het Theater Festival

2015 – De dansers van Voetvolk

vr 11 sep 2015

AH/HA — Vincente Arlandis Recuerda en Lucius Romeo-Fromm — Voetvolk

AH/HA is eigenlijk niet grappig”

Na de repetitie van AH/HA vond ik de twee dansende heren uit deze voorstelling nog lichtjes bezweet in hun kleedkamer. Ik vraag hen hoe ze bij Voetvolk terecht kwamen. “Het is eigenlijk allemaal een groot toeval,” zeggen de Spanjaard Vincente Arlandis Recuerda en de Amerikaan Lucius Romeo-Fromm in koor. Ze werden uitgenodigd voor een auditieworkshop en toen ging de bal aan het rollen. — Evelyne Van Hecke

AH_HA_Luc_Depreitere_II

© Luc Depreitere

Waarom werden jullie uit de auditie gekozen om mee te spelen in AH/HA?

Vincente Arlandis Recuerda: “Lisbeth Gruwez en Maarten Van Cauwenberghe waren voor AH/HA niet per se op zoek naar de beste dansers, ze zochten meer naar…”

Lucius Romeo-Fromm: “… een bepaalde chemie tussen mensen.”

Vincente: “De gekozen dansers zijn allemaal heel erg goed in lachen, denk ik (lacht luid).”

Lucius: “Ja, dat was eigenlijk het enige criterium om te slagen voor de auditie (lacht nog luider)!”

Wat betekent de voorstelling AH/HA voor jullie?

Vincente: “AH/HA is een heel formele reis geworden.”

Lucius: “Het is echt een trip. De voorstelling wordt heel erg bepaald door het ritme. Het lijkt een beetje de polsslag van het leven, van alledag. Het is een uitvergroot ritme van je hart of je adem, van wandelen, van trillende steden… Van alles wat in onze omgeving is. Dat ritme komt tot uiting in de dansers.”

Welke fysieke impact heeft de voorstelling op jullie?

Vincente: “Tijdens het repetitieproces hebben we heel veel gelachen. We volgden ook enkele lachworkshops gedaan waarin we onderzochten wat de impact van lachen is op het lichaam. Wanneer je lacht, laat je namelijk erg veel energie los. Ik hou van dat relaxerende gevoel. Maar in de voorstelling daarentegen voel ik heel veel spanning, omdat we echt proberen om de ontlading uit te stellen. Die opbouw naar explosies vereist veel van een lichaam.”

Lachen is heel leuk en vrolijk, maar jullie staan onder spanning tijdens het spelen. Beleven jullie wel plezier aan de voorstelling?

Lucius: “Het is opmerkelijk dat deze vraag altijd gesteld wordt. Een publiek verwacht dat lachen de belangrijkste clou is in deze voorstelling, maar eigenlijk draait de voorstelling daar niet om. AH/HA is niet grappig.”

Vincente: “We werken niet met het plezier van lachen, maar de voorstelling zelf is wel leuk om te doen. De repetitieve modus van het stuk lijkt een beetje op dansen in een club. Je raakt in een soort van trance en daar hou ik wel van.”

Lachen kan iedereen. Wat is er dan zo speciaal aan hoe jullie de lach dansen?

Vincente: “Lachen is inderdaad gemakkelijk en iedereen kan het, maar dat is toch ook het leuke eraan, niet? Bij dans denkt men vaak aan techniek die enkel door specialisten uitgevoerd kan worden, zoals bij ballet. Maar zelf kan ik helemaal geen ballet. Ik hou er net van om als toeschouwer ook bewegingen te zien die ik zelf ook zou kunnen uitvoeren. Voor mij devalueert zoiets niet de dansvoorstelling. Integendeel, zo’n stuk krijgt voor mij net meer waarde.”

Lucius: “Er hoeven geen hyperingewikkelde structuren en moeilijke, riskante bewegingen gebruikt te worden om informatie over te brengen naar een publiek. Je kan zo weggeblazen worden door het spektakel van ingewikkelde choreografieën, maar als je een danser ziet die in een kleine zaal een simpele beweging doet, kan je dat soms meer raken.”

Hoe zijn Lisbeth en Maarten als duo?

Vincente: “Ze zijn allebei altijd aanwezig op de repetities. Lisbeth is natuurlijk meer bezig met de choreografie, terwijl Maarten de muziek maakt.”

Lucius: “Maarten heeft ook een goed overzicht over alles wat te maken heeft met publiek, management en netwerken. Hij kan zichzelf ook heel duidelijk uiten met zijn lichaam, waardoor er een kruisbestuiving ontstaat tussen Lisbeth en hem.”

Hadden jullie verwacht dat AH/HA zo geapprecieerd zou worden?

Lucius: “Voor mij gaat het niet om goede reacties, erkenning of prestige. Wat ik echt belangrijk vind is dat mensen geraakt worden.”

Vincente: “Erkenning heeft weinig te maken met het feit of een stuk goed is of niet. Een fantastische voorstelling kan evengoed in de schaduw blijven. De reacties van het publiek zijn over het algemeen eensgezind positief.”

Lucius: “Ik denk dat het publiek zich kan vinden in de evolutie van de personages, de persoonlijke trips.”

Vincente: “Het is een heel open stuk, waarmee ik bedoel dat je als toeschouwer fysiek betrokken raakt.”

Lucius: “Inderdaad, binnen de 30 seconden raak je besmet door het ritme.”

Vincente: “AH/HA is echt besmettelijk.”

 

What’s in a name?

Voor deze What’s in a name doken we even in het archief van de dagkrant. In 2012 vertelde Lisbeth Gruwez het volgende: “De naam Voetvolk is geen cadeau als je een internationale carrière ambieert. Het is een stomme naam in het buitenland, daar kunnen ze hem nooit uitspreken. Het klinkt bijna Russisch: Voddenvolk (lacht). In het buitenland gebruik ik dan ook liever de vertaling Infanterie.”

Waarom koos ze dan voor de naam Voetvolk? Lisbeth: “Voor mij heeft het woord een mooie connotatie. Dansers zijn mensen die hun lijf gebruiken. In de oorlog zal het voetvolk zonder paard het lijf in de strijd gooien. Omdat ik altijd redelijk fysieke voorstellingen maak, vond ik dat een mooi uitgangspunt. Daarnaast willen Maarten en ik ook toegankelijke voorstellingen maken. Letterlijk voor het ‘voetvolk’, dus. Wij willen niet alleen voorstellingen maken voor de elite.” Bovendien was er ook een rechtstreekse aanleiding om het gezelschap Voetvolk te dopen. “Voor we met ons gezelschap begonnen, voelden Maarten en ik ons uitgezogen. Wij waren gewoon het voetvolk geworden: we werden heel weinig betaald, maar kwamen als eerste binnen op de repetities en gingen als laatsten naar huis.”

Tags: , ,