het Theater Festival

De chemie van De Koe

vr 26 aug 2016

“Het dubbeltje had natuurlijk ook de andere kant op kunnen vallen”

In deel twee van het interview met Willem de Wolf en Natali Broods zoomen we uit van stuk naar gezelschap. Met Beckett Boulevard staat De Koe nu voor de derde keer op rij op het TheaterFestival. Maar zo’n succesvol collectief stamp je niet zomaar uit de grond. Daar is tijd en geduld voor nodig. Ondanks een moeilijke start en flink wat tegenslagen met subsidies, wist De Koe uiteindelijk toch zijn succesformule te ontwikkelen. Hoe kwam (en komt) de magie van De Koe tot stand? – Margot De Boeck en Jonathan van der Horst

dekoe

De Koe (c) De Koe

Hoe beginnen jullie aan het schrijven van een tekst?

Natali Broods: De teksten van onze voorstellingen worden vooral geschreven door Willem en Peter (Van den Eede, het derde lid van het gezelschap, red.). Zij schrijven apart, maar we komen wel elke dag samen om commentaar op de teksten te geven. Zo komt het geraamte van de tekst gaandeweg tot stand. Meestal is die wel nog te abstract. Dan weten wij wel wat we willen zeggen, maar spreekt het nog niet genoeg uit de tekst. Humor zit er meestal vanzelf al in. We denken bijna nooit: ‘Oh, we moeten nog wat meer humor in onze tekst stoppen’.

Willem de Wolf: Het fijne is dat Peter en ik heel anders schrijven. Ik schrijf vaak iets met een politieke dimensie. Peters teksten zijn ironisch. In mijn teksten kunnen nog wel eens grote idealen voorbij komen, die Peter dan weer ironiseert. Die twee stemmen vormen de basis voor de uiteindelijke tekst.

Natali: Er moet soms wat meer spreektaal in Willems teksten. We maken zijn zinnen vaak iets dommer. Willem is te slim.

Willem: Peter ironiseert mijn moralisme en ik politiseer zijn ironie. Natali heeft een heel eigen taak in het proces. Als wij met teksten afkomen, dan is het een beetje zaak om Natali te overtuigen en haar aan je kant te scharen. Natali is niet heel trouw. Ze zegt ronduit wat haar bevalt en wat niet, ongeacht de persoon. Ze is vrij genadeloos. En maar goed ook.

Het filosofische in jullie teksten moet dus wel concreet blijven. Waarom is dat noodzakelijk?

Willem: Onze teksten moeten geen bewijsstukken worden voor politieke of filosofische stellingen. Het zou goed zijn als dat allemaal zijdelings gebeurt. Je moet er niet de nadruk op leggen.

Natali: Je moet als toeschouwer ook wel genot aan het kijken beleven. Dat gebeurt makkelijker als de mensen op scène ook een beetje dom zijn. Als wij te slim zijn, dan wordt het te veel een spelletje onder ons. Dan raakt de toeschouwer ervan afgesloten.

Willem: Het gevaar is dat de voorstelling alleen nog maar ironisch wordt en daardoor niks meer zegt. Ik waak er toch altijd wel over dat er nog iets gezegd wordt over de wereld.

Jullie voorstellingen hebben vaak een heel losse stijl. Alsof alles op dat moment gedacht en bedacht wordt. In hoeverre zijn jullie voorstellingen ingestudeerd? Of laten jullie ook dingen aan het toeval over?

In koor: Alles is ingestudeerd!

Willem: Per voorstelling komen er wel eens een paar nieuwe zinnen bij. Of permitteert iemand zich een grap en dan moeten de anderen daar op reageren. De overgangen zijn soms ook anders. Het gebeurt wel eens dat iemand te vroeg of te laat opkomt. Maar in principe is alles ingestudeerd.

In Beckett Boulevard spelen jullie opnieuw alleen met de drie spelers van De Koe. Jullie werken ook vaak samen met andere gezelschappen zoals Tg Stan en Maatschappij Discordia. Is dit een verschillende manier van werken?

Willem: Ik vind het zelf steeds gemakkelijker worden bij De Koe. Ik ben als laatste bij het gezelschap gekomen, dus ik heb een gewenningsperiode nodig gehad. Maar nu voel ik me steeds vertrouwder. We zijn steeds beter op elkaar ingespeeld. Daardoor permitteren we ons meer en durven we meer op het toneel. We zijn ook maar met drie, hé. Dat is wel echt heel specifiek voor ons gezelschap. Twee mannen die om die ene vrouw heen hangen. Daar spelen we iedere keer opnieuw mee in onze stukken.

Natali: Het voelt altijd een beetje als thuis komen wanneer we weer eens met zijn drieën aan de slag gaan. Het is frappant dat je hier minder woorden voor nodig hebt dan als je met andere mensen samenwerkt. We voelen elkaar gewoon beter aan.

BB Koen Broos 2 kopie

Beckett Boulevard (c) Koen Broos

Willem: Bij De Koe heb ik de appreciatie van de anderen het minst nodig. Ik ben mij er niet van bewust als we goed spelen. Dat is ook niet nodig. Bij anderen kan ik nog wel eens denken: wat speelden we goed vanavond of wat was het slecht. Bij De Koe denk ik daar niet over na. Wij doen de dingen gewoon zoals wij ze doen en dat ziet er dan blijkbaar uit alsof we de pannen van het dak spelen.

Natali: We zijn onvergelijkbaar met elkaar. Peter heeft zijn manier van spelen, wij die van ons. Maar we complementeren elkaar wel. We horen vaak dat we een goede match zijn.

Natali: “Toen Willem bij De Koe kwam, moest ik heel erg wennen.”

Willem: Die chemie is er vaak ook meteen. Zelfs als we elkaar een tijdje niet gezien hebben. Onlangs deden we voor het eerst sinds lange tijd nog eens een tekstrepetitie van Beckett Boulevard. Natuurlijk was het niet meteen perfect, maar we voelden wel dat het goed zat.

Hebben jullie een verklaring voor die chemie?

Natali: Goh, je kan dat niet uitleggen. Nochtans is die chemie er niet zonder slag of stoot gekomen. Toen Willem bij De Koe kwam, moest ik heel erg wennen. Je gaat niet aan tafel zitten en praten over wie je bent en hoe je werkt, hé. Dat moet je gaandeweg ontdekken en dat is niet altijd even makkelijk. Over de dingen praten in het theater is niet zoals praten over wiskunde. Wij hebben elkaar bij onze eerste gezamenlijke voorstelling Wit echt moeten zoeken, maar dat klopte ook bij het thema van die voorstelling. Het dubbeltje had natuurlijk ook de andere kant op kunnen vallen. Voor hetzelfde geld klikte het niet tussen ons drieën.

Een Nederlander in het gezelschap maakt ook wel een heel groot verschil. Alleen de vergadercultuur al. Ik weet nog dat we aan het vergaderen waren en dat iedereen gewoon maar wat riep. Willem zat er met grote ogen naar te kijken en zei toe iets van: ‘Zo, dus dit is hoe jullie vergaderen?’ Sindsdien gaat alles punt voor punt.

Willem: Het eerste contact was moeilijk. Ik weet nog heel goed welke fouten ik heb gemaakt toen ik bij het gezelschap kwam. Je moet eigenlijk niet mailen. Mails kunnen heel hard zijn. Zeker als je de codes van zo’n groep nog niet kent. Ik was heel andere codes gewend.

Wat nu wel heel goed is aan onze samenstelling, is dat iedereen het gevoel heeft dat elke voorstelling van hem of haar is. Bij andere groepen heb je soms nog wel eens het gevoel dat je meespeelt in het idee van iemand anders. Maar Beckett Boulevard bijvoorbeeld is echt iets van ons drieën.

Natali: Het enige verschil is wel dat jij en Peter schrijven en ik niet. Soms zou ik het wel leuk vinden als ik dat ook kon.

Jullie hernemen ook vaak voorstellingen. Waarom vinden jullie dat belangrijk?

Willem: Dat is heel belangrijk voor de instandhouding van je gezelschap. Er is enorm veel veranderd in de laatste tien jaar. Vroeger deed je een tournee en maakte je daarna iets nieuws. Maar tegenwoordig moet je gewoon gaan spelen waar belangstelling is voor je werk. De trilogie WitRoodZwart is bijvoorbeeld nog altijd te koop voor wie die 4,5 uur in zijn theater wil hebben.

Natali: Van die trilogie hebben we nooit een tournee gedaan. Het is ook niet mogelijk om dit stuk vijf dagen per week, en dat weken aan een stuk, te spelen. We hebben wel wat routine in de trilogie gekregen door hem te hernemen, maar na de eerste voorstelling waren we echt kapot. Alhoewel, als Fabre 24 uur theater kan maken, hebben wij misschien geen recht van spreken (lacht).

Willem de Wolf: “Over vijf jaar zijn Peter en ik bijna zestig. Dan gaat niemand nog zeggen: ‘Nou. Hier is een zak geld.’

Welke evolutie zien jullie voor de toekomst?

Willem: Daar moeten we ons nog een beetje over buigen. We hadden voor de komende vijf jaar subsidie aangevraagd om eindelijk nog eens een beetje te kunnen groeien en een middelgroot gezelschap te worden. Zo zouden we iets vaker een grotere voorstelling zoals Olga kunnen maken of nog twee extra mensen kunnen aannemen in de artistieke raad. Maar voor de vijfde of zesde keer achter elkaar mag De Koe niet groeien van de Minister.

Natali: De Koe wordt geapprecieerd zoals hij is en moet dus blijven zoals hij is. Ik heb al wel gedacht dat we misschien gewoon wat minder voorstellingen moeten maken, maar dan wel grotere producties.

Willem: Misschien wel, ja. Want we willen echt nog wel eens teksten maken voor meerdere mensen.

Natali: En met jongere mensen erbij. Dat werd als iets zeer positiefs gezien in ons dossier. Maar als er geen budget voor is…

Willem: Dan zullen we iets zuiniger moeten zijn. Het is echt teleurstellend wat dat betreft. Ik dacht: als er zich nou nog een keer een mogelijkheid zou voordoen om te groeien, was het nu geweest. Over vijf jaar zijn Peter en ik bijna zestig. Dan gaat niemand nog zeggen: ‘Nou. Hier is een zak geld. Doe maar.’ Hoewel dat natuurlijk wel leuk zou zijn (lacht).

Ik zou graag nog eens met iemand spreken die mij dat goed kan uitleggen waarom De Koe nooit is kunnen groeien. Beckett Boulevard gaat daar ook voor een deel over. Over wat er over je gezegd wordt als je er niet bij bent. Achter je rug om, in commissiezaaltjes bijvoorbeeld. Wie je bent is ook voor een deel hoe er over je gepraat wordt. Maar je weet niet hoe er over je gepraat wordt. Misschien zeggen ze in die vergaderzaal wel: ‘Ach ja, die van De Koe. Laat ze nog maar wat aan sukkelen met z’n drieën.’

Maar jullie zijn nu al voor het derde jaar op rij geselecteerd voor het TheaterFestival. Helpt dat dan niet bij zo’n subsidieaanvraag?

Willem: Het maakt allemaal niks uit. De dossiers maken niks uit. De vergaderingen maken niks uit. De dingen die je in het verleden hebt gedaan maken niks uit. De prijzen en de recensies maken niks uit. Je plannen maken niks uit. Het enige wat iets heeft uitgemaakt, is de allerlaatste vergadering van de minister met een aantal andere politici.

Subsidies zijn dus een puur politieke keuze?

Willem: Ja. Je wordt echt een rad voor de ogen gedraaid als je denkt dat het om je artistieke plan gaat. Uiteindelijk zijn de beoordelingen van die plannen door de commissies ook helemaal niet belangrijk geweest. Niemand is echt gegroeid en niemand is echt verdwenen.

Natali: Jawel, hé. Tristero bijvoorbeeld.

Willem: Ja, dat klopt. Maar wat ik bedoel is dat de minister had gezegd dat hij de grote gezelschappen echt groot zou maken en de bezem ging halen door het middengebied. Dat is allemaal niet gebeurd. Het is gewoon bij hetzelfde gebleven.

Om toch nog een beetje positief naar de toekomst te kijken: Wat zijn jullie plannen voor het komende jaar?

Willem: We waaieren weer wat uiteen. Ik ga een project doen bij het staatstheater in Mainz in samenwerking met De Nwe Tijd. Met Myriam van Imschoot maak ik ook een project rondom een koor. Daarnaast gaat Peter samen met Damiaan De Schrijver en Matthias de Koning werken.

Natali: Ik ga weer wat filmen dit jaar. En verder hebben we dus nog die plannen voor een grotere productie met meerdere mensen. Die is nog totaal niet begroot, maar ik vind dit eigenlijk wel iets om in het eerste jaar ons geld al direct aan uit te geven. Het is voor ons ook gewoon te belangrijk om voorstellingen met andere mensen te kunnen maken.

Willem: Het is zo gevaarlijk voor een gezelschap om teveel op jezelf te werken. Om het dan de hele tijd goed en leuk te houden, dat is heel moeilijk.

Tags: , , , , , ,