het Theater Festival

Advocaat van de duivel: een persoonlijke reflectie over De zaak Shell

do 09 sep 2021

Het is altijd even schrikken als je de vijand begrijpt. Zo schrok ik soms tijdens De zaak Shell. Hoe kan het dat ik naar een monoloog kan luisteren van een Shell-hoofdman en dat ik na zijn laatste woorden langs zijn vinger meekijk naar degene in wiens schoenen hij de schuld schuift? Omdat hij misschien toch wel gelijk zou kunnen hebben. Misschien is het niet Shell, maar zijn wij de slechteriken in dit verhaal. Waarom wijzen we eigenlijk allemaal naar grote oliebedrijven? Is dat niet makkelijk?

 

Jane Stuhlmacher

 

Karin Jonkers

 

 

Met de redactie van de dagkrant van het TheaterFestival spraken we tijdens de lunch over leren debatteren op de basisschool. Iemand van ons had ooit moeten pleiten voor het testen van make-up producten op dieren. Iemand anders moest zich presenteren als voorstander van Temptation Island en beargumenteren dat er niks mis was met het manipuleren van verliefde stelletjes voor het vermaak van een ander. Zij werd eigenlijk al woedend bij de gedachte dat iemand haar ouders zoiets zou kunnen aandoen, maar toch werd ze ingedeeld bij ‘team-voor’. Er kwam een gesprek opgang over waarom je een standpunt moest leren innemen waar je niet achter staat, over waarom we al zo vroeg advocaat van de duivel moesten leren spelen.

 

De onschuld verdedigen

 

In De zaak Shell horen we pleidooien van alle betrokken partijen bij de klimaatcrisis naar aanleiding van de Nederlandse rechtszaak van Milieudefensie tegen Shell. Shell, de burger, de consument, de overheid en de toekomstige generatie komen aan het woord. Pleidooien geschreven door Anoek Nuyens en Rebekka de Wit. Wat blijkt? Voor alle partijen zijn monologen te schrijven, vol met logische zinnen, argumenten en overtuigingskracht. Iedereen is onschuldig. Of in ieder geval onschuldiger dan een ander. Onze onschuld verdedigen hebben we allemaal al vroeg goed geleerd.

Het is menselijk om jezelf en jouw team te willen verdedigen. Sinds we dat niet meer echt fysiek hoeven te doen, gebruiken we alleen nog onze vingers en onze woorden. Als de één naar jou wijst, schiet onze arm uit overlevingsdrang de lucht in naar degene naast je. Anoek en Rebekka stellen dat de klimaatcrisis eigenlijk een verantwoordelijkheidscrisis is. Ze laten in hun voorstelling zien hoe de verantwoordelijkheid van de één naar de ander en terug geschoven wordt. Shell roept niets te kunnen als het gedrag van de consumenten niet verandert; de consument wijst naar de overheid en de overheid wijst terug. Als ik ze zo hoor, zie ik ons in het klaslokaal van mijn basisschool één voor één naar voren stappen om onze onschuld te beargumenteren. 

 

Wie is het dan? 

 

Ik weet ook wel dat het goed is dat we leren debatteren. Ik weet dat het goed is dat we op de basisschool in onze gebloemde rugzakjes de kwaliteit toegestopt hebben gekregen om vanuit verschillende standpunten te kunnen argumenteren. Maar het frustreert me ook dat het daardoor niet lukt om een goed of fout aan te duiden in crises zoals deze. Misschien ligt daar wel het probleem. Misschien ging het fout toen we leerden dat er altijd twee groepen waren. Een groep is voor en een groep is tegen. En toen we leerden dat áls er twee groepen zijn, er ook altijd een groep is die wint. En misschien ging het mis toen we met het winnende team – het team dat pleitte voor make-up testen op dieren – naar de andere kant van de klas wezen omdat wij het bij het rechte eind hadden en omdat wij de mooiste en de luidste woorden hadden gebruikt. Misschien is het probleem dat er geen enkele groep is die wint in de klimaatcrisis. 

 

Milieudefensie won de rechtszaak tegen Shell, zoals Anoek en Rebekka al een jaar geleden in De zaak Shell voorspelden. Zij hadden het bij het rechte eind; Shell werd schuldig bevonden. Dat is een stap in de goede richting. Maar toch zitten we allemaal nog op dezelfde stoelen met dezelfde bommen eronder. Een bom waarop ‘schuldig’ geschreven staat door iemand anders op wiens bom ‘schuldig’ geschreven staat  door iemand anders op wiens bom ‘schuldig’ geschreven staat… We zitten niet meer in een klaslokaal. Er zijn hier geen twee groepen. Er is geen groep die wint omdat ze de mooiste verhalen kunnen vertellen. Verhalen vertellen doen we niet om iets te winnen, maar om iets te delen. 

 

 

 

 

Klimaatzaak in Nederland

Op 26 mei 2021 won Milieudefensie de rechtszaak tegen Shell. De Nederlandse rechter besloot dat de CO2-uitstoot van Shell in 2030 netto 45 procent geslonken moet zijn. De zaak, aangespannen om radicale koerswijzigingen bij Shell teweeg te brengen, was revolutionair. Er klonk gejuich. Shell reageerde meteen op de uitspraak: ‘Er is dringend actie nodig om klimaatverandering aan te pakken’, maar wat precies het plan van aanpak zal zijn, wordt in het midden gelaten. In juli 2021 laat Shell weten in hoger beroep te gaan: ze vinden de eis onrealistisch.

 


Klimaatzaak in België

In maart 2021 begint de klimaatzaak in België. Zeven jaar eerder besloten elf bezorgde burgers de Belgische bevoegde overheden aan te klagen voor het wanbeleid dat gevoerd wordt ten opzichte van het klimaat. Op 17 juni kregen ook deze burgers, die zich inmiddels hadden verenigd in de vzw Klimaatzaak, gelijk. De Belgische overheden zijn collectief veroordeeld voor hun nalatige klimaatbeleid. Dit keer is het de Klimaatzaak zelf die in hoger beroep gaat. Dat ze gelijk hebben gekregen is mooi, maar concrete reductiedoelstellingen zijn niet opgelegd. Ook in België laat radicale koerswijziging op zich wachten.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Tags: , , , ,