het Theater Festival

A Way of Seeing door Rita Hoofwijk – ALL.

za 05 sep 2020

John Berger legt in ‘Ways of Seeing’ bloot dat het waar en wanneer we iets zien van invloed is op wat we zien. Voor het TheaterFestival bezoekt Rita Hoofwijk, zelf kunstenaar en verbonden aan SoAP Maastricht, vijf voorstellingen samen met een andere bezoeker en diens manier van kijken. Ze schrijft niet over de voorstelling zelf, wel over een deel van de context van het theaterbezoek.

Vandaag: ALL. van Lisa Verbelen/BOG. & Het Zuidelijk Toneel  

© Jan Rymenants

Het is 19:50. Veertig minuten voor aanvang. Bij de ingang van het Kaaitheater hangen twee verlichte zinnen: ‘All we have is words. All we have is worlds.’ Pijlen op de vloer leiden naar de foyer van het theater, die voor het festival en vermoedelijk vanwege de corona situatie naar buiten is verplaatst. Het is bewolkt, maar warm genoeg om buiten te kunnen zitten. Het ruikt er naar bier en vis. Mensen zitten aan houten tafels in afzonderlijke groepjes, bubbels. De meesten zijn met twee gekomen. Sommigen eten een ‘festivalhap’ (onder andere koolvisfilet). Een vrouw aait het been van de man tegenover haar. Er wordt voornamelijk Vlaams gesproken. 

Aan tafel 75 zit een man. Hij is net als ik alleen en lijkt net klaar met eten. Ik weet niet wie hij is. Hij heeft een gele rugzak en ziet er vriendelijk en benaderbaar uit. Ik loop naar hem toe en vraag of ik bij hem mag komen zitten. Pas later realiseer ik me dat ik daarmee wellicht in zijn ‘bubbel’ ben gestapt. Zijn naam is Oscar. Oscar Van Rompay. Hij is acteur. Ik vraag me af of ik hem niet had moeten – kunnen – kennen. Vanwege een radio-opname moest hij vandaag al in Brussel zijn. Het is dus enigszins toevallig dat het juist deze voorstelling is die hij bezoekt. Op de website van het TheaterFestival heeft hij over ALL. gelezen, maar verder kent hij het gezelschap alleen nog van naam. Niet eerder zag hij van BOG. een voorstelling. Hij denkt wel dat hij het mooi zal vinden. Oscar oogt ontspannen, opgewekt, maar zelf zegt hij wat verward, gestrest en gehaast te zijn. Hij zegt ernaar te verlangen straks, middels de voorstelling of middels de ruimte die het theater is en biedt, op één plek te kunnen zijn, opgesloten. 

Het is 20:22. Om ons heen staan bezoekers op en ook wij begeven ons naar het theater. Oscar kent de zaal goed, als kind kwam hij er al af en toe naar voorstellingen kijken en ook zelf heeft hij er een paar keer op het podium gestaan. Nu nemen we plaats aan de andere kant. We kijken naar één vrouw, die (nog) niet naar ons kijkt. Oscar, naast mij, denkt een andere bezoeker te herkennen, maar het blijkt een vergissing. Door het mondmasker lijken we net iets meer op elkaar dan anders.

Het wordt donker.

– We zien ALL.

Het is 21:41. We zitten aan een andere tafel dan waar ons gesprek begon. We kijken naar die lege tafel zonder ons. De feestverlichting die erboven hangt, brandt. Misschien was dat eerder ook al zo, maar de lampjes vallen nu pas op. Het is donker geworden, en kouder. Ik kijk naar Oscar tegenover me. Hij lijkt iets rustiger te zijn dan eerder op de avond. ‘Lichter’, zegt hij zelf. Ook merkt hij op dat ons gesprek nu anders is, ‘omdat we samen zijn gaan kijken.’ Hij vertelt me dat hij tijdens de voorstelling aan Lisa had gedacht, aan de ruimte waar zij haar glitterpak had aangetrokken en het straks weer uit zou doen (was het nu ook weer links of rechts van het podium?), aan hoe ze zich had voorbereid om te gaan spelen. ‘Het is altijd mooi om te zien hoe iemand begint.’ Even later denkt Oscar haar opnieuw te zien tussen de napratende bezoekers, maar ze is het niet. Naast het podium blijken we moeilijker te herkennen. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

For security, use of Google's reCAPTCHA service is required which is subject to the Google Privacy Policy and Terms of Use.

Tags: , , , ,