het Theater Festival

De doden weer tot leven wekken: een duik in het theaterarchief

vr 10 sep 2021

Wie het theater (op al dan niet wetenschappelijke wijze) wil bestuderen, botst op een opeenstapeling van problemen. Het overgebleven archiefmateriaal is verspreid over een veelheid aan instellingen. En het is zelfs niet altijd toegankelijk. Wie weet wat er in muffe kasten op al even muffe zolders ligt, zonder dat iemand het bestaan ervan bevroedt.  

Jens Dewulf

Tina Herbots

Enter de Bronnengids, die gisteren op het TheaterFestival werd gepresenteerd. Deze online theatererfgoed-gps, een initiatief van CEMPER (Centrum voor Muziek- en Podiumerfgoed), wil onderzoekers en andere geïnteresseerden de weg wijzen naar de bibliotheken en archiefinstellingen die bronnenmateriaal van de podiumkunsten bewaren. Na de voorstelling van de website volgde een panelgesprek met afgevaardigden van een aantal van die archiefinstellingen, net als een interview met Peter Van den Eede van Compagnie de KOE (waarvan het archiefmateriaal ondertussen is overgeplaatst naar het Antwerpse Letterenhuis) over het bewaren van theatererfgoed.

Archiefonderzoek kan al eens boeiende vondsten opleveren. Ik belde met Ruben Vanden Berghe, doctoraal onderzoeker aan de UGent. Enkele jaren geleden bestudeerde hij de hoorspelen van de befaamde Vlaamse theaterauteur enregisseur Tone Brulin. In de archieven van de VRT ging hij op zoek naar sporen van het hoorspel Kwela voor Jezus, maar echt bruikbaar materiaal leverde die speurtocht niet op. Na veel omwegen kwam Ruben terecht bij het Brulinarchief dat Kunstenpunt in zijn bezit heeft. Daar kon hij het scenario van het hoorspel terugvinden.

‘Een archief bestaat uit gedemonteerd materiaal, dat later gehermonteerd zal worden’, beweerde Peter Van den Eede gisteren. Door wie dan? Een onderzoeker, misschien, die een reconstructie maakt van (het ontstaansproces van) een theatervoorstelling. Maar dat kan net zo goed een hedendaagse theatermaker zijn, die zich laat inspireren door wat al gemaakt is en zo een aftands museumstuk herschept tot een nieuw kunstwerk. 

Zou dat kunnen gebeuren met het werk van Brulin? ‘Ik denk het wel’, vertelt Ruben me. ‘Brulin was zijn tijd vooruit, vind ik. Maar aan de andere kant zijn zijn stukken natuurlijk nog steeds getekend door hun tijd. Kwela voor Jezus speelt zich bijvoorbeeld af in Zuid-Afrika en voert gekleurde personages op. Vanuit een dekolonisatieperspectief is het een zeer interessante tekst. Maar als je die nu opnieuw zou spelen, moet je er wel een kritische heropvoering van maken.’ 

Zo kan het archief méér worden dan een museum, of zelfs een begraafplaats. Het kan uitgroeien tot een laboratorium waar de doden na enig kritisch operatief knip-en-plakwerk weer tot leven worden gewekt, helemaal aangepast aan deze tijd. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Tags: , , , ,