het Theater Festival

2015 – FRANK DIERENS EN LUC NUYENS

di 08 sep 2015

De Bank — Theater Stap
“De Bank is als een schilderij vol verlangen en troost”

(c) Bert De Mulder 2

Het is nog erg rustig in de Matterhorn. Frank Dierens repeteert er aan Konijn met pruimen bij Laika, maar daalt naar het kantoor van de Roovers af voor ons gesprek. Luc Nuyens zal wat later zijn, omdat hij enkele uren geleden nog in Genk stond te spelen in Van de brug af gezien. Vandaag hebben we het over De Bank dat ze samen regisseerden met de spelers van Theater Stap en waarin ze zelf ook meespelen. — Bart Van Gyseghem

Frank Dierens: “Ik ben heel nieuwsgierig hoe de spelers van Theater Stap het gaan doen op Het Theaterfestival. Deze zomer hebben we in Watou gespeeld en je voelde dat het ‘er toch weer in komen was’. Bepaalde afspraken moeten soms erg exact zijn voor Stappers, terwijl ze op andere momenten zo’n schone en verrassende dingen doen.”

“Toen Luc en ik De broers Perdu aan het spelen waren, zijn we voor het eerst beginnen praten over samen een voorstelling maken bij Theater Stap. In een gesprek met Marc Bryssinck (artistiek leider van Theater Stap, nvdr) kwam het idee om Paul Verrept erbij te vragen. Paul is vervolgens bij Theater Stap langs geweest en heeft aan de hand daarvan een tekst geschreven.”

Is die tekst ook uiteindelijk de voorstelling geworden?

Frank: “De essentie is gebleven: een man besluit om na de dood van zijn ouders naar buiten te treden en de wereld op zich af te laten komen. Hij begint te zoeken naar wat hem troost biedt en waar hij naar verlangt. Uiteindelijk hebben we de tekst minder letterlijk gevolgd, maar kwam er een grote authenticiteit in de plaats. De observatie van Paul Verrept vooraf heeft wel gezorgd dat de tekst echt over hén gaat. ‘Niet klagen en niet zagen, daar zijt ge niets mee!’ zegt één van de spelers – waarschijnlijk omdat dit ook echt in die persoon gebeiteld zit.”

Laten zo’n uitspraken een indruk op jou en je personage na?

Frank: “Jazeker. Het draait om een hoop ‘beschadigde mensen’ bij elkaar. Daar moet je vandaag niet ver naar zoeken. Dat zit in jezelf en je directe omgeving, dat zie je in de wereld die op je afkomt via de beelden op televisie. Gelukkig is er ook troost, hoop en warmte als een pleister op al die wonden. Het is die evenwichtsoefening die wij hebben proberen te maken. De Bank geeft een kijk op de wereld in zijn meest simplistische vorm. Het toont het mechanisme van de mens in zijn minimalistisch eenvoud. Daardoor raakt het ook de kern van het mens-zijn aan.”
Toch lijkt De Bank een opmerkelijk verbale voorstelling voor Theater Stap?

Frank: “We horen dat ook. Luc en ik zijn uiteraard met teksttheater bezig. De keuze voor Paul Verrept is nochtans erg gericht: hij kan met weinig woorden zo’n essentie raken. Dat leunt erg aan bij de leefwereld van de Stappers. Wij zouden voor zo’n boodschappen normaal een hele monoloog afsteken, maar nu hebben we hard ingezet op de eenvoud en het fysieke. Hun tableaux vivants zijn prachtige schilderijen waar je stil van wordt. We hebben veel beelden moeten laten varen, omdat we voor kinderen een bevattelijke voorstelling wilden maken. Jammer voor die honderden wonderlijke ‘houtsnijwerken’ die we hebben moeten laten liggen!”

Hoe was de rolverdeling tussen jou en Luc in het maakproces?

Frank: “Dat was een perfecte match. Luc is erg goed in het creëren van vrijheid. Hij smijt repetities open. Spelers schrokken daar wel van, omdat hun dagen er meestal erg gestructureerd uit zien. Toch deed die rock ’n roll hen erg goed. Daarnaast moet er een groot geduld zijn om op bepaalde woorden of gevoelens verder in te gaan, en daar ligt mijn kracht. Door te praten over enkele zinnetjes raakte ik soms de essentie ervan aan. Ik praatte met de spelers over de gelijkenissen met hun personage en kwam zo in hun persoonlijke leefwereld terecht. Zo werd hét verhaal echt een verhaal van elke speler. Luc en ik zijn complementair in het geven van rust en energie.”

Is die zorg een specifiek kenmerk in een proces bij Theater Stap?

Frank: “Er is een hele ploeg van het dagcentrum betrokken bij het maken van zo’n voorstelling. Dat is erg belangrijk omdat je voelt dat die opvoeders de persoonlijke, dagelijkse zorgen van de spelers een plaats geven. Wij schuiven onze problemen opzij als er gewerkt moet worden. Bij de Stappers moet er tijd aan die emoties worden gegeven, anders zou het niet lukken om verder te repeteren. Daarnaast herhalen begeleiders ook veel met de spelers en zorgen ze voor een noodzakelijke alertheid voor de voorstellingen. Luc en ik genieten mee van de opwarmingen die gegeven worden. Door samen te bewegen wordt er gefocust op de wereld waar je als speler moet induiken. Die ploeg heeft een expertise die wij niet kennen en waar we aanvankelijk van schrokken. Dat was ook wederzijds: hoe wij dingen konden lossmijten, waren zij minder gewoon. Die schone wisselwerking is fantastisch om te mogen meemaken.”

(Luc komt binnen met kleine oogjes en een verhaal dat het verkeer en de leeftijd niet meezitten vanochtend. Toch neemt hij vlot over…)

Luc Nuyens: “Ik vind zo’n voorstelling maken bij Theater Stap nog intenser dan gewoonlijk. Je wil zien hoe het werkt en met wie het werkt. Het laat je niet los. Non-stop ben je aan het denken en zoeken.”

Frank: “Er komen veel impulsen op je af. Je bent ook bezig met mechanismes: ‘Wat heb ik gezegd? Dat had ik misschien beter niet gezegd. Hoe los ik dat morgen op?’ Je bedenkt strategieën die voor ons onbekend waren.”

Luc: “De verschillen onder die mensen zijn ook zo groot. Het is een hele waaier. En soms zijn ze wel zo en dan weer niet. Soms pakken ze je vast om een soort ‘wrong’ te geven, op andere momenten is het pure liefde die uit hun knuffel spreekt.”

Hoeveel zit er van jullie in deze voorstelling en hoeveel van de spelers?

Luc: “Wij hebben onszelf op voorhand altijd gezegd dat het over hen moest gaan. Het laatste wat we wilden, is laten zien hoe virtuoos wij als speler naast hen konden staan. We hebben goed bewaakt dat we de Stap-spelers in hun eigenheid konden laten. Eerst waren we niet van plan om zelf mee te spelen in dit stuk. Na een tijdje kom je er echter achter dat het fijn is om enkele steunpunten te hebben. Zo is Frank het hoofdpersonage geworden dat midden tussen de andere spelers staat.”

Frank: “Het was het mooiste om een serene ontvanger te hebben, zonder pretentie. Het draait wel om hem, maar toch zijn de anderen de protagonisten.”

Luc: “De Stappers zijn eigenlijk deelpersoonlijkheden van die éne man. De man is het omhulsel en de rest zijn de delen van die éne mens: zijn verlangens, zijn twijfel, zijn gemis. ‘Wie is die mens en waar zit hij mee?’ is de kernvraag van ons onderzoek geweest. De antwoorden in het verhaal vertrekken allemaal vanuit de spelers.
De voorstelling is totaal van hen.”

Frank: “Zo was er het stukje van Gitte waarin ze het over de liefde, trouwen en kinderen had. Tegen mij zei ze: ‘Gij, ook ne schone man, maar te oud.’ Dat is echt en oprecht. Dat blijft dan ook in de tekst.”

Luc: “Je kan aan de authenticiteit van die spelers niet voorbij gaan. Dat maakt elk van hen onvervangbaar. Ik word nog elke keer door hen verrast. Niet één voorstelling is dezelfde. Het is altijd oprecht, ook als ze het even niet meer weten. Dan staat de hele ploeg daar en komen ze er samen wel uit. Alleen wij zijn inwisselbaar!” (gelach)

Tags: , , ,