het Theater Festival

Alles uit de kast

za 10 sep 2022

Zit kunst in de kast? Komen personages tot leven wanneer spelers hun kostuum aantrekken? We vroegen een acteur, een circusartiest, een danseres en en een theatermaker om hun kledingrek voor ons uit de coulissen te halen.

Freek de Craecker, Katrien Debois en Gijs Suy

Valentijn Dhaenens (Het gezin Van Paemel): ‘Stiekem vind ik het wel leuk om in hakken rond te lopen. Al zou ik dat zeker nooit privé doen. In De Kleine Oorlog speel ik een vrouw, in Het gezin Van Paemel speel ik vier vrouwen. Ook in Deurdedeurdeur speelde ik de huishoudster. Ik vind dat wel fijn omdat je dan een ander facet van jezelf ontdekt. Bovendien vind ik dat kleren van een vrouw bijzonder veel vorm of invulling geven aan de manier waarop je bijvoorbeeld loopt. Ik heb normaal gezien geen kostuum nodig om een rol te spelen, maar als ik een vrouw speel, is dat anders. De hoogte van je hakken, van je rok of een strak kleedje, dat vormt je toch.’

Pepijn Ronaldo (Sono io?): ‘Het kostuum van voorstellingen draait vaak om het doel ervan. Wat wil je ermee bereiken? Wat of wie is je personage en wat draag je het best om je personage zo goed mogelijk te realiseren? Vaak is het zoeken naar een balans tussen de uitstraling van het kostuum en het fysieke gemak ervan. Ik moet me ook nog makkelijk kunnen bewegen voor circustrucs.’

Jonas Baeke (Bambiraptor): ‘Repeteren doe ik altijd in sandalen, Birkenstocks of blootvoets, zelden in gesloten schoenen. De pruik die we in Bambiraptor dragen vind ik ook heel leuk. Mats Vandroogenbroeck en ik gingen vaak de stad in met die pruiken. Dan gingen we een broodje halen of schreven we een beetje. Met die pruiken leken we exact op elkaar dus heel veel mensen waren best gemindfuckt.’

Truus Bronkhorst (any attempt will end in crushed bodies and shattered bones): ‘Een kostuum is een kostuum, meer niet. Het is datgene wat nodig is voor het stuk. Eentje dat me bijbleef was een kanten body van BIS, een voorstelling die ik samen met Jan Martens speelde. Bij de première konden sommige vrouwen dat minder waarderen. Ik was toen al ouder en mijn benen waren niet meer wat ze twintig jaar geleden waren. Vrouwen van mijn leeftijd vonden dat niet altijd prettig om te zien. Ik reageerde nooit op hen, want dan kan ik niet meer slapen. Daarnaast is de kritiek ook weer voorbij gegaan na een aantal voorstellingen. Verder heb ik geen specifieke gevoelens bij kostuums. Je werkt er gewoon mee, wat je er ook van vindt. Ik werk ook zonder ego. Mensen moeten me niet mooi vinden. Ik ben bezig met hoe ik wil spelen. Iedere voorstelling opnieuw zoek ik naar iets nieuws, beters of anders. De essentie van een voorstelling vind je eigenlijk nooit, maar het gaat er om dat je blijft zoeken.’

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

For security, use of Google's reCAPTCHA service is required which is subject to the Google Privacy Policy and Terms of Use.

Tags: , , , , , ,