar u geen richting kan kiezen. Laat het u net zo betoveren als de filmtrip van Steven Knight, maar wees u misschien ook eens bewust van waarom u die niet aan het bekijken bent. Wie krijgt er kop en wie munt? Het antwoord zal nog lang via scheurende gitaren in uw gehoorgang nazinderen. Maar blijf ook de humor vinden – want het leven werkt met bochten. Tussen licht en donker.

Tom Vermeir © Kurt Van der Elst

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Tags: , ,