het Theater Festival

2015 – Els Dottermans

zo 06 sep 2015

AUGUSTUS ergens op de vlakte — Olympique Dramatique Toneelhuis, NTGent, KVS
“Lachen met miserie is een manier om het leven draaglijk te maken”

© Kurt Van der Elst

Voor Het Theaterfestival werden twee wervelende publieks-trekkers geselecteerd waarin topacteurs de pannen van het dak spelen. Els Dottermans is zelfs in beide voorstellingen te zien. In Revue Ravage speelt ze de rol van de maîtresse van een politicus die geen afscheid kan nemen van de politiek. In AUGUSTUS ergens op de vlakte is ze een van de drie dochters die proberen hun autoritaire moeder in te perken. — Stefan Moens

Dag Els. Je bent op een heel toevallige manier in de theaterwereld beland.

Els Dottermans: “Ja, ik was in mijn jonge jaren eigenlijk helemaal niet bezig met theater. Ik zat niet in dat wereldje en het was voor mij zelfs geen droom om ooit actrice te worden. In onze familie was het belangrijk om goede punten te halen. Ik was ook een goede studente en ik had kunstgeschiedenis of iets dergelijks kunnen studeren, maar ik heb dan op aansporen van een vriendin meegedaan aan het ingangsexamen van Studio Herman Teirlinck en tot mijn grote verbazing was ik nog geslaagd ook. Ik had immers nooit enige blijk gegeven van theatertalent.”

Hoe verliep het eerste jaar?

“Het was een vreselijk jaar: de studies, de theatermensen, het jargon… Het was allemaal niks voor mij. Ik was toen een heel verlegen meisje. Een docente, Ilse Uytterlinden, heeft mij toen meer zelfvertrouwen gegeven en dat heeft mij enorm geholpen. Er zijn docenten die opbouwen en anderen die afbreken. Ilse was een docente die opbouwde. Al wil ik best geloven dat er ook zeker wat afbreekwerk is aan een jong beginnend mens, om de puurheid naar boven te laten komen.”

Je speelt nu in twee stukken die op het eerste gezicht een familieverhaal vertellen. Zie je zelf nog gelijkenissen tussen Revue Ravage en AUGUSTUS ergens op de vlakte?

“Niet zo veel: AUGUSTUS is een stuk dat je moet situeren in de traditie van Tennessee Williams en Who’s afraid of Virginia Woolf. Revue Ravage is daarentegen een hedendaags politiek stuk, bestaande uit fragmenten met daartussen gezongen liedjes. De acteurs worden vooraan op de scène geduwd. Heel veel psychologie komt daar niet bij kijken. Revue Ravage is dus veel eenvoudiger qua opzet.”

Je hebt met beide stukken in Nederland gespeeld. Hoe waren de reacties?

“Niet zo enthousiast. Ik vind het jammer, maar ik heb de indruk dat Nederland en Vlaanderen te ver uit elkaar zijn gedreven. Het Theaterfestival is ook opgesplitst. We spelen nog nauwelijks in Nederland en ik vermoed dat het te maken heeft met die culturele aderlating die ze daar hebben moeten ondergaan. Men is daar meer naar binnen gekeerd, het eigen theater krijgt nu alle aandacht. Het is allemaal wat dichtgeklapt. In Vlaanderen moeten wij ook besparen, maar je kan het niet vergelijken met de drastische besparingswoede bij onze noorderburen… Er speelt ook nog een ander element: in Nederland kennen ze wel muziektheater en cabaret, maar ze hebben er geen revuetraditie zoals wij die in België kennen. Wilde Lea, ook een revue-stuk waarin ik speelde, had in de jaren 1990 dan weer wel een gigantisch succes in Nederland, maar dat had vooral te maken met Luk Perceval. We zaten midden in een Vlaamse Golf en Perceval was gewoon hot in Nederland. De paradox is dat Perceval met alles lachte – met het amateurtoneel, met het theaterwereldje – en daar nog succes mee oogstte ook!”

AUGUSTUS ergens op de vlakte is een gigantisch wereldsucces en het werd ook verfilmd met Julia Roberts en Meryl Streep. Heeft die film je op een of andere manier geïnspireerd tijdens de repetities?

“Het is zeker geen slechte film, maar echt wel op zijn Amerikaans gebracht en dat is niet onze aard. Het verhaal wordt veel genuanceerder gebracht en is dus minder grappig. Door de komedie die wij brengen, kan je dieper in de tragedie gaan. Denk aan onze Vlaamse series zoals Van Vlees en Bloed: net niet huilen maar wel lachen. Er is ook die surreële touch, zoals je die ook vindt in Vlaamse satire zoals In de Gloria. Lachen met de miserie is misschien typisch Vlaams, maar het is een manier om het leven draaglijk te maken. Of zoals de Vlaamse psychiater Damiaan Denys het onlangs in Zomergasten verwoordde: wij Vlamingen zijn implicieter en de Nederlanders zijn explicieter. Bij ons moet je tussen de regels kunnen lezen. Beide kanten hebben hun voor- en nadelen. Ik ben met een Nederlander (acteur Han Kerckhoffs, nvdr) getrouwd, dus ik weet waarover ik spreek. Nu moet ik toegeven: mijn man is niet zo Nederlands en ik ben niet zo Vlaams, maar ik herken dat impliciete wel. Daarom is onze beeldende kunst ook groter: we kunnen meer zeggen met beelden. Nederlanders hebben dan weer meer grote schrijvers. Al hebben ze geen Hugo Claus (lacht).”

Zijn er nog rollen die je heel graag zou willen vertolken?

“Wat ik echt nog zou willen spelen is Who’s afraid of Virginia Woolf, maar dan samen met mijn man. Wij spelen bijna nooit samen, maar zo’n heftig stuk, dat zou ik dolgraag met hem willen spelen!”

In een interview heb je ooit gezegd dat je eigenlijk niets hebt tegen ouder worden.

“Dat moet ik dringend herzien (lacht). Nee, het klopt: op geestelijk vlak vind ik het eigenlijk wel plezierig om oud te worden. Zolang het lichaam meegaat natuurlijk. Ik zou in deze tijd ook niet graag jong willen zijn. Er zijn zoveel prikkels van buitenaf die jongeren beïnvloeden en die ze niet kunnen tegengaan. Alle ogen zijn op hen gericht. Niet dat het vroeger allemaal veel beter was, maar het leven was gewoon simpeler. Het was vroeger veel rustiger om op te groeien. Al die keuzes maakt het voor de jongeren van vandaag zo moeilijk.”

Neem je nog de tijd om naar het theater te gaan? Zijn er voorstellingen die je wil zien op Het Theaterfestival?

“Ik ga zeker al kijken naar Gavrilo Princip van De Warme Winkel. Het is inderdaad niet evident om als acteur regelmatig naar het theater te gaan, al probeer ik wel naar mijn vrienden te gaan kijken wanneer zij spelen. Ik moet zeggen dat ik een heel gelukkig mens ben als ik een mooie voorstelling heb gezien. Ik had zo’n ervaring bij Front van Luk Perceval: dat was zo mooi, zo fenomenaal goed. Alles – muziek, vorm, tekst – vormde een perfect geheel, alles viel daar samen voor mij. Ik was er echt niet goed van, en dan voel ik mij paradoxaal genoeg enorm goed. Dan besef je ook als actrice wat een goede voorstelling met een publiek doet…”

Tags: , , ,